Hoofdstuk 4 paragraaf 4 De opkomst van de islam

4.4: De opkomst van de islam
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.4: De opkomst van de islam

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen voor deze les: 
Je kan:
- Uitleggen wie in de islam Allah wordt genoemd.
- Uitleggen wat een profeet is en de naam van de laatste profeet in de islam noemen.
- Uitleggen wat de Koran is.
- Uitleggen welke twee overeenkomsten er zijn tussen islam, christendom en jodendom.
- Uitleggen waarom de islamitische jaartelling begint in het jaar 622 na C..
- Uitleggen waarom Mekka de heiligste plaats is in de islam.


- Uitleggen hoe de Arabieren in korte tijd zo’n enorm rijk konden veroveren.
- Twee kenmerken van de Arabische wereld kunnen noemen.
- Uitleggen hoe christenen en joden in het Arabische rijk behandeld werden.
- Uitleggen waarom Arabische vorsten tegen een massale bekering van christenen en joden waren.
- Uitleggen waarom dankzij de Arabieren veel kennis uit de oudheid bewaard bleef.

Slide 2 - Diapositive

De Islam

Slide 3 - Carte mentale

Leg uit wie Mohammed was

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

De profeet Mohammed
  • Boodschappen van God (Allah)
  • Er is maar één God -> Monotheïsme
  • Nieuwe godsdienst -> Islam
  • boodschappen van Mohammed worden opgeschreven in de Koran

Slide 6 - Diapositive

Leg uit wanneer de islamitische jaartelling begint.

Slide 7 - Question ouverte

Op de vlucht
  • Inwoners van Mekka hebben een polytheïstische godsdienst.
  • Zij werken Mohammed tegen waardoor hij moet vluchten.
  • Met deze verhuizing van Mekka naar Medina begint de islamitische jaartelling in 622

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Leg uit wat kaliefen zijn

Slide 10 - Question ouverte

Leg uit wat Jihad betekent.

Slide 11 - Question ouverte

Veroveringen:
  • na de dood van Mohammed breiden zijn opvolgers (kaliefen) het islamitische rijk (kalifaat) verder uit.
  • veroveringsoorlog wordt jihad (heilige strijd) genoemd.

Slide 12 - Diapositive

Leg uit wat de verbindende factoren zijn in de Arabische wereld

Slide 13 - Question ouverte

Cultuur en beschaving:
  • In het Arabische rijk ontstond een bloeiende Arabische beschaving met het Arabische schrift, Arabisch als hoofdtaal en de islam als staatsgodsdienst.
  • vanaf 756 valt het rijk in meerdere rijken uiteen maar in al deze gebieden bleef de Arabische cultuur belangrijk, we noemen deze al deze gebieden samen de Arabische wereld

Slide 14 - Diapositive

Cultuur en samenleving
  • Handel met de gebieden rond de Middellandse Zee.
  • tolerantie tegen joden en christenen, zij geloven in dezelfde God. Ze moeten wel extra belasting betalen.
  • Onderdanen die in meerdere goden geloofden, moesten moslim worden.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Leg uit waarom de Arabieren groot waren in de wetenschap.

Slide 17 - Question ouverte

Wetenschap en kunst
  • vertalen van teksten uit de oudheid van het Grieks naar het Arabisch. (kennis van de oudheid blijft zo bewaard)
  • Bouwkunst op hoog niveau

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk: 4.4. 
  • Maken paragraaf 4.4. 
  • Leren leerdoelen 4.4.  

Slide 23 - Diapositive