2.1 bespreken + Start 2.2

2.1 bespreken + Start 2.2
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

2.1 bespreken + Start 2.2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.1 bespreken + Start 2.2

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 5
Beredeneer in 3 stappen dat de zeespiegel in het Perm een stuk lager was dan nu

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 5
Beredeneer in 3 stappen dat de zeespiegel in het Perm een stuk lager was dan nu.

stap 1: In het Perm lagen de continenten samengeklonterd in het oercontinent Pangea. Hierdoor was er veel oppervlak voor oceanen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 5
Beredeneer in 3 stappen dat de zeespiegel in het Perm een stuk lager was dan nu.

stap 2: Veel water was opgeslagen in de vorm van ijs op de ijskap van Gondwana.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 5
Beredeneer in 3 stappen dat de zeespiegel in het Perm een stuk lager was dan nu.

stap 3: Dit had tot gevolg dat de oceaanbekkens groot en diep waren. Dit leidde tot een lage zeespiegelstand.

Het gevolg relatief weinig nieuwe oceanische korst wordt aangemaakt. Aangezien oceanische korst zwaarder wordt naarmate het ouder wordt en afkoelt, lagen de oceaanbodems tijdens het Perm diep 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 5b 
Zet de zes stappen in de goede volgorde. Uit de stappen moet blijken dat zo’n lage zeespiegelstand een positieve terugkoppeling heeft op de temperatuur.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gondwana ijskap (opdr 5)

  • lage zeespiegelstand ->
  • stap 1 gesteente ligt bloot dus vatbaar voor erosie en verwering -> 
  • Wat gebeurt er bij verwering en erosie?
  • Gesteente wordt afgebroken dus er is veel sediment
  • stap 6: Het afbraakmateriaal hiervan nemen de rivieren mee naar de oceanen.

Slide 8 - Diapositive

Er lag veel water opgeslagen in de ijskap van Gondwana. Hierdoor stond de zeespiegel relatief laag. Bij zo’n lage zeespiegelstand werden meer gesteenten blootgesteld aan verwering en erosie. Het afbraakmateriaal dat hierbij ontstond, namen de rivieren mee naar de oceanen. De flora en fauna in de oceanen kregen zo de beschikking over meer voedingsstoffen en konden zich flink uitbreiden. De sterke plantengroei leidde tot onttrekking van veel CO₂ aan de atmosfeer (fotosynthese). Zo kon een laag CO₂-gehalte leiden tot vermindering van het broeikaseffect en dus tot afkoeling. Daardoor groeiden de ijskappen nog meer en daalde de zeespiegel nog verder.
Gondwana ijskap (opdr 5)

  • lage zeespiegelstand ->
  • stap 1 gesteente ligt bloot dus vatbaar voor erosie en verwering -> 
  • Wat gebeurt er bij verwering en erosie?
  • Gesteente wordt afgebroken dus er is veel sediment
  • stap 6: Het afbraakmateriaal hiervan nemen de rivieren mee naar de oceanen.

Slide 9 - Diapositive

Er lag veel water opgeslagen in de ijskap van Gondwana. Hierdoor stond de zeespiegel relatief laag. Bij zo’n lage zeespiegelstand werden meer gesteenten blootgesteld aan verwering en erosie. Het afbraakmateriaal dat hierbij ontstond, namen de rivieren mee naar de oceanen. De flora en fauna in de oceanen kregen zo de beschikking over meer voedingsstoffen en konden zich flink uitbreiden. De sterke plantengroei leidde tot onttrekking van veel CO₂ aan de atmosfeer (fotosynthese). Zo kon een laag CO₂-gehalte leiden tot vermindering van het broeikaseffect en dus tot afkoeling. Daardoor groeiden de ijskappen nog meer en daalde de zeespiegel nog verder.
Gondwana ijskap (opdr 5)

  • Sediment in de oceanen --> stap 4: Hierdoor krijgen flora en fauna daar meer voedingsstoffen en kunnen ze gaan groeien.
  • Wat gebeurt er als er veel plantengroei is? 
  • stap 3: Een sterke plantengroei leidt weer tot onttrekking van veel CO2 aan de atmosfeer (fotosynthese).

