Beeldspraak en stijlfiguren (Taal 2 en 5)
1 / 10
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is synesthesie (in beeldspraak)?
Slide 2 - Question ouverte
Noem voorbeelden van eufemismen
Slide 3 - Carte mentale
Welke vorm van beeldspraak staat in onderstaande zin?
'Heb jij wiskunde al af?'
'Heb jij wiskunde al af?'
Slide 4 - Question ouverte
Welke vorm van beeldspraak staat in onderstaande zin?
'We trotseerden de bittere kou om naar het schoolfeest te gaan.'
'We trotseerden de bittere kou om naar het schoolfeest te gaan.'
Slide 5 - Question ouverte
Welke vorm van beeldspraak staat in onderstaande zin?
'Dat beest hoort in de gevangenis te zitten.'
'Dat beest hoort in de gevangenis te zitten.'
Slide 6 - Question ouverte
Welk stijlfiguur staat in onderstaande zin?
'Niet slecht, hoe je dat doelpunt scoorde.'
'Niet slecht, hoe je dat doelpunt scoorde.'
Slide 7 - Question ouverte
Welke veelvoorkomende vergelijkingen ken je? Bijvoorbeeld: zo sterk als een beer
Slide 8 - Carte mentale
Bedenk een vorm van 'synesthesie' waar het zintuig 'kijken' in voorkomt.
Slide 9 - Question ouverte
Welk stijlfiguur herken je? En wat betekent deze?
'Ik ga even mijn neus poederen, maar ik ben zo terug.'
'Ik ga even mijn neus poederen, maar ik ben zo terug.'
