bs 6 DNA technieken

Desoxyribonucleïnezuur
 

 
technieken

basisstof 6
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Desoxyribonucleïnezuur
 

 
technieken

basisstof 6

Slide 1 - Diapositive

lesdoel
Ik kan verschillende DNA technieken in de biotechnologie beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat is biotechnologie ?
  • Verzamelnaam technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens
  • Klassieke- en moderne biotechnologie 

Slide 5 - Diapositive

Klassieke biotechnologie
  • gebruik van traditionele technieken
  • gebruik van bacteriën, gisten en schimmels
  • productie van kaas, bier, wijn, brood 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Moderne biotechnologie
  • Gebruik van moderne technologie
  • Gebruik van bacteriën, gisten, en schimmels
  • Aanpassen van eigenschappen, van het DNA
  • De genen worden aangepast (genetische modificatie)

Slide 8 - Diapositive

Recombinant-DNA-Techniek
  • De genen met positieve eigenschappen van het ene organisme toevoegen aan het DNA van een ander soort 
  • Genetische modificatie: een gemodificeerd organisme heet 'transgeen'

Slide 9 - Diapositive

Waar word biotechnologie voor gebruikt?

  • gezondheidszorg
  • landbouw
  • industrie
  • milieu 

Slide 10 - Diapositive

Tijgermug

  • Muggen zijn ziekteverspreiders. Ze zijn moeilijk te bestrijden omdat ze zich snel voortplanten, klein zijn en er heel veel aanwezig zijn. Recent onderzoek ziet genetische modificatie als een oplossing. 

  • Bij tijgermuggen, de verspreiders van knokkelkoorts zijn mannelijke muggen gemodificeerd zodat hun nageslacht sterft voordat het zich kan reproduceren. De mannelijke muggen vinden een vrouwtje, wat zich slechts eenmaal voortplant. Deze jongen gaan dood zonder voor nageslacht te zorgen, waardoor de populatie wordt verkleind.


Het aantal gevallen van knokkelkoorts neemt toe. 
Er bestaan geen medicijnen of injecties om het te voorkomen.
Knokkelkoorts
U krijgt plotseling koorts met koude rillingen, vaak met heftige hoofdpijn en pijn achter de ogen.
Uw hele lichaam kan pijn doen: spieren, botten en gewrichten, vooral onder in uw rug.
U krijgt huiduitslag op uw borst (romp), armen, benen en gezicht.
Na een paar dagen kunt u misselijk worden en overgeven.
Ook hoesten, keelpijn en smaakverandering komen voor.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Argumenten voor:

  • pruducten kunnen goedkoper worden
  • hogere opbrengsten in de landbouw (minder honger)
  • milieuvriendelijkere gewassen
  • medicijnen tegen ziektes
  • betere producten (meer smaak)
  • gaat sneller dan kruisen van rassen
Argumenten tegen:

  • mens heeft het recht niet om te knippen en plakken met genen van andere organisme
  • maken van nieuwe soorten gaat tegen natuur in
  • variatie neemt af
  • gewassen kunnen beter bestand worden gemaakt tegen bestrijdingsmiddelen 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

genomics (NL: genomica)

  • Studie van het complete DNA.


  • Hiermee kun je voorspellen hoe gezond/goed een organisme is
  • kankeronderzoek (vergelijk DNA van een ziek persoon met dat van een gezond persoon)

Slide 18 - Diapositive

Genomics in de veeteelt
  • Welke stier heeft de beste combinatie van genen voor de hoogste melkopbrengst bij zijn nageslacht?


  • Voorheen moest je wachten tot dat nageslacht er ook echt was, nu kun je dat aan het genoom zien.

Slide 19 - Diapositive

DNA testen

  • misdaadbestrijding
  • fraudebestrijding met voedsel
  • erfelijkheidsonderzoek; erfelijke ziekten
  • vaderschapstesten
  • verwantschap tussen soorten

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Biotechnologie is al eeuwen oud
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Bij de productie van bier en zuurkool wordt biotechnologie toegepast
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 27 - Quiz

wat is transgeen?
A
klassieke biotechnologie
B
er is geen trans aanwezig
C
een genetisch gemodificeerd organisme
D
genetische modificatie

Slide 28 - Quiz

Is bij de toepassing van biotechnologie altijd sprake van genetische modificatie?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz


Wat wordt er gedaan bij recombinant-DNA-techniek?
A
Met behulp van bacteriën wordt van melk yoghurt gemaakt.
B
In het DNA van een organisme wordt nieuwe erfelijke informatie aangebracht.
C
de celkern van een lichaamscel van een organisme wordt gecombineerd met een 'lege' eicel van een ander organisme
D
Er wordt gekeken of er een DNA match is tussen een verdachte en bewijsmateriaal

Slide 30 - Quiz

Wat is de verzamelnaam van technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens?
A
DNA- recombinant techniek
B
Genetische modificatie
C
Biotechnologie
D
Klonen

Slide 31 - Quiz

Op Schiphol werd in het najaar van 2020 veel antistoffen tegen het Coronavirus gevonden in het rioolwater.
Dit is een voorbeeld van:
A
DNA recombinant techniek
B
Synthetische biologie
C
eDNA
D
Genomics

Slide 32 - Quiz

Mensen met Coeliakie (glutenintolerantie) kunnen niet tegen een bepaald eiwit in b.v. tarwe. Men probeert nu het DNA van de tarwe zo aan te passen dat mensen met coeliakie hier niet meer gevoelig voor zijn.
Dit is een voorbeeld van:
A
Cripr-Cas
B
Genomics
C
Klassieke biotechnologie
D
eDNA

Slide 33 - Quiz

Ben jij na deze les voorstander of tegenstander van DNA technologie?
Voorstander
Tegenstander

Slide 34 - Sondage

Ik vind dat jullie deze les veel nieuwe dingen hebben geleerd.
En jij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage

Ga naar je studiewijzer
  • Bestudeer de succescriteria; ken je er al een aantal?
  • Lees de tekst in je online boek bij bs 6
  • Maak de opdrachten (niet opdracht 8) van bs 6
  • Bestudeer de succescriteria

Slide 36 - Diapositive