Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Burgerschap
Rechtsstaat
Samed Çiftçi
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Rechtsstaat
Een rechtsstaat is een staat waarin vrijheid, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor de burger heel belangrijk zijn.
Bovendien geniet de burger bescherming van zijn rechten en vrijheden, tegen medeburgers én tegen de overheid.
Slide 3 - Diapositive
Samenvattend; drie kenmerken van een rechtsstaat
de overheid moet zich aan de wet houden
er bestaat een scheiding van machten
burgers hebben grondrechten
het belangrijkste kenmerk van een rechtsstaat is dat zowel de burgers als de overheid moeten zich dus aan de Grondwet houden.
Slide 4 - Diapositive
Het recht als hoogste gezag
De rechter bepaalt of iemand zich aan de wet heeft gehouden of niet.
Als iemand de wet heeft overtreden, dan kan de rechter een straf en/of een verbod opleggen.
In een rechtsstaat zijn er onafhankelijke rechters (die doen dit beroep hun hele leven lang).
De regering kan ze dus niet ontslaan, ook niet als ze het niet eens zijn met de uitspraken van de rechters.
Slide 5 - Diapositive
Grondrechten
De belangrijkste rechten die je als burger hebt, noem je grondrechten.
Een paar belangrijke artikelen uit de Grondwet:
Slide 6 - Diapositive
Artikel 1
Gelijkheidsbeginsel. Iedereen in Nederland wordt, in dezelfde situatie gelijk behandeld.
Ongeacht welk geslacht je hebt, of welke leeftijd, afkomst, godsdienst, etc.
Er mag dus niet worden gediscrimineerd.
Slide 7 - Diapositive
Artikel 6
Godsdienstvrijheid. Iedereen in Nederland is vrij om iets te geloven, en dit uit te dragen.
Je mag er ook voor kiezen om in niets te geloven.
Slide 8 - Diapositive
Artikel 7
Vrijheid van meningsuiting. Je bent vrij om je eigen mening te vormen en die te delen.
Je moet hierbij wel erop letten dat je niet discrimineert of andere mensen aanzet tot haat. (Want dan houd je je niet meer aan Artikel 1).
Slide 9 - Diapositive
Welke van de hiervoor beschreven artikelen vind jij het belangrijkst. We bespreken straks waarom je dat vind.
Artikel 1
Artikel 6
Artikel 7
Slide 10 - Sondage
Botsende grondrechten
Grondrechten kunnen met elkaar botsen. Zo kan iemand iets opvatten als discriminatie, waarop de ander zegt dat hij de vrijheid heeft om zijn mening te uiten.
Het kan dus best ingewikkeld zijn om te bepalen waar de grens van vrijheid ligt.
Slide 11 - Diapositive
Bijvoorbeeld:
Slide 12 - Diapositive
Soorten grondrechten
Klassieke grondrechten beschermen burgers tegen de macht van de overheid en elkaar.
Sociale grondrechten verplichten de overheid om voor bepaalde voorzieningen te zorgen
Slide 13 - Diapositive
Wat versta jij onder klassieke grondrechten?
Slide 14 - Question ouverte
Klassieke grondrechten
Verbod op discriminatie
Gelijke rechten op openbare functies Iedereen heeft het recht om mee te doen aan de verkiezingen (als kiezer en als kandidaat)
Je hebt het recht op het tekenen van petities
Vrijheid van godsdienst
Vrijheid van meningsuiting
Recht op privacy
Etc.
Slide 15 - Diapositive
Wat vind jij? Waar moet de overheid voor zorgen?
Slide 16 - Question ouverte
Sociale grondrechten
De overheid moet zorgen dat er voldoende werkgelegenheid is (ook wanneer het slecht(er) gaat met de economie)
De overheid moet zorgen voor bestaanszekerheid van de bevolking. Door bijvoorbeeld uitkeringen. Ook moet de overheid ervoor zorgen dat welvaart zich spreidt. Door bijvoorbeeld belastingen: wie veel verdient betaalt meer belasting.
De overheid moet zorgen dat het land goed bewoonbaar is, en dat er voldoende woonplekken zijn.
Slide 17 - Diapositive
Sociale grondrechten
De overheid moet zorgen voor de gezondheid van het volk.
De overheid moet zorgen dat er voldoende onderwijs is, zodat iedereen naar school kan.
Etc.
Slide 18 - Diapositive
Trias politica
In een rechtsstaat zijn de taken van de overheid over drie machten verdeeld.
Deze verdeling over drie machten wordt de trias politica genoemd.
Slide 19 - Diapositive
Trias politica
De trias politica bestaat uit de volgende machten:
Wetgevende macht: parlement en regering
Uitvoerende macht: regering, ministeries en uitvoeringsorganisaties. Ze voeren samen de wetten uit.
Rechterlijke macht: rechters en het Openbaar Ministerie
Slide 20 - Diapositive
Wat vind jij van dit systeem?
Slide 21 - Question ouverte
Spreiding van machten
Strikt genomen is er in Nederland geen scheiding van machten, maar een spreiding van machten.
De regering heeft bijvoorbeeld zowel wetgevende als uitvoerende taken.