Rekenen. Les 2

Rekenen les 2.
Tekst
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Rekenen les 2.
Tekst

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

200 meter + 1400 meter = .. m of km
2 antwoorden mogelijk
A
1600 m
B
2 km

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke klokken horen bij elkaar? Sleep de digitale klok.
11 : 00
18:00
21:00

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst
hoe spreken jullie deze tijden uit?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke klokken horen bij elkaar? Sleep de digitale klok.
11 : 00
6:00
9:00

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

21;45
A
kwart voor 10
B
kwart voor 9

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maanden
van het jaar?

Slide 7 - Carte mentale

Ophalen voorkennis: 
De leerlingen benoemen de maanden van het jaar. Vul de woorden met de leerling samen in. 

Lesdoel: De leerlingen kunnen aan het einde van de les het aantal dagen van een maand benoemen en deze kennis gebruiken bij het uitrekenen van een datum in de toekomst (over x aantal weken) waarbij je een maand overschrijdt. 

Kerndoel 33De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
Wat hebben we geleerd?

Kijk naar de klok in deze
woonkamer. Hoe laat is het?
A
12 uur
B
1 uur
C
11 uur
D
13 uur

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk naar afbeelding 3.
De linker klok is een ............................klok.
A
Digitale
B
Analoog

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Ik sta op het station en kijk op de klok..
Mijn trein vertrekt om 15:25
Hoe lang duurt het nog voordat de trein vertrekt?
A
1 uur en 25 minuten
B
1 uur en 5 minuten
C
1 uur en 55 minuten
D
1 uur en 30 minuten

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:05 is hetzelfde als?....
A
14:05
B
20:05

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1X2=
2X2=
3X2=
4X2=
5X2=
6X2=
7X2=
8X2=
9X2=
10X2=
20
18
16
14
12
10
6
4
2
8

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1X8=
2X8=
3X8=
4X8=
5X8=
6X8=
7X8=
8X8=
9X8=
10X8=
80
72
64
56
48
40
24
16
8
32

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kilometer
Meter
Centimeter

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1 km lopen = 15 minuten
3 km lopen is 45 minuten
Hoeveel minuten is 4 km lopen?
A
1 uur
B
60 minuten
C
55 minuten

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wilma gaat fietsen.
1 KM is 4 minuten.
Hoeveel kilometer is 16 minuten?
A
4 KM
B
8KM
C
2 KM

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

m of cm?
de lengte van mijn balpen is 12 ...
A
m
B
cm

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6x6=....
3x3=...
A
3x3= 9 6x5= 30
B
3x3=90
C
8x2=16
D
3x3=9 6x6=36

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik vertrek om 21:45 over 3 kwartier ben ik thuis.
Hoe laat is het dan?
A
22:30
B
22:15
C
22:31

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

goed gedaan!

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions