herhaling periode 1

• Ontwikkelingsfasen
• MBO
• Studiejaar 1

herhaling periode 1

1.3 Processen van ontwikkeling

• Groeiprocessen = lichamelijke groei
• Leerprocessen = alles van je leert (kennis, vaardigheden)
• Rijpingsprocessen = ergens aan toe zijn

Ontwikkelen = het proces van groeien, leren en rijpen

Rijp zijn = ergens aan toe zijn in de ontwikkeling

Ontwikkelings fasen

Fases in het leven met elk specifieke kenmerken

Baby= leren kruipen

Ouderen = zintuigen gaan achteruit

Ontwikkelingsfasen

ongeboren kind (prenatale fase: 40 weken);

baby(0-18 maanden);

peuter (18 maanden-4 jaar); 

kleuter (4-6 jaar);

schoolkind (6-12 jaar);

puber (12-17 jaar);

adolescent (17-25 jaar);

volwassene (25-67 jaar);

oudere mens (67 jaar en ouder).

Ontwikkelingstaken

Stappen die ieder mens in zijn of haar ontwikkeling moet doorlopen om zicht te ontwikkelen

Volgen elkaar op

Uitdagen met vaardigheden die je nog net niet kan

Ontwikkelingsgebieden

Lichamelijk

Cognitief

Emotioneel

Sociaal

Seksueel

1

2

3

4

5

cognitief

sociaal

seksueel

lichamelijk

emotioneel

Lichamelijke ontwikkeling

Gaat over lichamelijk groei of achteruitgang

Gaat over zintuigelijke ontwikkeling

Motoriek

Lichamelijke ontwikkeling

Zintuigen

- Ruiken

- Horen

- Zien

- Proeven 

- Voelen

zien

horen

tastzin

proeven

verschil licht en donker

hoge tonen 

knuffel

eerste hapjes

Fijne Motoriek

Kleine bewegingen

Schrijven 

Veters strikken   

Knippen 

Grove Motoriek

Grote bewegingen

Lopen 

Fietsen    

Springen 

Cognitieve ontwikkeling

Gaat over je hersenen

Denken, onthouden, praten en leren

Emotionele ontwikkeling

Gaat over gevoelens emoties en vertrouwen

Hangt samen met sociaal

Sociale ontwikkeling

Gaat over de omgang met anderen

Communiceren, samenwerken en rekening houden met andere mensen

Seksuele ontwikkeling

Gaat over de ontwikkeling van lichaams- en lust beleving

Ontdekken eigen lichaam

Sleep het kenmerk naar nature of nurture.

Nature

Nurture

Haarkleur

Met bestek eten

Gluten-

allergie

Lengte

Kunnen schrijven

Gevolgen 

Hoe ouder de kinderen, hoe lastiger het herstel

Sociaal- emotioneel gebied

Moeilijk om vriendschappen of relaties aan te gaan

Angststoornissen, depressies, eetstoornissen

Moeilijk om liefde aan je eigen kinderen te krijgen

Opvoed doelen

Wat willen ouders dat kinderen ontwikkelen en leren door de opvoeding? 

Normen en waarden

Normen = Gedragsregels 
Dank je wel zeggen als je iets krijgt

Waarden = Waarom je het belangrijk vindt dat kind dit doet
Zo leert kind goede omgangsvormen. 
(hoe je met elkaar omgaat)

5.3 Opvoedstijlen

Hoe reageren ouders op hun kind? 

• Autoritaire opvoedstijl
• Democratische opvoedstijl
• Toegeeflijke opvoedstijl
• Verwaarlozende opvoedstijl

Spelontwikkeling van kinderen

Door te spelen ontwikkelen kinderen zich op alle gebieden.

Spelontwikkeling verloopt in fases.

Met de schijf van 5 kunnen kinderen op de verschillende gebieden zich ontwikkelen.

Schijf van 5 van spelen

Motorisch

Cognitief

Sociaal-emotioneel

Constructief

Creatief

Motorisch

Beweegspel, sporten, dansen, buiten spelen

Cognitief spel

Denk spel, bouwen, puzzels, memory, experimenteerspel, gamen

Sociaal-emotioneel spel

Samen spelen, kringspellen, gezelschapspelletjes, met poppen en dieren spelen

Constructief spel

Bouwen met blokken, duplo, nopper, lego, k'nex

Creatief spel

Tekenen, kleien, schilderen, vingerverven

Meerdere gebieden

Als een kind aan het spelen is, dan heeft dat vaak te maken met meerder gebieden

Spelactiviteiten met ouderen

Niet alleen kinderen maar ouderen en volwassenen spelen ook graag.

Bijvoorbeeld: sport, bordspellen

Spelactiviteiten met ouderen

7.1 Waarnemen

• Waarnemen doen we de hele dag door
• Je kan niet 'niet waarnemen'
• Waarnemen doe je met je zintuigen

7.3 Observatiemethoden

2 manieren van observeren:

1. Kwalitatief = Precies beschrijven WAT iemand doet
   
   
2. Kwantitatief = Noteren HOE VAAK iemand wat doet

8.1 Objectief waarnemen

Objectief waarnemen betekent dat je waarneemt zonder oordeel, gevoel, verklaring of betekenis. Je gaat dus niet invullen, maar beschrijft feitelijk wat je ziet, hoort, voelt of ruikt.

Voorbeeld: Ik ruik het gemaaide gras, ik zie dat Lisa de schep aan Elias geeft.

8.2 Subjectief waarnemen

Subjectief is het tegenovergestelde van objectief: waarnemen  met een oordeel of mening.
In het dagelijkse leven doen we dit heel vaak.

Voorbeeld: Leila doet altijd heel erg vervelend in de les, Pieter was vanmiddag tijdens het spelen weer heel erg druk.

8.3 Objectieve omschrijving

• Beschrijven van feitelijke informatie
• Kijken naar het gedrag
• Beschrijven in werkwoorden: wat doet iemand?

https://create.kahoot.it/share/herhaling-ontwikkelingsfasen-reader-1/eaadec34-a195-46a0-b35f-1d4582b276f2