3. Voeding leerling

Welkom vandaag 
Planning vandaag
  • Vragen?
  • Planning overzicht
  • Verder met voeding: Theorie
  • Snelheid uitleg en veel rekenen
  • Werken aan de poster
  • Huiswerk
Neem plaats  
Nodig je schrift en een pen

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom vandaag 
Planning vandaag
  • Vragen?
  • Planning overzicht
  • Verder met voeding: Theorie
  • Snelheid uitleg en veel rekenen
  • Werken aan de poster
  • Huiswerk
Neem plaats  
Nodig je schrift en een pen

Slide 1 - Diapositive

Practicum
  1. Oplosbaarheid in water
  2. Indicatoren: stoffen waarmee een andere stof kan worden aangetoond
  3. Chemische reactie(s)

Slide 2 - Diapositive

(Water) oplosbaarheid 
Thee is een heldere oplossing
Een suspensie is een troebel mengsel van een vaste stof in een vloeistof.
Helder: thee                               Troebel:  sinaasappelsap, verf, melk

Slide 3 - Diapositive

Indicatoren

Slide 4 - Diapositive

pH of zuurgraad

Slide 5 - Diapositive

Endotherme en exotherme reactie
Endotherme reactie: energie nodig. Het kost energie om de reactie op gang te houden
Voorbeeld, ijsblokjes in frisdrank. De frisdrank wordt koud, geeft energie af, deze wordt opgenomen door ijsblokjes die smelten.
Het wordt koud.

Exotherme reactie: als het eenmaal draait geen extra energie nodig. Branden hout, kernsplijting van uranium
Vaak ontstaat warmte

Slide 6 - Diapositive

Chemische reactie
Krijtpoeder met azijn levert gasbelletjes op

Slide 7 - Diapositive

Voedingsmiddelen en vertering

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen voedingsstoffen
Je leert
  • wat het verschil is tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  • de zes voedingsstoffen 
  • welke functies de verschillende voedingsstoffen hebben
  • in afbeeldingen de verschillende organen herkennen die betrokken zijn bij de vertering
  • de algemene functie van het spijsverteringstelsel

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn de belangrijke voedingsstoffen?
1
2
3
4
5
6

Noteer ze in je schrift. je hebt een minuut
of wat, daarna klassikaal bespreken

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn de belangrijke voedingsstoffen?
1 Koolhydraten (zetmeel en suikers)
2 Vetten
3 Eiwitten
4 Water
5 Mineralen
6 Vitamines

Noteer ze in je schrift. je hebt een minuut
of wat, daarna klassikaal bespreken

Slide 11 - Diapositive

Voedingsstoffen en voedingsmiddelen
Voedingsstoffen zijn hele kleine stukjes uit ons voedsel wat ons lichaam voor verschillende doeleinden gebruikt.
Ze zitten in voedingsmiddelen, die je hier rechts ziet.

Slide 12 - Diapositive

Vier groepen voedingsstoffen
Er zijn vier hoofdgroepen voedingsstoffen.

  1. Bouwstoffen
  2. Brandstoffen
  3. Reservestoffen
  4. Beschermende stoffen. 

Slide 13 - Diapositive

Bouwstoffen en Brandstoffen
Bouwstoffen zorgen voor groei, herstel en ontwikkeling.
sporters en bodybuilders gebruiken dit veel om meer spieren te krijgen. Of pubers in de groei!

Brandstoffen gebruik je om energie van te krijgen. Jouw lichaam verbrandt deze stoffen zodat je kunt bewegen of leren.

Slide 14 - Diapositive

Reservestoffen en beschermende stoffen
Reservestoffen worden opgeslagen in jouw lichaam totdat deze het nodig heeft. 

Beschermende stoffen zorgen ervoor dat je lichaam gezond blijft. 

Slide 15 - Diapositive

Eiwitten
Eiwitten dienen als bouwstoffen en brandstoffen. 

Ze zitten veel in vlees, vleesvervangers en eieren.

Slide 16 - Diapositive

Koolhydraten
Koolhydraten dienen als brandstof, maar worden soms gebruikt als bouwstof of reservestof.

Slide 17 - Diapositive

Vetten
Vetten zijn een hele goede brandstof, maar worden snel opgeslagen als reservestoffen.

Slide 18 - Diapositive

Water
Water is de belangrijkste bouwstof voor het lichaam en water speelt een belangrijke rol bij het vervoeren van andere stoffen in het lichaam.

Slide 19 - Diapositive

Mineralen
Mineralen in ons lichaam zijn vooral bouwstoffen en beschermende stoffen. Het zijn zouten, bijvoorbeeld Calcium (voor je botten) of Natrium.

Slide 20 - Diapositive

Vitaminen
Vitaminen zijn de belangrijkste beschermende stoffen. 
Er zijn er erg veel en zorgen dus dat je gezond blijft.

Slide 21 - Diapositive

Route
• Mondholte 
• Slokdarm 
• Maag 
• 12-vingerige darm 
• Dunne darm 
• Dikke darm
• Endeldarm

Slide 22 - Diapositive

Verteren van eten








  


  • Mondholte
    zetmeel 
     
  • Maag zuur: 
    dood bacteriën 
    vertering eiwitten
     
  • 12 vingerige darm verdere vertering 
     met gal

  • dunne darm
    kleine moleculen in bloed 
gal gemaakt door de lever wordt opgeslagen in de galblaas
  • Lever maakt gal
    Opgeslagen in galblaas


  • Gal geen verteringssap maar hulpstof






Slide 23 - Diapositive

Bouwstoffen worden gebruikt om...

