Herhaling lesstof Erfelijkheid en evolutie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 3

H3 Herhaling

Herhalen

• Kijk het filmpje op de volgende slide
• beantwoord tijdens het filmpje de vragen op het vragenvel dat je gekregen hebt.
• controleer als je klaar bent je antwoorden 
• klaar? maak van bs 3.1 t/m 3.4 de test jezelf online

npo.nl

H3 Herhaling

DNA bestaat uit chromosomen

1. juist
2. onjuist

Welke van de twee kan je in je leven veranderen?

1. Genotype
2. Fenotype

Voorbeelden van ....................

De afbeeldingen op het plaatje zijn voorbeelden van veranderingen aan je.............

Is het genotype gelijk gebleven?

Is het fenotype gelijk gebleven?

Wat is gelijk gebleven?

1. het fenotype is gelijk gebleven
2. het genotype is gelijk gebleven

Hoeveel chromosomen heeft een lichaamscel van de mens

1. 32
2. 23
3. 46
4. 48

Bevat een bevruchte eicel 23 chromosomen?

1. Nee
2. Ja

Zet in de juiste volgorde
van klein naar groot:

1. cel - chromosoom - DNA - gen
2. gen - chromosoom - DNA - cel
3. gen - chromosoom -cel - DNA
4. gen - DNA - chromosoom - cel

Zitten er in een zaadcel altijd dezelfde geslachtschromosomen?

1. ja
2. nee

Zitten er in een eicel altijd dezelfde geslachtschromosomen?

1. ja
2. nee

Hoe noemen we deze mutatie?

Hoe noemen we de mutatie op het plaatje?

Mutagene invloeden

De grondlegger van de evolutietheorie

1. Lamarck
2. De Vink
3. Darwin
4. Beagle

Waarvan spreken we als het gaat om het sterkste dier overleeft?

1. Isolatie
2. Natuurlijke selectie
3. Kunstmatige selectie

Hoe noemen we het als twee populaties van elkaar gescheiden raken door een natuurlijke oorzaak?

1. Isolatie
2. Evolutie
3. Natuurlijke selectie

Uit hoeveel cellen bestond het eerste leven?

1. meerdere cellen
2. een cel
3. 4 cellen

Hoe weten we dat deze dieren in de begintijd al hebben bestaan?

1. doordat het in boeken stond
2. door fossielen
3. doordat mensen dit hebben verteld

Fossielen
Wat is NIET waar?

1. Het zijn versteende overblijfselen van organismen
2. Het zijn afdrukken van organismen in gesteenten
3. Het zijn de harde delen van organismen ( botten)
4. Het zijn levende organismen van vroeger

In de afbeelding zie je een skelet en een versteende afdruk van een zee-egel. Is het skelet een fossiel? En zijn de versteende afdrukken fossielen?

1. alleen het skelet is een fossiel
2. alleen de versteende afdruk is een fossiel.
3. beide zijn fossielen
4. geen van beide zijn fossielen

Is deze pootafdruk van een dino een fossiel?

1. ja
2. nee

Soorten hebben veel verwantschap als de gemeenschappelijke voorouder ver terug leefde.

1. Waar
2. Niet waar

Schutkleur van een dier is een aanpassing aan de leefomgeving

1. Waar
2. Niet waar

een nieuwe soort kan ontstaan door

1. slechte weersomstandigheden
2. isolatie
3. slechte eetgewoonten
4. geen schutkleur

Door isolatie kunnen nieuwe soorten ontstaan.
Wat is isolatie?

1. groepen organismen van dezelfde soort leven samen
2. groepen organismen van verschillende soorten leven samen
3. groepen organismen van dezelfde soort trekken naar elkaar toe
4. groepen organismen van dezelfde soort raken van elkaar gescheiden

Bij evolutie ontstaan nieuwe soorten door variatie en ...?

1. groepering
2. voortplanting
3. natuurlijke selectie
4. vruchtbaarheid

Iemand met de geslachtschromosomen XX is een

1. vrouw
2. man

Soms wordt er een drieling geboren. Drielingen kunnen op verschillende manieren
ontstaan. In de afbeelding hiernaast is een van de mogelijke ontstaanswijzen van een drieling schematisch weergegeven. Kind 3 heeft de geslachtschromosomen XX.

Is uit de geslachtschromosomen van kind 3 met zekerheid af te leiden welk geslacht de andere kinderen hebben?

1. Nee, dat is helemaal niet mogelijk
2. Ja, maar alleen voor kind 1
3. Ja, maar alleen voor kind 2
4. Ja, zowel voor kind 1 als kind 2

Wat zijn rudimentaire organen?
(meerdere antwoorden)

1. Organen die we nog steeds gebruiken
2. Organen die nog steeds aanwezig zijn maar geen functie hebben.
3. Organen die deels verdwenen zijn door evolutie
4. Organen met een specifieke functie

Wat is een voorwaarde voor
natuurlijke selectie?

1. Variatie in eigenschappen
2. Mannelijke en vrouwelijke organismen
3. Recombinatie
4. Mutatie

Wat wordt er bedoeld met natuurlijke selectie?

1. De best aangepaste organismen worden het oudst
2. Als je te weinig sport ga je dood.
3. De sterkste organismen overleven.
4. De best aangepaste organismen krijgen de meeste jongen.

Wat is af te lezen uit een stamboom?

1. De tijd sinds het ontstaan van de aarde.
2. In welke klasse je een organisme kunt plaatsen.
3. Uit welke voorouders bepaalde organismen zich hebben ontwikkeld.

Wie zijn mannen in deze stamboom?

1. Alle personen weergegeven met een vierkant
2. Alle personen weergegeven met een rondje

Wat is het genotype van
nummer 7 in de stamboom?

1. AA
2. Aa
3. aa

Hoeveel generaties zijn afgebeeld in deze stamboom?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4