V4 erfelijkheid 5.1

H5 erfelijkheid voorkennis en 5.1
Deze les werk je zelfstandig door
Gebruik gerust je boek om dingen op te zoeken 
Bekijk de filmpjes tussendoor 
Beantwoord de vragen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H5 erfelijkheid voorkennis en 5.1
Deze les werk je zelfstandig door
Gebruik gerust je boek om dingen op te zoeken 
Bekijk de filmpjes tussendoor 
Beantwoord de vragen

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen

- Je legt uit welke factoren invloed hebben op het tot stand komen van het fenotype.

- Je beschrijft hoe variaties in het genotype ontstaan.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Beschrijf in eigen woorden het verschil tussen fenotype en genotype, geef van beide begrippen een voorbeeld.

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Genen, Genoom, en Genetische Blauwdruk

Genen en DNA: Genen zijn specifieke segmenten van het DNA, en ze fungeren als de instructies voor het maken van eiwitten, de bouwstenen van het lichaam.

Genoom: Het genoom vertegenwoordigt het totale genetische materiaal van een individu, en het bevindt zich in de celkern van elke lichaamscel.

Genen zijn als de bouwstenen van DNA, het genoom is de complete verzameling van deze genen, en de specifieke volgorde van nucleotiden in het DNA vormt de gedetailleerde genetische blauwdruk die de kenmerken van een individu bepaalt.



Slide 6 - Diapositive

Sleepvraag: Zet de begrippen hieronder op volgorde van groot naar klein in de rode vakken.
Gen
Genoom
Nucleotide
Chromosoom
Chromatide
Stikstofbase
Chromosomenpaar

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Vidéo

Leg in eigen woorden het verschil tussen een gen en een allel uit

Slide 9 - Question ouverte

Wat is een dominant gen?
A
een gen dat niet tot uiting komt in het fenotype
B
een gen dat veranderd is
C
een gen dat wel tot uiting komt in het fenotype
D
een gen die niks doet

Slide 10 - Quiz

Hoe noteer je het homozygoot dominante genotype
A
Aa
B
aa
C
AA

Slide 11 - Quiz

Beschrijf in eigen woorden wat een haplotype is.

Slide 12 - Question ouverte

Geef de betekenis van de volgende begrippen: 
 Genotype, Genoom, Mutaties, Allelen, Haplotype, Chromosoom en Fenotype

Slide 13 - Diapositive