Les 08 - Aanvaardbaarheid van argumentatie

Aanvaardbaarheid en betrouwbaarheid van argumentatie
Leesvaardigheid havo 5
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Aanvaardbaarheid en betrouwbaarheid van argumentatie
Leesvaardigheid havo 5

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- waar je op moet letten om te bepalen of argumenten aanvaardbaar zijn. 

Slide 2 - Diapositive

Oefenen met argumentatiestructuren
Zet de volgende argumentaties om in een blokjesschema: 

Floris gaat met de auto naar zijn werk, want hij heeft meestal veel zware tassen mee te nemen. Ook reist hij op die manier het snelst, want het openbaar vervoer is niet zo goed geregeld in het gebied waar hij woont. 

Wielrennen is een gevaarlijke sport, want er gebeuren vaak ernstige ongelukken. Er zijn veel valpartijen en ook rijdt er bijna altijd wel iemand tegen een paaltje, een hek of een toeschouwer aan. 

Slide 3 - Diapositive

Floris gaat met de auto naar zijn werk,
 want hij heeft meestal veel zware tassen mee te nemen. Ook reist hij op die manier het snelst, want het openbaar vervoer is niet zo goed geregeld in het gebied waar hij woont. 

Slide 4 - Diapositive

Floris gaat met de auto naar zijn werk
Hij heeft meestal veel zware tassen mee te nemen

Slide 5 - Diapositive

Floris gaat met de auto naar zijn werk
Hij heeft meestal veel zware tassen mee te nemen
Hij reist op die manier het snelst

Slide 6 - Diapositive

Floris gaat met de auto naar zijn werk
Hij heeft meestal veel zware tassen mee te nemen
Hij reist op die manier het snelst
Het openbaar vervoer is niet zo goed geregeld in het gebied waar hij woont

Slide 7 - Diapositive

Wielrennen is een gevaarlijke sport,
want er gebeuren vaak ernstige ongelukken. (:) Er zijn veel valpartijen en ook rijdt er bijna altijd wel iemand tegen een paaltje, een hek of een toeschouwer aan. 

Slide 8 - Diapositive

Wielrennen is een gevaarlijke sport
↑ 
Er gebeuren vaak ernstige ongelukken

Slide 9 - Diapositive

Wielrennen is een gevaarlijke sport
↑ 
Er gebeuren vaak ernstige ongelukken
↑ 
Er zijn veel valpartijen

Slide 10 - Diapositive

Wielrennen is een gevaarlijke sport
↑ 
Er gebeuren vaak ernstige ongelukken
↑ 
Er zijn veel valpartijen
↑ 
Er rijdt bijna altijd wel iemand tegen een paaltje, een toeschouwer of een hek aan

Slide 11 - Diapositive

Tekstsoorten en argumenten
Argumenten komen in verschillende soorten teksten voor: in een betoog worden ze gebruikt om te overtuigen; in een beschouwing worden ze ter overweging aangeboden; in een uiteenzetting komen zelden argumentaties voor. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

aanvaardbaarheid (argumentatie) en betrouwbaarheid en bruikbaarheid (informatie)

Slide 14 - Diapositive

Beoordelen van argumenten
Argumenten moeten goed getoetst worden; de schrijver gebruikt ze om te overtuigen. Om ze goed te kunnen beoordelen, zetten we ze eerst in een argumentatiestructuur. Vervolgens stellen we de volgende vragen: 
- Welke argumenten worden gebruikt?
- Zijn deze argumenten feitelijk of waarderend?
- Hoe worden de argumenten ondersteund?
- Zijn de argumenten geen drogredenen? 
- Worden er tegenargumenten genoemd en zo ja, worden deze weerlegd?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Argumentatie is aanvaardbaar wanneer... 
- de argumenten op zichzelf aanvaardbaar zijn; 
- de argumenten relevant zijn; 
- de argumenten onderling consistent zijn; 
- de argumenten samen toereikend zijn voor het ingenomen standpunt. 

Als je op een van deze antwoorden NEE antwoordt, dan is de argumentatie dus NIET aanvaardbaar (geloofwaardig, acceptabel).

Slide 17 - Diapositive

Aanvaardbaarheid?
Bij waarderende uitspraken is een argument aanvaardbaar wanneer het in overeenstemming is met de kennis en opvattingen van de lezer. 

Bij feitelijke uitspraken is een argument aanvaardbaar wanneer: 
- het in overeenstemming is met de kennis van de wereld van de lezer; 
- het direct controleerbaar is en waar blijkt te zijn; 
- het afkomstig is uit een betrouwbare bron. 

Slide 18 - Diapositive

Relevantie?
Argumenten zijn relevant (=van belang) wanneer een standpunt aannemelijker wordt door het argument. Drogredenen zijn geen relevante argumenten. 
        'Ik stem niet op GroenLinks want:
        Jesse Klaver heeft stom haar (niet relevant)
        GroenLinks doet aan klimaatpaniek (relevant)
'Relevant' is niet hetzelfde als 'waar' 

Argumenten zijn onderling consistent wanneer ze elkaar niet tegenspreken

Argumenten zijn samen toereikend voor het ingenomen standpunt
wanneer de argumenten in combinatie met elkaar het standpunt aanvaardbaar maken. 

