Woordenschat oefening PTA p3 mavo 3

Woordenschat oefening 
PTA p3 mavo 3
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat oefening 
PTA p3 mavo 3

Slide 1 - Diapositive

Dat is het hele eieren eten.
A
zo simpel is het
B
zo krijg je de voorraad wel op
C
je moet wel heel voorzichtig doen

Slide 2 - Quiz

Kitch
A
Braaksel
B
Kleine keuken
C
Geen echte kunst / waardeloze rommel

Slide 3 - Quiz

Vele wegen leiden naar Rome.
A
Naar een verre plaats gaan.
B
Er zijn meer manieren om iets te bereiken.
C
Als favoriete vakantiestad Rome hebben.

Slide 4 - Quiz

Iets door de vingers zien
A
Niet loepzuiver zien.
B
Met een verrekijker bekijken.
C
Iets niet bestraffen.

Slide 5 - Quiz

Noteer de betekenis van (zoals in de woordenlijst):
'naar mijn smaak'

Slide 6 - Question ouverte

Geef twee betekenissen van het woord 'kater' (homoniem)

Slide 7 - Question ouverte

Geef twee betekenissen van het woord 'plassen' (homoniem)

Slide 8 - Question ouverte

Noteer de betekenis van (zoals in de woordenlijst geleerd):
'bij voorkeur'

Slide 9 - Question ouverte

Noteer de betekenis van (zoals in de woordenlijst geleerd):
'huidig'

Slide 10 - Question ouverte

Het gras is altijd groener bij de buren.
A
Bij een ander lijkt alles altijd beter te zijn.
B
De buren zorgen heel goed voor de tuin.
C
Ik heb geen 'groene vingers'!

Slide 11 - Quiz

Het is niet alles goud wat er blinkt.
A
Ook lelijke dingen kunnen best goed zijn.
B
Het zicht wordt niet gehinderd.
C
Niet alles is zo mooi als het er eerst uitziet.

Slide 12 - Quiz

Noteer de betekenis van (zoals in de woordenlijst geleerd):
'weelderig'

Slide 13 - Question ouverte

Noteer de betekenis van (zoals in de woordenlijst geleerd):
'kampen met'

Slide 14 - Question ouverte

Noteer de betekenis van (zoals in de woordenlijst geleerd):
'intens'

Slide 15 - Question ouverte

Noteer de betekenis van (zoals in de woordenlijst geleerd):
'beperking'

Slide 16 - Question ouverte

Kies twee betekenissen voor:
'verbouwen'
A
anders bouwen
B
in elkaar slaan
C
op de akker laten slaan

Slide 17 - Quiz

Kies twee betekenissen voor:
'kolonie'
A
groep bij elkaar levende dieren
B
nieuwe woonplaats in vreemd gebied
C
uit 'Köln' afkomstig

Slide 18 - Quiz