Arm en Rijk - Nigeria in de wereldeconomie - 1.4

Arm en rijk H1 Nigeria
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Arm en rijk H1 Nigeria

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Nigeria in de wereldeconomie

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Openingsfoto

Slide 3 - Diapositive

Beschrijving van de openingsfoto

Je ziet op de foto een Pingo.
Dit is een ijslens onder de grond. Doordat de ijsmassa water aantrekt groeit de pingo.

Blablabalbla


Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nigeria heeft veel natuurlijke hulpbronnen. Dit is geen natuurlijke hulpbron van Nigeria
A
Aardolie
B
Goud
C
IJzererts
D
Bauxiet

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen buurland van Nigeria?
A
Namibië
B
Benin
C
Kameroen
D
Niger

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De levensverwachting in Nigeria is:
A
Hoog
B
Laag
C
Gemiddeld

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In het zuiden van Nigeria vindt je een....
A
Tropisch regenwoud klimaat
B
Steppe Klimaat
C
Savanneklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe is de bevolkingsspreiding in Nigeria?
A
Gelijk verdeeld
B
Ongelijk verdeeld

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nigeria: In de Nigeria Delta vinden we aardolie en gaswinning, wie profiteren hiervan?
A
Shell
B
Nigeriaanse overheid
C
Nigeriaanse bevolking
D
Buurlanden

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nigeria is een multicultureel land.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het belangrijkste exportproduct van Nigeria?
A
Cacao
B
Rietsuiker
C
Aardolie
D
Rubber

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nigeria ligt in ......
A
Noord-Afrika
B
Oost-Afrika
C
Zuid-Afrika
D
West-Afrika

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nigeria heeft .....
A
0 tot 20 miljoen inwoners
B
20 tot 100 miljoen inwoners
C
100 tot 200 miljoen inwoners
D
200 miljoen + inwoners

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Nigeria is de levensverwachting niet zo hoog als in veel westerse landen.

Waaraan sterven de meeste mensen in Nigeria?
A
aan armoede-gerelateerde ziekten
B
aan monocultuur
C
aan te weinig beweging
D
aan welvaartsziekten

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nigeria ligt in ...
A
Zuid-Amerika
B
Azië
C
Afrika
D
Europa

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De *artsendichtheid in Nigeria is


A
laag
B
hoog
C
gemiddeld

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de hoofdstad van Nigeria?
A
Lagos
B
Port Harcour
C
Porto Novo
D
Abuja

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nigeria was een kolonie van
A
Nederland
B
Engeland
C
Portugal
D
Spanje

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem de 3 sectoren van werk.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande beroepen hoort niet bij de informele sector
A
Straatverkoper
B
Schoenenpoetser
C
Plasticverzamelaar
D
docent

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
R: begrippen
T1:  Begrijpen wat de positie is van Nigeria op de wereldmarkt.
T2:  weten wat de voordelen en nadelen zijn vrije wereldhandel.
I: Begrijpen hoe de internationale handel de armoede in Nigeria beïnvloedt. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H1: Arm en rijk in Nigeria
§4: Nigeria in de wereldeconomie
Huiswerk
Lezen LB
§4
blz. 13-14
Maken WB
§3: 1 t/m 7

blz. 9-10

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Nigeria in de wereldeconomie
Nigeria is voor vrije wereldhandel -> geen handelsbelemmeringen -> bv geen invoerbelastingen -> maar komt toch veel voor

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Nigeria in de wereldeconomie
Voordelen vrijhandel
  • Probleemloos exporteren -> handelsgewassen bv cacao, palmolie, rubber
  • Goedkoop importeren

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Nigeria in de wereldeconomie
Nadelen vrijhandel
  • Wisselende prijzen -> wet van vraag en aanbod
  • Verdringing van de eigen voedselproductie
  • Voedselvoorziening afhankelijk van import

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Nigeria in de wereldeconomie
Goedkoop voedsel
  • Voedseloverschot -> lage prijs -> dumping
  • Boeren VS en EU hebben grote bedrijven en machines -> meer productie
  • Boeren VS en EU krijgen steun van regering voor investeringen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Nigeria in de wereldeconomie
Andere inkomstenbronnen
  • loon van familie uit buitenland
  • structurele ontwikkelingshulp
  • Buitenlandse bedrijven ->  China -> bouwen havens voor korting op grondstoffen (China heeft zelf weinig grondstoffen)

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H1: Arm en rijk in Nigeria
§4: Nigeria in de wereldeconomie
Hoe beïnvloedt de internationale handel de armoede in Nigera?

