H12 Doorsneden 2 vmbo-kgt MW10

Hoofdstuk 12
Doorsneden
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 12
Doorsneden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleiding
Deze les is een herhaling van het hele hoofdstuk. 

Er zullen interactieve vragen over elke paragraaf zijn om jouw kennis over het onderwerp te testen. 

Let op waar je fouten kunt maken, zodat je zeker weet dat je dit  voor de proefwerk goed weet.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat begrijp je onder doorsnede?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

§1 Doorsnede 
De vorm van een doorsnede
hangt af van de vorm van de 
voorwerp en de snijrichting.

Een doorsnede is altijd een platte figuur!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vormen kunnen doorsneden hebben?
A
Ster
B
Cirkel, Ellips
C
Driehoek
D
Vierkant, Rechthoek

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vorm heeft de doorsnede van de kubus hiernaast? Sleep het juiste antwoord.
Cirkel
Vierkant
Driehoek
Rechthoek

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk hier hoe Sophia de kaars doorsnijdt. Welke vorm krijgt ze als doorsnede?
A
Figuur 1 een cirkel
B
Figuur 2 een ellips

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

§2 Prisma
Een ruimtefiguur dat je in gelijke plakken kunt verdelen, noem je een PRISMA. 

Een prisma heeft geen gebogen vlakken.

De bodem van een prisma heeft dezelfde 
vorm als een snijvlak. 

Alle snijvlakken op elkaar gestapeld vormen samen de hoogte van en prisma.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke figuren zijn prisma's? 
Wel prisma
Geen prisma
Figuur A
Figuur B
Figuur C
Figuur D

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleur heeft de bodem van de prisma hiernaast?
A
Blauw
B
Geel
C
Groen
D
Rood

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

§3 Tekenen en rekenen
In een kubus of een balk staan de letters op een vaste plaats.

In balk ABCD.EFGH is ABCD het grondvlak en is EFGH het bovenvlak.

Punt A staat altijd bij het hoekpunt links voor. Punt E ligt altijd boven punt A, F  boven punt B enzovoort.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

§3 Tekenen en rekenen
De diagonaal in een grensvlak noem je een grensvlakdiagonaal

Zo is EB de grensvlakdiagonaal van grensvlak ABFE.

Elke kubus en balk heeft 12 grensvlakdiagonalen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§3 Tekenen en rekenen

Hoe bereken je de lengte van een grensvlakdiagonaal?
Bereken de lengte van grensvlakdiagonaal AH
Maak een schets van de grensvlak ADHE  waar de grensvlakdiagonaal in ligt. Zet de maten erbij.
Bereken de lengte van grensvlakdiagonaal AH met de stelling van Pythagoras
Stap 1 en 2
Maak een schets en zet de maten erbij
Stap 3
Bereken de grensvlakdiagonaal met de stelling van Pythagoras

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

00:05
Wat betekent "op ware grootte'?
A
dezelfde grootte tekenen als dat het in het echt is
B
heel groot tekenen
C
Ik weet niet
D
een schets tekenen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:49
Waar begin je met de letter A te zetten ?
A
Rechtsonder, voorin
B
Linksonder, voorin
C
Rechtsboven, voorin
D
Linksboven, voorin

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

03:17
Hoe heet de vlak EFGH in de tekening?
A
De grondvlak
B
De zijvlak
C
De bovenvlak
D
De voorvlak

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

03:25
Kan je zelf een kubus of balk op ware grootte tekenen?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

2

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:39
Vul in.
Een diagonaalvlak loopt ________ door een kubus of een balk.
A
dwars
B
recht
C
krom
D
gebogen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:20
Hoeveel diagonaalvlakken heeft een kubus of een balk?
A
5
B
4
C
3
D
6

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleur is diagonaalvlak BFHD?
A
Geel
B
Groen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de gele diagonaalvlak?
A
ACGE
B
BDFH
C
CGEA
D
ABFE

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

§4 Lichaamsdiagonaal
In een diagonaalvlak kun je een lichaamsdiagonaal tekenen. 

AG is een lichaamsdiagonaal (rode lijn) in diagonaalvlak ADGF (gele vlak).

In een kubus of balk zijn er 4 lichaamsdiagonalen.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Teken de lichaamsdiagonaal EC
C
G
E
A

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je het begrip lichaamsdiagonaal zal moeten uitleggen aan een vriend hoe zou je dat doen?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

3

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:55
Hoe bereken je de lengte van een lichaamsdiagonaal?
A
Met de stelling van Pythagoras
B
Met de uitgebreide stelling van Pythagoras

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:36
Over hoeveel ribben moet je lopen om van E naar C te gaan?
A
over 4 ribben
B
over 2 ribben
C
over 3 ribben
D
over 5 ribben

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:09
8 kwadraat is .....?
A
36
B
64
C
100
D
81

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 32 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 33 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.