3.3 Volgorde van berekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welke waarde heeft het cijfer 2 in het getal 102678

1. 2
2. 200
3. 2000
4. 20000

Schrijf in woorden hoe je het volgende getal uitspreekt:
1023025

+

-

x

:

som

verschil

product

quotiënt

Doel van deze les: 

Bekijk het filmpje Volgorde bij berekenen 

Wat moet je als eerste uitrekenen?
3 x 4 + 2 =

1. 4 + 2
2. 3 x 4

Wat moet je als eerste uitrekenen?
3 + 4 x 2 =

1. 3 + 4
2. 4 x 2

Wat moet je als eerste uitrekenen?
3 x (4 + 2) =

1. 4 + 2
2. 3 x 4

Wat moet je als eerste uitrekenen?
(3 + 4) x 2 =

1. 3 + 4
2. 4 x 2

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 : 2 + 3 =

1. 10 : 2
2. 2 + 3

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 : (2 +3) =

1. 10 : 2
2. 2 + 3

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 : 5 x 2

1. 10 : 5
2. 5 x 2

Wat moet je als eerste uitrekenen?
10 - 5 + 2

1. 10 - 5
2. 5 + 2

Ik weet nu wat de volgorde van berekenen is ...

Einde uitleg...

En ga actief aan de slag met...

Ga naar lesmateriaal en maak 

3.3 Volgorde van berekenen

Huiswerk voor de volgende les!!!