Voordelen vrije handel
Nadelen vrije handel
  • Probleemloze export, waardoor er makkelijk omzet gemaakt kan worden
  • Goedkope import van o.a. graan, machines, kleding en medicijnen om de cirkel van armoede te doorbreken
  • Flinke prijsschommelingen op wereldmarkt, waardoor inkomsten worden misgelopen.
  • Veel concurrentie.
  • Overschotten uit het buitenland worden goedkoper aangeboden (=dumping) dan de zelf verbouwde producten, waardoor binnenlandse boeren werkloos raken (=verdringing van de eigen voedselproductie)
  • Handels- ipv voedselgewas. Voedselvoorziening.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN reden om Nigeria als een reus in Afrika te noemen?
A
Nigeria heeft veel natuurlijke hulpbronnen
B
Nigeria is een groot land.
C
In Nigeria bevindt zich de grootste filmindustrie van Afrika
D
Nigeria exporteert veel goederen en eindproducten naar andere landen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de volgende stellingen over rijkdom en armoede in Nigeria.

Welke stelling is NIET juist?
A
Nigeria heeft een voedseltekort: er wordt minder voedsel geproduceerd dan er nodig is.
B
Om de voedselvoorziening te verbeteren, importeert Nigeria voedsel uit andere landen.
C
Ondervoeding is in Nigeria een gevolg van onvoldoende voedselzekerheid.
D
De meeste voedselgewassen die in Nigeria verbouwd worden, zijn bedoeld voor de export.

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin is niet juist?
Ondanks de olie is Nigeria niet rijk omdat...
A
Het geld wordt niet goed verdeeld over de bevolking
B
Het geld gaat voornamelijk naar buitenlandse bedrijven
C
De prijs van olie laag is
D
Er corruptie is in Nigeria

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
R: begrippen
T1:  Begrijpen wat de positie is van Nigeria op de wereldmarkt.
T2:  weten wat de voordelen en nadelen zijn vrije wereldhandel.
I: Begrijpen hoe de internationale handel de armoede in Nigeria beïnvloedt. 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week heb je dit af: 
Paragrafen
Opdrachten
paragraaf 1.1
Paragraaf  1.2 
Paragraaf 1.3
Paragraaf 1.4
Alles
Opdr: 1,2,3,4,5
Opdr: 2,4,6,7
Alles

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het voordeel van handelsbelemmeringen voor Nigeria?
A
Ze kunnen meer producten uit het buitenland kopen.
B
Nigeria mag alleen in eigen land handelen.
C
De Nigeriaanse producten worden beschermd door invoerbelasting
D
Nigeria mag alleen in het buitenland handelen.

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meeste arme boeren in Nigeria verbouwen vooral (1) handelsgewassen / voedselgewassen.
Vaak durven ze niet over te schakelen op commerciële landbouw uit vrees voor de (2) exportsubsidies / importsubsidies van de rijke landen.

Wat hoort bij de cijfers 1 en 2 te staan?
A
1. handelsgewassen, 2. exportsubsidies
B
1. handelsgewassen, 2. importsubsidies
C
1. voedselgewassen, 2. exportsubsidies
D
1. voedselgewassen, 2. importsubsidies.

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is geen nadeel van vrije wereldhandel?
A
veel concurrentie
B
schommelende prijzen
C
vrije export
D
goedkope import

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je overschotten verkopen voor een lage prijs?
A
Uitverkoop
B
Bonus
C
Dumping
D
Goedkoop

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een nadeel van dumping is
A
de bevolking kan de voorraden bijna nooit bereiken
B
de eigen boeren komen hun producten niet meer kwijt en hebben geen inkomsten meer
C
dat de bevolking te veel voedsel krijgt
D
dat de boeren goed kunnen concurreren en meer geld verdienen

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkelingshulp is?
A
Hulp die bij een ramp wordt gegeven.
B
Samenwerking waarbij arme en rijke landen samen werken
C
Geld sturen naar arme landen
D
Hulp van de rijke landen aan de arme landen

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je ontwikkelingshulp bied, ben je een..
A
arm land
B
rijk land

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions