Workshop Agenda

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom

Leg je schoolspullen op tafel.

• Map voor kennisoverzichten
• Leerwerkschrift
• Wisbordje en stift
• Agenda
• Etui

Start met de startopdracht.

Voorkennis

Pak je wisbordje.
Wat betekent volgens jou het woord prioriteiten?

Wat gaan we doen?

• Prioriteiten 
• Plannen
• Gebruik agenda
• Opdracht
• Nabespreken

Agenda

Pak je wisbordje.
Waarom gebruik je een agenda?

Pak je wisbordje.
Welke afkortingen gebruik je in je agenda?

Agendataal

Leren: L

Maken: M

Lezen: Lz

Herhalen: hh

Schriftelijke overhoring: SO

Proefwerk: PW

Praktische opdracht: PO

Oefenen: agenda invullen

Maandag 26 augustus 2/3e uur - Proefwerk Engels – Leren: Woordjes 1 t/m 100

Dinsdag 27 augustus 4/5e uur- Aardrijkskunde – Maken: opdracht 2, 3, 6, 7 Lezen: paragraaf 1.1

Woensdag 28 augustus 2/3e uur - Schriftelijke overhoring Biologie – Leren: Hoofdstuk 3 paragraaf 1, 3, 4, 6

Vrijdag 30 augustus 6/7e uur- Geschiedenis - Maken opdracht 1 t/m 12 Lezen: Bladzijde 3 t/m 7                                                                 *Gebruik afkortingen

Plannen

Plannen

Stel: Je wil een feestje organiseren. 

Wat moet je hiervoor regelen?

Schrijf ten minste 5 dingen op je wisbordje.

Laat je antwoorden op je wisbordje staan!

Prioriteiten stellen

Wat betekent prioriteiten stellen?

1. Tijd plannen            2. Keuzes maken           3. Agenda gebruiken

Bij deze slide denken leerlingen zelf na over prioriteiten. 

Bij het bespreken maak je een koppeling naar opdracht 1. Er zullen verschillende volgordes gekozen zijn, dit heeft te maken met de prioriteiten die iemand stelt. Dit kan dus per persoon verschillen.

Prioriteiten stellen

Bepaal welke feesttaak prioriteit heeft. 

Noteer 1 t/m 5 bij de taken.

1 = hoogste (moet snel)

5 = laagste (kan nog wachten)

Neem deze matrix met leerlingen door.

Leg de volgende begrippen uit:

Belangrijk: Het moet afgerond worden, als je het niet doet, ontstaan er problemen.

Urgent: Het moet vandaag, c.q. deze week gebeuren.

Delegeren: iemand anders laten doen (bijvoorbeeld: je moet iets uitprinten, dit kan even snel tussendoor maar je kan ook vragen of een klasgenootje dit even kan printen)

Pak je wisbordje.
Hoe plan je een toets waarvoor je 100 woorden moet leren?

Oefenen: plannen

• Pak je agenda en open de week van maandag 28 augustus.
• Deel het werk per vak op in kleinere taken.
• Bij leerwerk: herhaal de leerstof een dag voor je toets
• Verdeel de kleinere taken over de schooldagen die leiden naar de deadline. (terug in de tijd)

Wisbordjes klaar!

Wat is de afkorting voor leren?

Wat is de afkorting voor lezen?

Wat hoort bij elkaar: combineer letter en nummer

A) Hoge prioriteit         1) Niet urgent

                   B) Lage prioriteit           2) Urgent                            

Een taak is belangrijk en urgent

Kies: Nu doen / later doen?

Een taak is niet belangrijk en niet urgent

Kies: Nu doen / later doen?