Taal thema 3 les 5

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Taal

Thema 3 les 5

Lachen zonder je mond open te doen en geluid te maken.

1. het valt vies tegen
2. de wandeltocht
3. glimlachen
4. schateren

Als je niet meer zenuwachtig of bang bent.

1. opgelucht
2. het uitgieren
3. benauwd
4. schateren

Een georganiseerde wandeling.

1. de wandeltocht
2. het uitroepteken
3. hoewel
4. benauwd

Precies op een bepaalde tijd.

1. het uitroepteken
2. het geheime wapen
3. klokslag
4. het valt vies tegen

Hard en vrolijk lachen.

1. afslaan
2. hoewel
3. schateren
4. de wandeltocht

Regelen, zorgen dat iets gebeurt.

1. het geheime wapen
2. het uitgieren
3. organiseren
4. het uitroepteken

Dit woord geeft een tegenstelling aan: ... het regende, ging de wedstrijd door.

1. hoewel
2. de wandeltocht
3. benauwd
4. het geheime wapen

Heel hard lachen met veel lawaai.

1. het valt vies tegen
2. schateren
3. het uitgieren
4. opgelucht

Iets is veel minder leuk of mooi dan je had verwacht.

1. schateren
2. benauwd
3. het valt vies tegen
4. opgelucht

Een andere richting nemen.

1. afslaan
2. organiseren
3. klokslag
4. hoewel

Een ding waarmee je een probleem kunt oplossen, je gebruikt het onverwacht.

1. het uitroepteken
2. schateren
3. het geheime wapen
4. klokslag

Een ... is een leesteken, net als een vraagteken en een punt. Een ... schrijf je zo: !

1. het uitroepteken
2. acuut
3. het geheime wapen
4. organiseren

Direct, onmiddellijk.

1. afslaan
2. het uitgieren
3. schateren
4. acuut

Angstig.

1. benauwd
2. het geheime wapen
3. organiseren
4. het valt vies tegen

Wanneer voelde jij je benauwd?

Een bevelzin...

(meerdere antwoorden goed)

1. zegt wat je moet doen.
2. begint met een werkwoord.
3. heeft geen wie-deel.
4. eindigt met een uitroeptekenen.

Wil je me nootjes geven?

Wil je me aaien?

Bedenk zelf een bevelzin.

Hoe ging deze les?

😒🙁😐🙂😃