Slide 24 - Question ouverte

Suiker en zetmeel zijn een voorbeeld van
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 25 - Quiz

Waar of niet waar?
Gal wordt gemaakt in de galblaas
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Een overschot aan reservestoffen zorgt ervoor dat je...
A
Dikker wordt
B
Dunner wordt

Slide 27 - Quiz

Druiven zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 28 - Quiz

Gal is geen verteringssap
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Welke van de volgende voedingsstoffen zijn een voorbeeld van beschermende stoffen?
A
Mineralen
B
Koolhydraten
C
Vitaminen
D
Eiwitten

Slide 30 - Quiz

Welke van de volgende voedingsstoffen zijn een voorbeeld van bouwstoffen?
A
Mineralen
B
Water
C
Vitaminen
D
Eiwitten

Slide 31 - Quiz

Welke voedingsstof zorgt ook voor het vervoer van andere stoffen door het lichaam?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vitaminen
D
Water

Slide 32 - Quiz

Snelheid

Slide 33 - Diapositive

Leerdoelen 
  • Je kunt snelheden omrekenen van m/s naar km/h (en andersom)

  • Je kan rekenen met de volgende formule: V = s : t 

  • Je kan verschillende eenheden naar elkaar omrekenen 

Slide 34 - Diapositive

afstand = snelheid x tijd
snelheid = afstand : tijd
tijd = afstand : snelheid

Slide 35 - Diapositive

Snelheid
  • De afstand die in je in een bepaalde tijd aflegt.

  • De snelheid kan je berekenen in meter per seconde (m/s) of kilometer per uur (km/h)

Slide 36 - Diapositive

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren! Samen bovenstaande tabel aanvullen
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
afstand
s
gemiddelde snelheid
Vgem

Slide 37 - Diapositive

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
Uren (h) / seconden
t = s : V
afstand
s
Km / meter
s = V x t
gemiddelde snelheid
Vgem
Km/h of m/s
V = s : t

Slide 38 - Diapositive

Voorbeeld 1
 Je fietst 10 km en doet hier 0,4 uur over. Bereken de snelheid in km/h

  •  Gegeven: Afstand (s) = 10 km & tijd (t) = 0,4 uur (km en uren horen bij elkaar)
  •  Gevraagd: V
  •  Formule: V = Afstand (s)/tijd (t)
  •  Berekening: V = 10 /0,4 = 25
  •  Antwoord: V = 25 km/h
Want de eenheden waren km en uur, dus km/h

Slide 39 - Diapositive

Voorbeeld 2
 Je schaatst 400 m en doet hier 33.3 s over. Bereken de snelheid

  •  Gegeven: Afstand (s) = 400 m & tijd (t) = 33.3 s 
  •  Gevraagd: V
  •  Formule: V = Afstand (s) : tijd (t)
  •  Berekening: V= 400/33.3 = 12.01
  •  Antwoord: V= 12.01 m/s

Slide 40 - Diapositive

Snelheid
- De eenheid van snelheid is in Km/u of m/s
- De afkorting van snelheid is v (velocity)

Slide 41 - Diapositive

Opgave Sven Kramer reed tijdens de WK in Moskou de volgende tijden
afstand
(m)
tijd
gem snelheid m/s
gem snelheid km/h
500
36.70 s
1500
1.47 min
5000
6.14 min
10 000
13.08 min

Slide 42 - Diapositive

opgave 
- Koen loopt 2.4 km in 12 minuten. Bereken de snelheid in m/s en km/h
  •  Gegeven: Tijd (t) = 12 minuten & Afstand (S) = 2.4 km
  •  Gevraagd: snelheid(m/s en km/h)
  •  Formule: 

  •  Berekening: 2.4 km= 2400 m
  • Berekening: 12 minuten = 12*60=720 s
  • Berekening 12 minuten = 12/60= 0.2 h
  • Antwoord: V (m/s) = 2400 / 720 = 3.33 m/s
  • Antwoord: V (km/h) = 2.4 / 0.2 = 12 km/h


V=tS

Slide 43 - Diapositive

aan de slag
met je poster

of met oefenopdrachten rekenen met snelheid

Slide 44 - Diapositive

Maak een digitale poster
Beschrijf de weg van 'mond tot kont' die de door jou gekozen lunch aflegt.
De informatie verwerk je in een digitale poster. 

Bepaal welke bruikbare voedingsstoffen het lichaam uit de door jou gekozen voedingsmiddelen kan halen en hoe en waar deze worden afgebroken en opgenomen.


Zie ItsLearning

Slide 45 - Diapositive

Eisen aan de poster
  • Je leerdoelen biologie moeten herkenbaar zijn in de poster
  • Gebruik/maak duidelijke afbeeldingen
  • Benoem welke voedingsstoffen er in je lunch zitten en waar je lichaam deze voor gebruikt. 
  • Verwerk hierbij de ‘tabel voedingsstoffen’ in de poster, deze is te vinden bij de bronnen.
  • Geef informatie over de volgende verteringsorganen:
  • mondholte, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm, endeldarm
  • Benoem wat de lever en de alvleesklier met de spijsvertering te maken hebben 
Zie ItsLearning

Slide 46 - Diapositive

Huiswerk
Lezen, leren en oefenen stofeigenschappen en voedingsstoffen

Werken aan opdracht van mond tot kont

Slide 47 - Diapositive