Slide 19 - Diapositive

Consistentie?
Argumenten zijn onderling consistent wanneer ze elkaar niet tegenspreken

Bijvoorbeeld een ingezonden brief waarin gesteld wordt dat de leeslijst voor het vak Nederlands moet worden afgeschaft omdat dit ten koste gaat van het leesplezier. De beknopte reactie daarop: De leeslijst bestaat helemaal niet en de literatuur op die lijst is interessant genoeg.
De reactie is niet consistent.
Argumenten zijn samen toereikend voor het ingenomen standpunt
wanneer de argumenten in combinatie met elkaar het standpunt aanvaardbaar maken. 

Slide 20 - Diapositive

Toereikendheid?
Argumenten zijn samen toereikend (argumentatie volledig) voor het ingenomen standpunt
wanneer de argumenten in combinatie met elkaar het standpunt aanvaardbaar maken. 

Zijn er voldoende argumenten om het standpunt aanvaardbaar te maken?
        Ik stem niet op GroenLinks omdat hun standpunt inzake
        biomassa te vaag is (niet toereikend)
Voor het áántal argumenten is geen criterium; één argument kan toereikend zijn.

Slide 21 - Diapositive

Beoordelingsvragen
Zojuist hebben we gezien dat we vragen stellen om erachter te komen of een bron, gegevens of gevolgde redeneringen aanvaardbaar zijn. De vragen die we hiervoor stellen noemen we beoordelingsvragen. 
Deze hebben betrekking op: 
- de bron;
- de gegevens;
- de standpunten;

Slide 22 - Diapositive

De bron
Punten die bijdragen aan de aanvaardbaarheid
Punten die afbreuk doen aan de aanvaardbaarheid
Deskundigheid van de schrijver
De schrijver staat bekend als deskundig t.a.v. het onderwerp
De schrijver staat niet bekend als deskundig t.a.v. het onderwerp
Partijdigheid van de schrijver
De schrijver heeft er geen belang bij de gegevens te presenteren (onpartijdig)
De schrijver heeft er belang bij de gegevens in zijn voordeel te presenteren
Betrouwbaarheid van het medium
Wetenschappelijke publicaties, populair-wetenschappelijke tijdschriften, kwaliteits-kranten en -bladen. 
populaire kranten en tijdschriften, reclame, propagandamateriaal

Slide 23 - Diapositive

De gegevens
Punten die bijdragen aan de aanvaardbaarheid
Punten die afbreuk doen aan de aanvaardbaarheid
Controleerbaarheid van de gegevens
De verstrekte gegevens zijn te controleren
De verstrekte gegevens zijn niet te controleren
Relevantie van gegevens
De gegevens zijn belang met het oog op de conclusie
De gegevens zijn niet belang met het oog op de conclusie
Volledigheid van gegevens
er wordt voldoende informatie verstrekt (om de conclusie aanvaardbaar te maken)
er ontbreken gegevens (zodat de conclusie onaannemelijk is) 
Logische samenhang van gegevens
de gegevens zijn in overeenstemming met elkaar, passen bij elkaar
de gegevens spreken elkaar tegen

Ouderdom van gegevens
de verstrekte gegevens zijn up-to-date
de verstrekte gegevens zijn verouderd (gedateerd)

Slide 24 - Diapositive

De standpunten
Punten die bijdragen aan de aanvaardbaarheid
Punten die afbreuk doen aan de aanvaardbaarheid
Relevantie van de argumenten
de argumenten die de schrijver aandraagt zijn van belang met het oog op de conclusie
de argumenten die de schrijver aandraagt zijn niet van belang met het oog op de conclusie
Volledigheid van de argumentatie
het standpunt van de schrijver wordt door voldoende argumenten ondersteund
het standpunt van de schrijver wordt niet of door te weinig argumenten ondersteund
Helderheid van de argumentatie
het standpunt wordt door duidelijke, goed uitgewerkte argumenten ondersteund
de argumenten die gebruikt worden ter ondersteuning van het standpunt zijn vaag
Houdbaarheid van elk argumente
de argumenten op zichzelf zijn waar of aannemelijk
de argumenten op zichzelf zijn onwaar of niet aannemelijk
Logische opbouw en samenhang van de argumentatie
de argumenten leiden naar het standpunt dat de schrijver inneemt
de argumenten leiden niet (noodzakelijk) naar het standpunt dat de schrijver inneem

Slide 25 - Diapositive

Betrouwbaarheid

Slide 26 - Diapositive

Buiten de tekst
Buiten de tekst: 
  • bron
  • vindplaats
  • actueel
  • auteur (belang, deskundig)

Slide 27 - Diapositive

Binnen de tekst
  • stijl (zinsopbouw, spelling, ironie) 
  • inhoudelijk (onderzoeken, deskundigen, meerdere kanten belicht)

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Huiswerk
Ga nu zelf oefenen. Dit doe je in Kwizl:
Oefenset 1 havo 
LET OP: Nieuwe vragen!!
Maak de toets alleen als je 100 +15 minuten de tijd hebt!!

Slide 30 - Diapositive