Woordenschat H1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Stillezen (maar dan ook echt stil)

                                    Huiswerk controle (schrift op tafel!)

                                  H1 par. lezen, opdracht 3 t/m 5

H1.                           par. woordenschat, opdracht 1

Deze les:

herhalen theorie over woordraadstrategieen.

 interactieve les (quiz)

Lesdoel: (H1) Je leert de betekenis van een onbekend woord vinden. 

Wat weten jullie nog van de vorige les?

Op welke manier kun je de betekenis van een onbekend woord vinden?

Opdracht 2

Wat is de betekenis van de volgende woorden?

Sleep het juiste woord - betekenis bij elkaar.

over iets praten en proberen het eens te worden

streek

te zien

voortdurend, steeds

voorwerpen, dingen

was bedoeld als

oorzaak

regio

waarneembaar

objecten

diende als

continu

onderhandelen

bron

Sommige mensen lopen....... te zeuren om niks.

1. eventueel
2. in opdracht van
3. continu
4. vermoeden

De groene lijnen op het schoolplein...... grenslijn tussen onderbouw- en bovenbouwplein.

1. in opdracht van
2. vermoeden
3. dienen als
4. door middel van

Ik loop de route in circa een uur.

1. ongeveer
2. precies
3. kilometers
4. snel

Het figuur is asymmetrisch.
Tegenovergestelde voor asymmetrisch.

1. rond
2. aan beide kanten gelijk
3. aan beide kanten ongelijk
4. vierkant

Wat betekent 'het conflict'?

1. de leider
2. het gevolg
3. de strijd
4. de werkwijze

Wat betekent 'kommer en kwel'?

1. helemaal in orde, gezond
2. versiering, iets dat heel erg mooi is
3. hoe je het ook bekijkt
4. een en al ellende

Wat betekent 'frequent'?

1. alleen
2. enorm
3. natuurlijk
4. vaak

Wat betekent 'pracht en praal'?

1. helemaal in orde, gezond
2. versiering, iets dat heel erg mooi is
3. hoe je het ook bekijkt
4. niet goed

Wat betekent 'verontwaardigd'?

1. kwaad
2. natuurlijk
3. huidige
4. vriendschappelijk

Welk ander woord voor 'verzuim' staat in de tekst?

Noteer de juiste vorm van het woord: eventueel.
De ............schade aan je nieuwe fiets kun je opgeven bij de verzekering.

Noteer de juiste vorm van het woord. regio
Vorige week stond mijn overwinning de .......... krant.

Noteer de juiste vorm van het woord.
Onderhandelen
De ministers zijn nog in ........ over de nieuwe loonmaatregel.

Kies steeds het juiste synoniem.

instructie

1. huidige
2. bedoeling
3. tarief
4. uitleg

Kies steeds het juiste synoniem.

aangekomen

1. vertrokken
2. gearriveerd
3. bezig
4. onderweg

Kies steeds het juiste synoniem.

komische

1. grappige
2. huidige
3. saaie
4. vervelende

De Chinese muur diende als verdedigingswal tegen aanvallen van Hunnen, Mongolen en de Mansjoes. Continu vielen deze volken China binnen de noordelijke grenzen. Iedere nieuwe Chinese heerser zat met het dilemma wat tegen deze aanvallen te doen. De heersers stonden voor deze moeilijke keuze, want ze konden zich verdedigen door oorlog voeren, onderhandelen of een muur bouwen. Ze kozen voor een muur, want oorlogen zijn te risicovol.

Wat is volgens de tekst een dilemma?

Lees de zin en beantwoord de vraag.

1. Om het kasteel ligt een groot terrein. Op het perceel staan fruitbomen en een paardenstal.

Hoe helpt de schrijver je om het onderstreepte woord te begrijpen?

Door het geven van.....

1. een omschrijving
2. een synoniem
3. een tegenstelling
4. een voorbeeld

Lees de zin en beantwoord de vraag.

2. Een grensrechter is iemand die de scheidsrechter bij voetbal ondersteunt.

Hoe helpt de schrijver je om het onderstreepte woord te begrijpen?

Door het geven van......

1. een omschrijving
2. een synoniem
3. een tegenstelling
4. voorbeelden

Wat betekent het woorddeel -overschrijdend in de volgende zin?

3. Omdat Carlo grensoverschrijdend gedrag had vertoond, mocht hij niet mee op excursie.

1. wat overgaat
2. wat te ver gaat

Lees de zin.

4. Geef de juiste betekenis van het woord diabetes en de woordraadstrategie die bij de zin past.
Mijn tante lijdt aan diabetes, dat wil zeggen suikerziekte.
betekenis = woordraadstrategie=

Wat wordt bedoeld met ‘de nationale driekleur’ (al. 4)?

1. een vlag met drie kleuren van een land.
2. een wegwijzer met drie verschillende kleuren.
3. het wapen van een land.

Wat heb je geleerd?

Huiswerk

dinsdag 22 september: H1, paragraaf woordenschat, opdracht 6 en 7. blz 27