Quiz politiek B
1. Wat is politiek?
A
Het maken van keuzes en nemen van besluiten over het land, provincie en gemeente
B
Alle politici en ambtenaren bij elkaar
C
Democratie
D
Het recht om te mogen stemmen
1 / 15
Éléments de cette leçon
1. Wat is politiek?
A
Het maken van keuzes en nemen van besluiten over het land, provincie en gemeente
B
Alle politici en ambtenaren bij elkaar
C
Democratie
D
Het recht om te mogen stemmen
Slide 1 - Quiz
2. Links of rechts?
Studeren moet weer gratis worden, zo krijgt iedereen gelijke kansen
Studeren moet weer gratis worden, zo krijgt iedereen gelijke kansen
A
Links
B
Rechts
Slide 2 - Quiz
4. Je moet de zwakkeren beschermen.
Is dit een idee van linkse of rechtse politieke partijen?
Is dit een idee van linkse of rechtse politieke partijen?
A
Links
B
Rechts
Slide 3 - Quiz
7. Wat is het college van B & W en wat doet het college?
A
Burgemeester en Wethouders, het dagelijks bestuur van de gemeente
B
Burgemeester en Wethouders , stemmen over wetten
C
Bob en Willy, geven college over de gemeente Woerden
D
Burgers en Wetboeken, maakt regels voor en door burgers
Slide 4 - Quiz
9. Wie staat aan het hoofd van de gemeente?
A
Burgemeester
B
Wethouder
C
Commissaris van de Koning
D
Minister
Slide 5 - Quiz
Een voorbeeld van een ambtenaar is
A
Een leraar
B
Een politieagent
C
Een gemeentemedewerker
D
Een militair
Slide 6 - Quiz
Gaan stemmen is een
A
Recht
B
Plicht
C
Mensenrecht
Slide 7 - Quiz
Belasting betalen is een
A
Recht
B
Plicht
C
Mensenrecht
Slide 8 - Quiz
In een democratie bepaalt:
A
één iemand alles
B
Een kleine groep mensen alles
C
Het volk wie er mag regeren
Slide 9 - Quiz
Wie mag besluiten om een voetbalwedstrijd niet door te laten gaan in de gemeente?
A
Burgemeester
B
Hoogste wethouder
C
Gemeenteraad
D
Politie
Slide 10 - Quiz
Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer
A
150
B
76
C
75
D
250
Slide 11 - Quiz
Wie is het staatshoofd van Nederland?
A
Minister-President Rutte
B
De voorzitter van de Tweede Kamer
C
Koning Willem-Alexander
D
De voorzitter van het parlement
Slide 12 - Quiz
Bij landelijke verkiezingen stemmen we voor de
A
regering.
B
minister-president.
C
leden van de Eerste Kamer.
D
leden van de Tweede Kamer.
Slide 13 - Quiz
Regering
A
ministers en koning
B
de Tweede Kamer
C
de Eerste en Tweede kamer
D
De mensen die de koning controleren
Slide 14 - Quiz
Wat staat er in een grondwet?
A
De rechten en plichten van de burgers.
B
De rechten en plichten van de overheid.
C
De plichten van de burgers en overheid.
D
De rechten én plichten van de burgers en overheid.
