Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Unit 4 - Inventions
writingskills
Slide 1 - Diapositive
Les 1: - Groepjes maken van 2 personen
- Ideeen opdoen en/of onderzoek doen
- Uitvinding bedenken / schetsen maken
Les 2: Oefenen schrijfvaardigheid
Les 3&4: 19- 20 januari Poster afmaken Inleveren vridag 21 januari op Onedrive
Toetsweek: Schrijftoets 40m
PLANNING Project
Slide 2 - Diapositive
Writing an email
Na deze les weet je...
... wat het is
... hoe je begint
... waar je op let
... hoe je afsluit
Slide 3 - Diapositive
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
Het uiteindelijke cijfer telt 1 keer mee.
Een deel van het cijfer bestaat uit het zelfstandig schrijven van de e-mail tijdens de les en een deel bestaat uit het maken van een poster in tweetallen over jullie uitvinding.
ASSIGNMENT:
Slide 4 - Diapositive
What is your group inventing?
Slide 5 - Carte mentale
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
You recently saw an advertisement of a contest for ‘Young Inventors’ on Instagram. You think you have a good chance of winning the contest with your new invention, so you decide to write an e-mail in which you sign up and tell everything the judges need to know about your invention and why you will be the perfect candidate for this.
ASSIGNMENT:
Slide 6 - Diapositive
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
- You are allowed to use a dictionary (woordenboek);
- You must use 150-250 words;
- You must use a proper structure as well.
Make sure you include all of the following points in your e-mail: Who are you? What is your invention? How does it work? Why are you going to be a good candidate?
ASSIGNMENT:
Slide 7 - Diapositive
E-mail
Langere berichten
Duidelijke structuur
Formeel en informeel
Geen sms-taal
Niet altijd een reactie
Je denkt meer na over inhoud
Komt goed over
Bedrijven en organisaties
IM
Korte berichtjes
Meteen zeggen wat je wilt
Informeel
Afkortingen en sms-taal
Vaak een reactie
Vaak even snel reageren
Kan slordig overkomen
Vrienden en familie
Slide 8 - Diapositive
Bij "To" schrijf je het email adres van de persoon die de mail moet ontvangen
Slide 9 - Diapositive
Bij "Subject" schrijf je waar de email over gaat.
Keep It Short and Simple (KISS)
Slide 10 - Diapositive
Deze aanhef wordt gebruikt:
Bij formele emails
Als je de naam niet weet.
Alternatieven zijn "greetings (informeel)", "Dear Sir or Madam (formeel)"
Gebruik voor bedrijven en organisaties. Meestal niet voor personen.
Bijvoorbeeld: als je een klacht stuurt over een bedrijf.
Deze aanhef wordt gebruikt:
Bij formele emails.
Als je de naam weet.
Als je iemand persoonlijk aanspreekt (je krijgt meestal een reactie terug)
Bijvoorbeeld: je stuurt een email naar een bedrijf of school en wilt graag een reactie van de persoon.
Deze aanhef wordt gebruikt:
Bij informele emails
Als je elkaar al vaak mailt en de naam niet nodig is, of als je meerdere vrienden tegelijk een mailtje stuurt (en dus niet iedereen opnoemt)
Gebruik voor vrienden die je goed kent.
Bijvoorbeeld: als je (meerdere) vrienden tegelijk uit wilt nodigen voor een feestje
Deze aanhef wordt gebruikt:
Bij formele emails
Voor collega's
Let op: Vaak wordt dit als tè formeel ervaren.
Bijvoorbeeld: Je wilt een melding doen bij een leidinggevende.
Deze aanhef wordt gebruikt:
Bij formele emails
Voor eigenlijk alle situaties
Let op: zonder naam is het erg formeel, met naam wordt meer gewaardeerd.
Bijvoorbeeld: Je wilt een melding doen bij een leidinggevende en hoopt antwoord terug te krijgen.
Deze aanhef wordt gebruikt:
Bij informele emails
Als je iemand bij de voornaam kunt noemen
Let op: alleen als je de persoon goed kent en normaal ook bij de voornaam/ nickname kunt aanspreken
Bijvoorbeeld: Je schrijft een email naar een vriend om bijvoorbeeld een recept uit te wisselen.
