- heb je kennis gemaakt met de historie van verwarming.
- kan je uitleggen wat BENG is.
- kan je uitleggen wat lokale- en centrale verwarming is
- heb je kennis gemaakt met de de achterliggende theorie hoe een verwarmings systeem "berekend" wordt.
bonus: je kan de formule P = qv x ρ x c x ΔT toepassen
Slide 2 - Diapositive
doel van verwarmen
De bedoeling van een “verwarming” is om met behulp van een verwarmingsinstallatie het binnenklimaat van een woning of ander gebouw behaaglijk te houden.
maar wat is nu eigenlijk Behaaglijk?
Slide 3 - Diapositive
Historie
- Hout(kachel)
- Kolen
- Olie
- (aard) Gas
- Warmtepomp
Slide 4 - Diapositive
Energiezuinig
Slide 5 - Diapositive
BENG
Bijna Energie Neutrale Gebouwen
Het Bouwbesluit eist energiezuinigheid van nieuwe gebouwen,
Sinds 1 januari 2021 gelden er nieuwe energieprestatie-eisen voor nieuwbouw,
doel: terugdringen de CO2-uitstoot van nieuwe gebouwen
Slide 6 - Diapositive
BENG vs warmteverliesberekening
BENG geeft het energieverbruik van een woning aan in een Prestatie coëfficiënt.
Warmteverliesberekening geeft aan hoeveel het te installeren vermogen per vertrek en het totale gebouw moet zijn.
Slide 7 - Diapositive
Hoe gaan we verwarmen?
Belangrijkste bron voor opwekking van warmte is in Nederland nog steeds aardgas.
Het verbrande aardgas geeft zijn warmte af via
lokale of centrale verwarming
Slide 8 - Diapositive
Hoe gaan we verwarmen
Lokale verwarming:
Gashaard, gevelkachel, luchtverwarmer (heater)
(Warmte transport via convectie en straling)
Centrale verwarming:
CV ketel, warmtepomp, luchtverwarming
(Warmte transport via water of lucht naar ruimtes)
Slide 9 - Diapositive
warmte transport via water / lucht?
De hoeveelheid energie die water of lucht kan transporteren wordt bepaald door de soortelijke warmte (c)
Cwater = 4,2 KJ/(Kg.K)
Clucht = 1 KJ/(Kg.K)
Conclusie?
Slide 10 - Diapositive
warmte transport via water / lucht?
De hoeveelheid energie die water of lucht kan transporteren wordt bepaald door de soortelijke warmte (c)
Cwater = 4,2 KJ/(Kg.K)
Clucht = 1 KJ/(Kg.K)
Conclusie: Water kan ruim 4x zo veel warmte transporteren per kg
Slide 11 - Diapositive
formule voor vermogen (Power)
P = qvx ρ x c x ΔT
P = vermogen - Kw of Kj/s
qv = volumestroom - dm3/sec
ρ = soortelijke massa - kg / dm3
c = soortelijke warmte - kj / kg*k
ΔT = temperatuur verschil - K
Slide 12 - Diapositive
P = qv x ρ x c x ΔT
Voorbeeld: Voor het verwarmen van een ruimte is 2000 watt nodig, de CV ketel heeft een aanvoer temperatuur van 90 en een retour temperatuur van 70, hoeveel “water” is hiervoor nodig ?
Cwater = 4,2 KJ/(Kg.K) ρ water = 1 kg/dm³
P = 2000 watt = 2 Kw = 2 KJ/s ΔT = 90 – 70 = 20 K
qv = ?
Slide 13 - Diapositive
P = qv x ρ x c x ΔT
Cwater = 4,2 KJ/(Kg.K) ρ water = 1 kg/dm³
P = 2000 watt = 2 Kw = 2 KJ/s ΔT = 90 – 70 = 20K
2 KJ/s = qv x 1 kg/dm³ x 4,2 KJ/(Kg.K) x 20 K
qv = 2 KJ/s : 1 kg/dm³ x 4,2 KJ/(Kg.K) x 20 K
qv = 2 : 84 = 0,0238 dm³/s
Slide 14 - Diapositive
Welke diameter buis?
Als de juiste hoeveelheid water bekend is, kan aan de hand hiervan de juiste leidingdiameter bepaald worden, rekening houdend met drukverlies en stroomsnelheid.
Wij hadden berekend 0,0238 dm³/s
Slide 15 - Diapositive
welke diameter buis?
Hoe kleiner de diameter:
• hoe hoger de stroomsnelheid;
• hoe hoger de weerstand en
• hoe meer geluid.
Daar tegenover staat: hoe groter de diameter hoe duurder de buis.
De maximale snelheid van cv-water door buizen is 0,5 m/s om geluidsoverlast te voorkomen.
Slide 16 - Diapositive
conclusie
stap 1: hoeveel warmte is er nodig? (warmteverliesberekening)
stap 2: hoe gaan we verwarmen? (lokaal, centraal, water, lucht)
stap 3: wat voor verwarmingslichamen? (radiatoren, convectoren, vloerverw.)