Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Herzlich Willkommen!
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Lernziel A2 : ich lese um mich zu informieren
Am Ende ...
... kannst du kurze, deutsche Texte verstehen.
... weißt du, ob du beim Lesen extra Hilfe brauchst.
Slide 3 - Diapositive
Aufgabe
Lies die Texte und beantworte die Fragen.
Slide 4 - Diapositive
Text 1
Geef van elk van de volgende
4 beweringen over stress aan of deze
juist of onjuist is volgens de tekst.
Uitleg tekst
Bij grote stress kunnen mensen woedend (wütend) worden of gaan huilen (weinen). Daar is energie voor nodig. De volgende tips worden gegeven:
meerdere kleine maaltijden stellen gerust (beruhigen)
genoeg water en kruidenthee (Kräutertee) drinken
genoeg slaap (6-7 Stunden)
voldoende beweging (Bewegung)
goed humeur (gute Laune)
korte time-outs (Auszeit)
Slide 5 - Diapositive
Kijk naar titel, plaatje en bijschrift. Waar zal deze tekst over gaan? Antwoord in het Nederlands
Slide 6 - Carte mentale
Text 1
Geef van elk van de volgende
4 beweringen over stress aan of deze
juist of onjuist is volgens de tekst.
Uitleg tekst
Bij grote stress kunnen mensen woedend (wütend) worden of gaan huilen (weinen). Daar is energie voor nodig. De volgende tips worden gegeven:
meerdere kleine maaltijden stellen gerust (beruhigen)
genoeg water en kruidenthee (Kräutertee) drinken
genoeg slaap (6-7 Stunden)
voldoende beweging (Bewegung)
goed humeur (gute Laune)
korte time-outs (Auszeit)
Slide 7 - Diapositive
Als je vaker kleinere hoeveelheden eet, heb je minder last van stress.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Als je genoeg kruidenthee drinkt, heb je geen last van stress.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
Als je lichamelijke activiteit laag is, heb je meer kans op stress.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Als je veel aandacht aan je uiterlijk besteedt, heb je minder last van stress.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Uitleg tekst
De tekst gaat over een digitaal fotolijstje (Bilderrahmen). De vraag die hierbij hoort, is wat het fotolijstje zo uniek (uniek = een / speciaal) maakt.
In de tekst staat "Es ist das ersteGerät (apparaat), dass Bildernicht nur anzeigen, sondern auch von Papier einlesen kann."
Nicht nur .... sondern auch = signaalwoord = niet alleen ... maar ook ... -> Bij het signaalwoord staat in deze tekst het antwoord
Slide 12 - Diapositive
Kijk naar titel, plaatje en bijschrift. Waar zal deze tekst over gaan? Antwoord in het Nederlands
Slide 13 - Carte mentale
Text 2
Wat maakt deze
digitale fotolijst uniek?
Uitleg tekst
De tekst gaat over een digitaal fotolijstje (Bilderrahmen). De vraag die hierbij hoort, is wat het fotolijstje zo uniek (uniek = een / speciaal) maakt.
In de tekst staat "Es ist das ersteGerät (apparaat), dass Bildernicht nur anzeigen, sondern auch von Papier einlesen kann."
Nicht nur .... sondern auch = signaalwoord = niet alleen ... maar ook ... -> Bij het signaalwoord staat in deze tekst het antwoord
Slide 14 - Diapositive
Wat maakt deze fotolijst uniek? Beantwoord de vraag met een hele zin en in het Nederlands.
Slide 15 - Question ouverte
Text 3 - Grand Challenge
Was ist das Besondere
an der „Grand Challenge“?
(Absatz 1 = alinea 1)
Uitleg tekst
In alinea 1 wordt uitgelegd wat de 'Grand Challenge' is: een bekende autowedstrijd in Amerika. Auto's moeten in 10 uur een afstand van 280 kilometer overbruggen. Dit moeten ze führerlos (zonder bestuurder doen).
Het is een moeilijke uitdaging (Herausforderung).
Ook wordt verteld wie de wedstrijd bedacht (erfunden) heeft en waarom (um) deze wedstrijd georganiseerd is.
Slide 16 - Diapositive
Was ist das Besondere an der „Grand Challenge“? (Absatz 1)
A
Das Rennen wird sowohl vom Staat als von der Auto-Industrie gesponsert.
B
Der Wettbewerb dauert viel länger als andere Autorennen.
C
Die Strecke ist während des Rennens live im Internet zu sehen.
D
Die Wagen sind selbständig ohne Fahrer unterwegs.
Slide 17 - Quiz
Text 3 - Grand Challenge
Met welk doel wordt de
“Grand Challenge”
georganiseerd?
(alinea 1) Schrijf de
eerste twee woorden
op van de zin waaruit
dat doel blijkt.
Uitleg tekst
In alinea 1 wordt uitgelegd wat de 'Grand Challenge' is: een bekende autowedstrijd in Amerika. Auto's moeten in 10 uur een afstand van 280 kilometer overbruggen. Dit moeten ze führerlos (zonder bestuurder doen).
Het is een moeilijke uitdaging (Herausforderung).
Ook wordt verteld wie de wedstrijd bedacht (erfunden) heeft en waarom (um) deze wedstrijd georganiseerd is.
Slide 18 - Diapositive
Met welk doel wordt de “Grand Challenge” georganiseerd? (alinea 1) Schrijf de eerste twee woorden op van de zin waaruit dat doel blijkt.
Slide 19 - Question ouverte
Text 3 - Grand Challenge
Wie schließt der
2. Absatz an
den 1. Absatz an?
Hoe sluit de 2 alinea bij
de 1e alinea aan?
Uitleg tekst
De laatste zin van alinea 1 gaat over de prijs voor de winnaar. De eerste zin van alinea 2 gaat over de plaats waar de wedstrijd jaarlijks plaatsvindt (findet ... statt = stattfinden).
Slide 20 - Diapositive
Wie schließt der 2. Absatz an den 1. Absatz an? Der 2. Absatz ...
A
behandelt die Vor- und Nachteile des im 1. Absatz genannten Rennens.
B
gibt nähere allgemeine Informationen zum im 1. Absatz genannten Rennen.
C
listet die Teilnahmebedingungen des im 1. Absatz genannten Rennens auf.
Slide 21 - Quiz
Text 3 - Grand Challenge
Was geht aus dem
2. Absatz hervor?
Wat blijkt uit de
2e alinea?
Uitleg tekst
Alinea 2 vertelt hoe de wedstrijd eruit ziet en dat er hindernissen zijn. Deelnemers knutselen (basteln) vaak jaren aan hun auto. Ze krijgen ondersteuning van bekende bedrijven (Unternehmen).
Slide 22 - Diapositive
Was geht aus dem 2. Absatz hervor?
A
An der „Grand Challenge“ nehmen nur Wissenschaftler teil.
B
Der Bau eines „Grand Challenge“-Autos kostet meistens viel Zeit.
C
Die „Grand Challenge“ hat viele Spielregeln.
D
Die Strecke der „Grand Challenge“ ist jedes Mal die gleiche.
Slide 23 - Quiz
Wortschatz dieses Quiz
De onderstaande woorden ben je in de teksten tegengekomen. Je ziet ze hier met de betekenis erbij.