Hoofdstuk 3 Het grootboek bijhouden

• Economie
• MBO
• Studiejaar 1

Wat weet je over grootboek?

Grootboek bijhouden 

Grootboekrekening 

Tijdens de vorige les werd na elk financieel feit een nieuwe balans opgesteld. In de praktijk gebeurt dat niet.

Voor elke balanspost wordt op aparte kaarten bijgehouden wat er verandert als gevolg van een financieel feit.

Zo’n kaart heet een grootboekrekening en alle kaarten bij elkaar heet het grootboek.

Aan het eind van de boekingsperiode wordt voor elke grootboekrekening het nieuwe saldo bepaald. Deze bedragen worden vervolgens in de nieuwe balans overgenomen.

Waarom gebruik je het grootboek?

1. Scheelt tijd bij het inboeken
2. Overzichtelijk
3. Dit is een wettelijke verplichting
4. Alle antwoorden zijn juist

Grootboekrekeningen zijn

1. bankrekeningen
2. berekeningen
3. balansposten
4. spaarsaldo's

Boekingsregels 

00:20

Hoe noemen we de balansrekeningen vanaf nu?

1. rekeningen
2. balansrekeningen
3. grootboekrekeningen
4. rekeningen van bezit

02:13

Wat is de juiste boekingsregel
voor Schuld en EV ?

1. S/EV + D en S/ EV - C
2. S/EV - D en S/EV - C
3. S/EV + D en S/EV + D
4. S/EV - D en S/EV + C

02:13

Rekening van bezit 

Rekening van schuld 

Rekening eigen vermogen

wordt groter of onstaat 

wordt kleiner of verdwijnt 

Het bedrag in de debetkolom opschrijven (debiteren)

Het bedrag in de creditkolom opschrijven (crediteren)

       B

      S

     EV

     -

     +

        D

       C

Grootboek openen en bijwerken

Alle grootboekenrekeningen bij elkaar noem je

1. Het grootboek
2. de balans
3. de financiële feiten
4. boekingen

Wat is het verschil tussen bezit en schuld/eigen vermogen

De rekening van crediteuren wordt tijdens het open van een grootboek...

1. gecrediteerd
2. gedebiteerd

De rekening van voorraad wordt tijdens het open van een grootboek...

1. gecrediteerd
2. gedebiteerd

De rekening van eigen vermogen wordt tijdens het open van een grootboek...

1. gecrediteerd
2. gedebiteerd

Het boeken van financiële feiten in grootboekrekeningen 

Stappenplan voor het boeken van financiële feiten

Stap 1 Welke grootboekrekening(en) verandert (veranderen).
Stap 2 Is het een rekening van bezit, schuld of eigen vermogen?
Stap 3 Neemt de rekening toe- of af?
Stap 4 Bepaal of de rekening moet worden gedebiteerd of moet worden
gecrediteerd en voor welk bedrag. Gebruik de boekingsregels.

1. Juist
2. Onjuist

01:19

Wat voor financieel feit is dit?

1. Inkoop
2. Verkoop
3. Betaling
4. Ontvangst

01:31

Sleep alle goede rekeningen in het gele veld

Welke rekeningen veranderen er bij een contante verkoop?

Voorraad

Crediteur

Debiteur

Eigen vermogen

Opbrengst verkopen

Bank

Kas

Inkoopwaarde verkopen

03:36

Contante

VERKOOP

Kas

Opbrengst verkopen

Voorraad goederen

Inkoopwaarde verkopen

B / S/ HEV

+ of -

D of C

Bezit

HEV

 -

 D

HEV

C

Bezit

 D

 -

 C

 +

 +

De proefbalans 

wat is een proefbalans

Van welke maak je gebruik tijdens het opstellen van je proefbalans?

1. Balans
2. Grootboekrekeningen
3. Financiële feiten
4. Facturen

Opdrachten maken 

 Opdrachten:

Routine opgave 6

WB: Blz.: 74 t/m 77 

Kennisvragen Quiz

00:16

Wat verander er......

1. Balans
2. Boekhouden

00:35

Na elke financiële feit een .....

1. nieuwe
2. oude
3. zuivere
4. heldere

01:40

Financiële feiten op...…

1. Grootboekrekeningen
2. Balans
3. Winst en verliesrekening
4. Proefbalans

02:23

Alle grootboekrekeningen samen noem het...

1. Rekeningen
2. Boekhouden
3. Financiële feiten
4. Grootboek

03:06

Wat moet er staan...

1. debet, credit
2. links, rechts
3. rechts, links
4. credit, debet

04:01

Welke vorm moet het zijn?

06:33

Welke ...... veranderen er?

1. Balans
2. Grootboekrekeningen
3. Crediteuren
4. Financiële feiten

06:58

Rekening van....
Schrijf ze allemaal op

07:27

Wordt het bezit, eigenvermogen en schuld ..... of.....

1. debet of credit
2. groter of kleiner
3. crediteuren of debiteuren
4. links of rechts

08:16

Moet je de rekening .... of....?

1. groter maken of kleiner maken
2. geen idee
3. op balans zetten of aflezen van je facturen
4. debiteren of crediteren

11:35

B + ?

1. D (debet)
2. C (credit)

12:18

B - ?

1. D (debet)
2. C (credit)

13:10

S/EV + ?

1. D (debet)
2. C (credit)

13:34

S/EV debiteer je als..

1. groter +
2. kleiner -

Einde