2 havo les 19 verwijswoorden

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Toen zag ik haar daar langsscheuren op haar scooter
3 minuten
 een dag
een week
een maand
een jaar
Amisha
Amel
Den Haag
Rotterdam
bij stoplicht

Slide 2 - Diapositive

drie soorten verwijswoorden
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
zelfstandig naamwoord
bijwoord

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog.....
Hoe vind je een bijwoord?

Slide 4 - Question ouverte

tijd
Gisteren regende het
's Avonds is hij soms moe
Mijn vader voetbalt vaak.
Wanneer kom je?
Toen viel hij plotseling.

Slide 5 - Diapositive

Een persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw) vervangt een zelfstandig naamwoord en verwijst naar een persoon, dier of ding.




 
Dat vriendinnetje van hem doet mij aan jou denken, want ze heeft net zulk haar als jij.

Slide 6 - Diapositive

persoonlijke voornaamwoorden

Slide 7 - Diapositive

Dat geld is niet van mij, maar van ons

Slide 8 - Diapositive

Een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan
mijn boek

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

noteer van de volgende zinnen
het verwijswoord
waar verwijzen ze naar

Slide 14 - Diapositive


Slide 15 - Question ouverte


Slide 16 - Question ouverte


Slide 17 - Question ouverte


Slide 18 - Question ouverte


Slide 19 - Question ouverte

noteer van de volgende zinnen
welk soort verwijswoord er staat
waar verwijzen ze naar

Slide 20 - Diapositive


Slide 21 - Question ouverte


Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte


Slide 24 - Question ouverte


Slide 25 - Question ouverte

leg uit
wat gaat er mis bij de volgende zinnen?

Slide 26 - Diapositive


Slide 27 - Question ouverte


Slide 28 - Question ouverte


Slide 29 - Question ouverte


Slide 30 - Question ouverte


Slide 31 - Question ouverte

zelfstandig naamwoord
- is een mens, dier of ding
- kun je de, het of een voorzetten
- kun je enkelvoud of meervoud van maken
ook namen zijn zelfstandige naamwoorden
De jongen heeft het meisje een bloem gegeven.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Noteer het aanwijzend voornaamwoord
Die meisjes zitten hun broertje te pesten.

Slide 35 - Question ouverte

Noem de persoonlijk voornaamwoorden

Heb jij hem al eens eerder gezien?

Slide 36 - Question ouverte