Communisme in Rusland

 Russische Revolutie
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

 Russische Revolutie

Slide 1 - Diapositive

De Russische Revolutie

Slide 2 - Diapositive

Russische Revolutie

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen §3.5
  1. Jullie kunnen vertellen wie de baas was in Rusland voor de Russische revolutie.
  2. Jullie kunnen uitleggen hoe communisten de macht grepen in Rusland. 
  3. Jullie kunnen uitleggen waarom de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving was. 
  4. Jullie kunnen uitleggen hoe terreur in de Sovjet-Unie werd gebruikt en met welk doel.


Begrippen deze les 
Communisme, Russische revolutie, totalitaire staat, dictator, Lenin & Stalin.


Slide 4 - Diapositive

 Russische revolutie
  1. We kijken het korte filmpje op de volgende slide.
  2. Beantwoord daarna de quiz vragen op slides die daarna komen ter controle. 
  3. Schrijf vragen op als je die hebt zodat je ze kan stellen via de chat.


-> Moeilijke woorden in het filmpje:
                           - Primair = simpel/ niet ontwikkeld
                           - Geëxecuteerd = vermoord

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

In het filmpje hebben ze het over 'de Tsaar van Rusland'. Wat bedoelen ze met: Tsaar?
A
Een gewone burger
B
Zoiets als een keizer of koning
C
Een boer
D
Een regering

Slide 7 - Quiz

Sleepvraag:  Sleep het antwoord dat bij de vraag hoort naar het grijze vakje. Er blijven twee kaartjes over.
Vraag 1: Begin van de Russische revolutie is in het jaar:
Vraag 2: Welke woorden (2) passen bij de 
omstandigheden van de boeren in Rusland? 
Vraag 3: Juist of onjuist. Rusland was een modern land. 
Vraag 4: Juist of onjuist. Lenin werd de leider van de
communisten
Vraag 5: Vul in op de puntjes. Het .... leger was heel 
zwak. Er vielen daarom veel doden.
Vraag 6: Weet je dit nog? Einde van de Eerste 
Wereldoorlog is in het jaar: 
Overige twee:
Rijk
1917
Slecht
Arm
Onjuist
Juist
1918
Russische
Duitse

Slide 8 - Question de remorquage

Even kort samengevat: 
  1. De boeren zijn arm en er is een hongersnood. 
  2. Politiek gezien bepaald de tsaar, er is geen democratie.
  3. Grote verliezen in de Eerste Wereldoorlog
  4. Lenin komt naar Rusland om een revolutie te leiden.

Je bent nu in staat de lesdoelen 1,2,3 van deze paragraaf beantwoorden

Slide 9 - Diapositive

Uitleg filmpje: Lenin en het Communisme 

  1. We bekijken 1 filmpje
  2. Beantwoord  de quiz vragen op slides na/tijdens elk filmpje.
  3. Schrijf vragen op als je die hebt zodat je ze kan stellen in de chat

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Voor wie komt Lenin op?
A
Boeren en arme mensen
B
De Tsaar
C
Niemand
D
Alleen zichzelf

Slide 12 - Quiz

Kort samengevat
  • Lenin is de eerste leider van communistisch Rusland -> De Sovjet unie.
  • Totalitaire samenleving:  De overheid bepaalde alles en legde de burgers grote druk op.
  • Lenin werd gezien als een held! Want hij ging alle problemen oplossen..

Je bent nu in staat op de lesdoelen 4 en 5  van deze paragraaf te beantwoorden. 



Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Maken

opdracht 1 t/m 3 

blz: 56 

Slide 14 - Diapositive

Uitleg filmpje: Stalin
  1. We kijken korte filmpje op de volgende slide
  2. Beantwoord daarna de quiz vragen op slides die daarna komen ter controle.  
  3. Schrijf vragen op als je die hebt zodat je ze kan stellen in chat 



Moeilijke woorden:
            - revolutionair = voorstander van een revolutie. Iemand die verandering wil

Slide 15 - Diapositive

2

Slide 16 - Vidéo

Wat past niet bij het communisme?
A
Gelijke lonen
B
Karl Marx
C
Rijke fabrieksbazen
D
Revolutie

Slide 17 - Quiz

Wat bedoelen ze met: 'Critici hoeven hun mond al helemaal niet open te doen.'

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Lien

Stalin gedraagt zich als een dictator. Welk antwoord past daar het beste bij?
A
Hij luister naar het volk.
B
Hij luistert naar het parlement.
C
Het maakt hem niks uit wat er gebeurd.
D
Hij bepaald alles.

Slide 20 - Quiz

Tegenstanders van Stalin of de Sovjet-Unie worden naar werkkampen gestuurd of worden vermoord
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Stalin is aan de macht tijdens:
A
De Eerste Wereldoorlog.
B
De Tweede Wereldoorlog.

Slide 22 - Quiz