Slide 10 - Diapositive

Er lag veel water opgeslagen in de ijskap van Gondwana. Hierdoor stond de zeespiegel relatief laag. Bij zo’n lage zeespiegelstand werden meer gesteenten blootgesteld aan verwering en erosie. Het afbraakmateriaal dat hierbij ontstond, namen de rivieren mee naar de oceanen. De flora en fauna in de oceanen kregen zo de beschikking over meer voedingsstoffen en konden zich flink uitbreiden. De sterke plantengroei leidde tot onttrekking van veel CO₂ aan de atmosfeer (fotosynthese). Zo kon een laag CO₂-gehalte leiden tot vermindering van het broeikaseffect en dus tot afkoeling. Daardoor groeiden de ijskappen nog meer en daalde de zeespiegel nog verder.
Gondwana ijskap (opdr 5)

  • Wat gebeurt er als er onttrekking is van veel CO2 aan de atmosfeer (fotosynthese)?
  • stap 2: Een laag CO2-gehalte kan op zijn beurt weer leiden tot vermindering van het broeikaseffect en dus tot afkoeling.
  • stap 5: Daardoor groeien de ijskappen en daalt de zeespiegel nog verder.

Slide 11 - Diapositive

Er lag veel water opgeslagen in de ijskap van Gondwana. Hierdoor stond de zeespiegel relatief laag. Bij zo’n lage zeespiegelstand werden meer gesteenten blootgesteld aan verwering en erosie. Het afbraakmateriaal dat hierbij ontstond, namen de rivieren mee naar de oceanen. De flora en fauna in de oceanen kregen zo de beschikking over meer voedingsstoffen en konden zich flink uitbreiden. De sterke plantengroei leidde tot onttrekking van veel CO₂ aan de atmosfeer (fotosynthese). Zo kon een laag CO₂-gehalte leiden tot vermindering van het broeikaseffect en dus tot afkoeling. Daardoor groeiden de ijskappen nog meer en daalde de zeespiegel nog verder.
Opdr 7

Vanaf welk tijdperk wordt de overeenkomst tussen de verschillende zoogdieren plotseling veel groter? 
  1. Einde Tertiair
  2. Hoe kun je dat zien?
  3. Staafje worden langer

Slide 12 - Diapositive

VERVANGEN DOOR OPDR 6
Opdr 7

Verklaar dit met de kaart De aarde - Geologie, Verschuiving van de continenten.

  1. Wat is nodig voor meer soorten?
  2. Uit de kaart is af te lezen dat zich pas in de loop van het Tertiair een verbinding tussen Noord- en Zuid-Amerika heeft gevormd. (= verbinding tussen N-A en Z-A)

Slide 13 - Diapositive

VERVANGEN DOOR OPDR 6
Is er een kans dat je in het gebied op de foto aardgas zult vinden?
Licht je antwoord toe.
Nee, er is geen deklaag (zout), dus zal het aardgas hier in de atmosfeer verdwenen zijn.

Slide 14 - Diapositive

= 6d
KRIJT
Latere periode: Krijt 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Net als tijdens de woestijnaarde stond de zeespiegel in het Krijt lager dan nu
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Openbreken Pangea
  • Begon tijdens Trias en Jura, versterkte tijdens Krijt
  • Hotspots/opwaartse magmastromen scheurden Pangea uiteen.
  • Divergerende breuken met mid-oceanische ruggen ontstonden. 
  • Nieuwe oceaanbodem ontstond. 
  • De zeespiegel steeg. 
  • Waarom?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeespiegelstijging
Reden 1

  1. Mid-oceanische ruggen ontstonden --> wat zijn dat? 
  2. Hoge bergruggen onder water) 
  3. Verkleinden de ruimte in de oceanen. 
  4. Bergend vermogen neemt af
Zeespiegelstijging
Reden 2

  1. CO2 gehalte in atmosfeer hoog (vanwege openbreken) 
  2. Warmere tijd 
  3. Zeewater zet uit
  4.  (Grote delen van de continenten stonden onder water.)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen 2.2 
Maken opdr 2, 4, 5, 6

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdr 2 bespreken

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Net als tijdens de woestijnaarde stond de zeespiegel in het Krijt lager dan nu
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het CO2-gehalte is na de broeikasaarde niet meer zo hoog geweest.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het actualiteitsprincipe berust op de veronderstelling dat alles wat in het verleden is gebeurd, ook in het heden kan gebeuren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

nee gaat om de processen en de manier waarop die processen spelen
Door een meteorietinslag op de grens van Krijt en Tertiair kwam er een abrupt einde aan de broeikasaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verband tussen de hoge zeespiegelstand en de snelle aanmaak van oceanische korst in het Krijt?

