V5 T5 B1: Bouw, groei en ontwikkeling
1 / 32
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Wortels en stengels groeien in de lengte. Waar?
A
Bij het grondoppervlak
B
In het midden
C
Aan de uiteinden
D
Overal
Slide 12 - Quiz
In welke richting ligt
het midden van de
stengel in de afbeelding?
het midden van de
stengel in de afbeelding?
A
links
B
rechts
C
boven
D
onder
Slide 13 - Quiz
Gaat het hart omhoog?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Wordt het hart langer?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Wordt het hart breder?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Welke bewering is waar?
A
houtvaten bevatten celkernen
B
de secundaire celwanden bevatten lignine
C
bastvaten bevatten geen dwarsverbanden
D
bastvaten bevatten celkernen
Slide 17 - Quiz
Welke bewering is waar?
A
uit cambium ontstaan meer houtcellen dan bastcellen
B
cambium zorgt voor primaire diktegroei
C
bastvaten zitten in de kern , houtvaten dicht bij de bast van de boom
D
hoe verder van de kern van de stam, des te ouder het hout
Slide 18 - Quiz
Vormt de buitenzijde van een plant en beschermt tegen waterverlies en infecties:
A
Vaatweefsel
B
Dekweefsel
C
Vulweefsel
D
Grondweefsel
Slide 19 - Quiz
Komt in alle organen van planten voor en bestaat voornamelijk uit transportvaten (hout- en bastvaten)
A
Dekweefsel
B
Vaatweefsel
C
Vulweefsel
D
Grondweefsel
Slide 20 - Quiz
Meristeem is...
A
de plek waar groei plaatsvindt
B
de plek waar fotosynthese plaatsvindt
C
de plek waar water wordt opgenomen
Slide 21 - Quiz
Delingen in meristeem vinden plaats in....
A
de zijkanten van de stengel
B
toppen van wortels en stengels
C
in de bastvaten
D
in de houtvaten
Slide 22 - Quiz
Hoe groeit cambium?
1. naar binnen; 2. naar buiten; 3. naar opzij
1. naar binnen; 2. naar buiten; 3. naar opzij
A
alleen 1 is juist
B
alleen 2 is juist
C
alleen 3 is juist
D
alle drie zijn juist
Slide 23 - Quiz
Wat houdt een jaarring in?
A
licht voorjaarshout + donker zomerhout
B
donker voorjaarshout + licht herfsthout
C
licht voorjaarshout + donker herfsthout
D
donker zomerhout + licht herfsthout
Slide 24 - Quiz
Houtvaten liggen in jaarringen
A
Kruidachtige stengels
B
Houtachtige stengels
C
Zowel kruidachtige als houtachtige stengels
D
Houtvaten liggen nooit in jaarringen
Slide 25 - Quiz
Welke plastiden kunnen zetmeel opslaan?
A
Chloroplasten
B
Chromoplasten
C
Amyloplasten
Slide 26 - Quiz
Jasper wil een plant uit de tuin verplaatsen. Hij heeft daarom de plant hard uit de aarde getrokken. Hij heeft de plant een nieuw plekje in de tuin gegeven, maar bladeren hangen nu toch wat slap. Welk onderdeel van de wortels is bij het uittrekken waarschijnlijk beschadigd?
A
De wortelhaartjes
B
De bastvaten
C
De wortelmutsjes
D
Het vulweefsel
Slide 27 - Quiz
Bij een tomaat die aan het rijpen is verandert de kleur van groen naar rood. Welke verandering heeft er plaats gevonden in de plastiden?
A
chromoplast -> chloroplast
B
chromoplast -> leukoplast
C
chloroplast -> chromoplast
D
chloroplast -> leukoplast
Slide 28 - Quiz
Welke vaten zijn verantwoordelijk voor de anorganische sapstroom?
A
bastvaten
B
houtvaten
Slide 29 - Quiz
Welk deel van het plaatje bestaat uit houtvaten?
A
Q
B
R
C
S
Slide 30 - Quiz
in de zomer is de diameter van de houtvaten
A
groter dan die van de houtvaten in het voorjaar
B
kleiner dan die van de houtvaten in het voorjaar
C
gelijk aan die van de houtvaten in het voorjaar
