H2 5H+W-vragen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

De 5 W + H-vragen

Wie: over wie gaat de video

wat: gebeurt er in de video

waar: gebeurt het

wanneer: gebeurt het

waarom: gebeurt het

hoe: gebeurt het

In welke zin staat informatie over
'wie'?

1. Zin a
2. Zin b
3. Zin c
4. Zin d

Wat is het antwoord op de
'wie-vraag'?

1. De winnaar van Expeditie Robinson
2. Ze
3. Expeditie Robinson
4. De winnaar

In welke zin staat informatie over
'wat'?

1. Zin a
2. Zin b
3. Zin c
4. Zin d

Wat is het antwoord op de
'wat-vraag'?

1. De expeditie
2. Ze is zes kilo lichter geworden
3. Tijdens de expeditie
4. De winnaar

In welke zin staat informatie over
'waar'?

1. Zin a
2. Zin b
3. Zin c
4. Zin e

Wat is het antwoord op de
'waar-vraag'?

1. Tijdens de expeditie
2. De winnaar van de expeditie
3. De expeditie
4. Op het eiland

In welke zin staat informatie over
'wanneer'?

1. Zin a
2. Zin b
3. Zin c
4. Zin d

Wat is het antwoord op de
'wanneer-vraag'?

1. Tijdens de expeditie
2. Nu
3. Op het eiland
4. De winnaar van Expeditie Robinson

In welke zin staat informatie over
'hoe'?

1. Zin a+b
2. Zin b+c
3. Zin c+d
4. Zin d+e

In welke zin staat informatie over
'waarom'?

1. Zin a+b
2. Zin c+d
3. Zin b+c
4. Zin d+e

5w + h-vragen

• wie
• wat
• waar
• wanneer
• waarom
• hoe

Doe de opdracht in de volgende slide

Maak een screenshot van je antwoorden om ze te vergelijken met de goede antwoorden.

drive.google.com

drive.google.com

wordwall.net

List most used irregular verbs

on the next slides