Deze aanhef wordt gebruikt:
Bij formele emails
Als je de functie weet, maar de naam niet. Of dat er meerdere personen dezelfde functie hebben en het niet uitmaakt wie de mail behandeld.
Bijvoorbeeld: Je hebt een vraag aan een servicemedewerker, maar je weet niet wie jouw vraag gaat beantwoorden.
Klik op de + voor meer informatie over de aanhef
Slide 11 - Diapositive
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
Slide 12 - Diapositive
Waar op te letten?
Begin altijd met een begroeting (aanhef)
Gebruik geen "Hey!" tenzij je de persoon echt heel goed kent of dezelfde functie hebt. Formeel = formeel, informeel = informeel.
Let op de tijd (geen "goodmorning" schrijven naar America als het daar avond is...). Wanneer leest de ontvanger jouw mail? Misschien wel de volgende dag...
Slide 13 - Diapositive
Na de aanhef komt een komma.
Schrijf iemands (achter)naam goed... Controleer dit altijd.
Begin met de reden waarom je iemand een mail stuurt.
Keep It Short and Simple (KISS). Bij huiswerk en op school kun je oefenen en krijg je feedback. In de praktijk en op de toets wordt je beoordeeld. Neem geen risico, hou het simpel.
Schrijf het zo op dat je zeker weet dat het goed is. Weet je het niet zeker? Dan pas probeer je het. Kortom: proberen doe je bij huiswerk, op de toets moet je het kunnen en doen.
Slide 14 - Diapositive
Claire Smith werkt als onderwijzeres. Hoe begroet je haar als je een mail schrijft?
A
Dear Claire,
B
Dear Ms. Smith,
C
Dear Miss,
D
Dear Sir/Madam,
Slide 15 - Quiz
Naar mijn mening
A
After my opinion
B
In my opinion
C
To my opinion
D
At my opinion
Slide 16 - Quiz
Je komt uit Nederland
A
You are from Netherlands
B
You are Dutch
Slide 17 - Quiz
Ik zit op Krimpenerwaard College
A
I sit onto Krimpenerwaard College
B
I go to Krimpenerwaard College
C
I go at Krimpenerwaard College
D
I sit at Krimpenerwaard College
Slide 18 - Quiz
Heb je nog vragen?
A
Do you any questions?
B
Do you have some questions?
Slide 19 - Quiz
Ik ben een jongen en ik ben 16
A
I'm a 16 - years-old boy
B
I'm a 16 year old boy
C
I am a sixteen year old boy
Slide 20 - Quiz
Hoe vertaal je 'met vriendelijke groeten'
A
Greetings
B
with friendly greetings
C
Kind regards
D
Greetz
Slide 21 - Quiz
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
STRUCTURE:
Verhaal van jouw e-mail:
Schrijf de aangegeven onderdelen uit in miniaal 3 alinea's en gebruik daar tussen wit-regels.
Alinea 1: Inleiding / Wie ben je / Waarom mail je?
Alinea 2: Uitleg / Overtuiging
Alinea 3: Afsluiting
Slide 22 - Diapositive
Writing practice
You are going practice:
write an email of 100 words about one of the following topics:
Your favourite youtube channel
Your favourite singer
Explain why it is the best!
timer
10:00
Slide 23 - Diapositive
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
Slide 24 - Diapositive
VOORBEELDEN
Slide 25 - Diapositive
VOORBEELDEN
Slide 26 - Diapositive
VOORBEELDEN
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
UITVINDINGEN
Slide 29 - Diapositive
UITVINDINGEN
Slide 30 - Diapositive
UITVINDINGEN
Slide 31 - Diapositive
UITVINDINGEN
Slide 32 - Diapositive
Les 1: - Groepjes maken van 2 personen
- Ideeen opdoen en/of onderzoek doen
- Uitvinding bedenken / schetsen maken
Les 2: Oefenen schrijfvaardigheid
Les 3&4:31 march en 1 April Poster afmaken
Les 5: 6 apr. Oefenen schrijfvaardigheid / poster inleveren