Woordsoorten quiz

Schrijf de lidwoorden op
1 / 10
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Schrijf de lidwoorden op

Slide 1 - Question ouverte

Welk antwoord bevat bijvoeglijke naamwoorden?
A
onder, naast, tussen
B
groene, mooie, dikke
C
dapper, gekke, leuk
D
mij, hen, jullie

Slide 2 - Quiz

Schrijf zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden op!
timer
0:45

Slide 3 - Question ouverte

Welke voorzetsels ken je?
timer
0:45

Slide 4 - Question ouverte

Zij zou wel een nieuwe jas willen kopen
zou

willen

kopen
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 5 - Question de remorquage

Wij hadden misschien met dat project mee kunnen doen 
hadden

kunnen

meedoen
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 6 - Question de remorquage

Hij heeft die opdracht moeten maken. 
heeft

moeten

maken
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 7 - Question de remorquage

Welke voornaamwoorden zijn altijd persoonlijk?
A
mij, hem, ik
B
hun, jouw, mijn
C
die, deze, dat
D
wie, wat, waar

Slide 8 - Quiz

Welke voornaamwoorden kunnen persoonlijk en bezittelijk zijn?
timer
0:45

Slide 9 - Question ouverte

Benoem de woordsoorten: Gaan jullie naar het feestje van de nieuwe vriend van Kees?
timer
1:00

Slide 10 - Question ouverte