Ontdekatelier dinsdag les 2

1 / 23
suivant
Slide 1: Vidéo
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Wat is een mindmap?
Een mindmap is een overzichtelijke manier om de belangrijkste informatie uit een tekst kort samen te vatten.

Door informatie in een schema te zetten met kleurtjes en tekeningen, onthoud je de informatie beter.

Een mindmap sluit aan bij de manier waarop onze hersenen zijn gebouwd. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Hoe maak je een mindmap?
  1. Je bepaalt wat het onderwerp is van de tekst. Dat zet je in het midden.
  2. Daaromheen zet je alle deelonderwerpen.  Elk deelonderwerp heeft een eigen 'tak' en een eigen kleur.
  3. Alle begrippen, voorbeelden, tegenstellingen, opsommingen en volgordes die te maken hebben met dat deelonderwerp noteer je in kleinere takjes eronder. Kijk maar terug naar de vorige pagina.

Onderwerp = Aarde
Deelonderwerp = Ontstaan (van de aarde) - tak
Vertakkingen = volgorde van hoe de aarde ontstond: Gaswolk, Gesmolten, Vaste korst en Leven

Slide 11 - Diapositive

Hoe ziet een mindmap eruit?

Slide 12 - Diapositive

Een mindmap - schema maken
Mindmaps helpen om: 
-  ideeën te ontwikkelen
-  verbanden te leggen
-  teksten samen te vatten en te ordenen. 

Als je een mindmap maakt van een stuk tekst, 
helpt je dat om de tekst beter te begrijpen en te leren. 

Het volgende filmpje toont je hoe je een mindmap op 
papier kan maken, zodat je daarna zelf aan de slag kan. 
Met het maken van een mindmap ben je creatief bezig en breng je structuur aan.

Slide 13 - Diapositive

Hoe maak je een mindmap?
Voorbeeld: Proefwerkweek

Slide 14 - Diapositive

Tips: Een schema - mindmap  maken
1. Lees de hele tekst, zorg ervoor dat je begrijpt waar de tekst over gaat.
2. Werk zoveel mogelijk per alinea of kleine onderwerpen. Vaak zit er in de tekst al samenhang.
3. Noteer in een hele korte zinnen waar de tekst over gaat.
4. Noteer in korte zinnen waar een alinea over gaat. Arceer de belangrijkste woorden.
5. Schrijf de kernwoorden (signaalwoorden) op per alinea. 
    a) De inhoud van de alinea's zal met elkaar te maken hebben.
    b) Je kunt de kernwoorden later met elkaar verbinden.

Zet jouw inhoud van de woorden om in een schema.

- Gebruik letters of getallen om de inhoud te ordenen (net als hierboven).
- Gebruik symbolen bijvoorbeeld:  }     -->      <-->     =     etc.
- Maak een 'paraplu'  (zie afbeelding)
- Gebruik afbeeldingen / tekeningen in je schema

Hier had de maker kunnen noteren:
1. munten
2. bankbiljetten

of

a) pinpas
b) creditcard
c) chipknip

Slide 15 - Diapositive

Voorbeelden 
Reptielen zijn koudbloedig. Ze ademen met hun longen. Ze leven op het land of in het water en leggen eieren met een leerachtige schaal. Hun huid is bedekt met droge schubben.

Voorbeelden van een schema:

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

0

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

De opdracht

1. Kies een vak --> Biologie

2. Bedenk wat het hoofdonderwerp is en schrijf die in het midden.

3. Bedenk welke (minimaal 5) deelonderwerpen er zijn en schrijf die eromheen.

4. Teken/schrijf per deelonderwerp op wat er in de tekst over wordt verteld (het belangrijkste!).





Slide 20 - Diapositive

Samenvatten
  1. Bekijk de tekst: wat valt je op?
  2. Zoek uit waar de tekst over gaat. Dit is het onderwerp.
  3. Zoek de belangrijkste informatie. Die kan je meestal vinden in de eerste, tweede of laatste zin van elke alinea. Of gebruik signaalwoorden. Markeer deze info.
  4. Schrijf op wat volgens jou de belangrijkste boodschap is (in een paar woorden!). Schrijf (alleen!) de belangrijkste woorden op. Schrijf evt. nog extra nuttige woorden op.
  5. Maak nu van de woorden een KORT goed lopend verhaal(tje). Maak de samenvatting in eigen woorden.
  6. Schrijf definities letterlijk op.
  7. Lees je samenvatting kritisch door, en controleer of deze alle belangrijke informatie bevat.

Slide 21 - Diapositive

Tips: Een samenvatting maken
Bij het maken van een goede samenvatting gaat het erom dat je
- niet teveel opschrijft
- de hoofd- en bijzaken kan scheiden
-overzicht bewaart (versterk dit eventueel met afbeeldingen...)

nog meer tips
Vat per alinea / stuk tekst in eigen woorden samen wat je hebt gelezen. Vertel jezelf waarom iets belangrijk is. Hierdoor merk je of je het wel of niet snapt en of het aansluit bij wat je al wist. Zet dit, in trefwoorden.
a) Begrijp waar de tekst over gaat!
b) Maak de samenvatting niet te lang!
c) Gebruik evt. de 5 W's: Wie, wat, waar, waarom, wanneer
d) Gebruik de structuur van de tekst en kijk of er kernzinnen zijn (vaak de eerste/tweede zin of laatste zin van een alinea)

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk: dinsdag 5 oktober
Maak een mindmap van basisstof 4 (blz. 33+34)
Maak een samenvatting van basisstof 2 (blz. 19 t/m 21)

Slide 23 - Diapositive