Slide 26 - Question ouverte

Door de vorming van hoge mid-oceanische ruggen kregen de oceanen minder bergend vermogen.


Filmpje - Kijkvragen
  1. Uiteindelijk gaan bijna alle planten dood door de grote stofwolk. Verklaar.
  2. Na de hoge temperaturen daalt de temperatuur nu flink. Het wordt koud. Verklaar.
  3. Waardoor gaan bijna alle dieren in zee dood?
  4. Overlevers van de meteorietinslag zijn vogels en zoogdieren. Welke eigenschap van vogels en zoogdieren die verschilt van reptielen maakt dat vogels en zoogdieren beter in staat waren de omstandigheden na de inslag te overleven dan reptielen?

Slide 27 - Diapositive

Bekijk de video (12 minuten) via https://youtu.be/dFCbJmgeHmA en beantwoord de volgende vragen.
Waar op aarde is de inslag van de meteoriet?
Yucatan, Mexico.
De meteoriet die inslaat is hoger dan een bepaalde berg. Met welke berg wordt het vergeleken en hoe hoog is het dan?
Mount Everest. 12 km ongeveer.
Hoe groot is het ‘gat’ dat ontstaat als gevolg van de inslag?
100 km breed, 25 km diep.
Hoe hoog is de vloedgolf die ontstaat als gevolg van de inslag?
1000m
Wat veroorzaakt de enorme temperatuurstijging op aarde?
De brokstukken die rondom Aarde in de atmosfeer terecht komen.
Uiteindelijk gaan bijna alle planten dood door de grote stofwolk. Verklaar.
Geen fotosynthese.
Na de hoge temperaturen daalt de temperatuur nu flink. Het wordt koud. Verklaar.
Geen zonlicht door stofwolk.
Waardoor gaan bijna alle dieren in zee dood?
90% van plantaardig plankton gaat dood en daardoor valt het voedselweb in elkaar.
Hoeveel procent van het leven sterft uit door deze meteorietinslag?
75%
Overlevers van de meteorietinslag zijn vogels en zoogdieren. Welke eigenschap van vogels en zoogdieren die verschilt van reptielen maakt dat vogels en zoogdieren beter in staat waren de omstandigheden na de inslag te overleven dan reptielen?
Vogels en zoogdieren zijn warmbloedig, reptielen koudbloedig. Vogels en zoogdieren zijn daarom beter in staat hun temperatuur te reguleren onder wisselende omstandigheden. De reptielen overleven de koude temperaturen niet want als zij de temperatuur aannemen van de omgeving worden ze inactief, kunnen geen voedsel meer zoeken, gaan dood.
Dinosauriers hebben de Aarde gedomineerd voor zo’n 165 miljoen jaar. Hoe lang is de mens al op Aarde? Hoeveel langer waren de dinosauriërs dan op Aarde?
De mens 200.000 jaar. 165000000/200000 = 16500/20=825 keer zo lang.

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verband tussen het uiteendrijven van de continenten en de stijging van de temperatuur in het Krijt?

Slide 29 - Question ouverte

Daardoor vormde zich een groot oppervlak aan nieuwe oceaanbodem. Bij het naar boven komen van het hiervoor benodigde magma kwam veel CO2 vrij en dat zorgde voor een versterking van het broeikaseffect.
Opdr 4
Een andere oorzaak voor de hoge temperatuur in het Krijt was dat de oceaanbekkens kleiner waren geworden en minder diep.

Zet in de juiste volgorde

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verband tussen de hoge zeespiegelstand en de snelle aanmaak van oceanische korst in het Krijt?

Slide 33 - Question ouverte

Door de vorming van hoge mid-oceanische ruggen kregen de oceanen minder bergend vermogen.


Leg uit waardoor de temperatuurstijging in het Krijt door de uitbundige vegetatie op een gegeven moment werd geremd. (met oorzaak-gevolg)

Slide 34 - Question ouverte

Door de grote hoeveelheid vegetatie en het leven in de oceanen werd veel CO2 uit de atmosfeer geabsorbeerd (oorzaak), waardoor de temperatuur niet verder steeg (gevolg).
en dus de opwarming werd geremd