H2.2 Veranderingen in de stad

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

 De stad verbeteren

Doel

Je weet wat stadsvernieuwing is en waarom het nodig is.

Je weet waardoor het aantal inwoners in de grote steden toeneemt.

Je weet wat achterstandswijken zijn en hoe je de leefbaarheid daar kunt verbeteren.

Je kunt de begrippen: stadsvernieuwing, sloop- en nieuwbouw, renovatie, restauratie, re-urbanisatie, probleemwijk benoemen met een voorbeeld.

Stadsvernieuwing

Door suburbanisatie nam het aantal inwoners van steden af.

Waarom Suburbanisatie?

Stadsvernieuwing

Het kan op twee manieren:

1. Bij sloop en nieuwbouw gaat een woonwijk tegen de vlakte
2. Renovatie is het opknappen van verouderde huizen tot moderne woningen. Dan worden er minder huizen gesloopt.

Een speciale vrom van renovatie is restauratie: herstellen van monumenten of grachtenpanden

Nieuwe woonwijken

Er is weer een lichte groei in de steden.

Dit komt doordat oude bedrijventerreinen opnieuw worden bebouwd met huizen: wonen i.p.v. werken.

Gebruik maken van voorzieningen van de binnenstad.

*Werkgelegenheid!

Re-urbanisatie: het aantal inwoners van een stad neemt weer toe, na een periode van afname

Achterstandswijken

Er zijn helaas nog veel probleemwijken: dan hebben veel inwoners geen werk, een lage opleiding en een laag inkomen.

Overlast van rondhangende jongeren. De leefbaarheid is slecht.

Leefbaarheid: de mate waarin een woonwijk geschikt is om te leven

Probleemwijken

Woonwijken met een slechte leefbaarheid noem je een probleemwijk of een achterstandswijk.

In Nederland wonen bijna 1.000.000 mensen in zo'n wijk.

Verbeteren achterstandswijk:

nieuwe huizen, aanpakken van problemen, aandacht besteden aan veiligheid en criminaliteit bestrijden.

Ook zorgen voor betere voorzieningen.

Verbeteren achterstandswijk:

nieuwe huizen, aanpakken van problemen, aandacht besteden aan veiligheid en criminaliteit bestrijden.

Ook zorgen voor betere voorzieningen.

Jongerenwerkers aanspreekbaar laten zijn.

Huiswerk

Maandag 6 november:

H2.2

Opdr. 1 t/m 9 en 11a