Kern 9 - dag 9 - instructieles

Kern 9 - dag 9 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
LezenBasisschoolGroep 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kern 9 - dag 9 

Slide 1 - Diapositive

Ik leer...
... woorden met -en, -er, -el lezen

Slide 2 - Diapositive


A
sleutel
B
vleugel
C
veulen

Slide 3 - Quiz


A
stampen
B
handen
C
dansen

Slide 4 - Quiz


A
broeden
B
broeken
C
boeken

Slide 5 - Quiz


A
lampen
B
palmen
C
planten

Slide 6 - Quiz

dieren
geen dieren
honden
kisten
pauwen
jurken
ganzen
paarden
wolven
rupsen
boeken
muizen
herten
borden

Slide 7 - Question de remorquage

in huizen
niet in huizen
servies
kasten
bergen
lampen
stranden
zolder
wolken
vorken
vijver
deuren
kelder
stoelen

Slide 8 - Question de remorquage


uil

uilen

Slide 9 - Diapositive


rits

ritsen

Slide 10 - Diapositive


Slide 11 - Question ouverte


Slide 12 - Question ouverte


Slide 13 - Question ouverte


Slide 14 - Question ouverte


In het nest zit een ....
A
keuken
B
kuiken
C
kruizen

Slide 15 - Quiz


Slide 16 - Question ouverte


Het ................ staat in de kast
A
verlies
B
servies
C
versier

Slide 17 - Quiz


Slide 18 - Question ouverte

Teun gaat op de glijbaan.
Hij gaat in zijn zwembroek op de glijbaan.
Met een vaart glijdt hij ............................................
A
in de lucht.
B
het zwembad in.
C
weer omhoog.

Slide 19 - Quiz

Woorden schrijven 
schr- of sch-

Slide 20 - Diapositive


Slide 21 - Question ouverte


Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte


Slide 24 - Question ouverte

Lezen 

Slide 25 - Diapositive

Bo plant een eik.
Ze plant een eik in een bloempot.
In de bloempot komt al een steeltje.
Zou het steeltje de stam van de eik zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Bo plant een eik.
Ze plant een eik in een ...................
In de ..................... komt al een steeltje.
Waar plant Bo de eik in?
A
vaas
B
water
C
bloempot
D
bos

Slide 27 - Quiz

Hoe vond je deze les?
A
Leuk
B
Stom
C
Moeilijk
D
Weet ik niet

Slide 28 - Quiz