Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Herzlich Willkommen!
Slide 1 - Diapositive
Lernziele dieses Quiz
Am Ende dieses Quiz ...
... kannst du 3 kurze, deutsche Texte verstehen.
... weißt du, ob du beim Lesen extra Hilfe brauchst.
Slide 2 - Diapositive
Aufgabe
Lies die 3 Texte und beantworte die Fragen. Lees de 3 teksten en beantwoord de vragen.
Schwierig? Lies die Erklärung zu den Texten. Moelijk? Gebruik de uitleg bij de teksten.
Slide 3 - Diapositive
Text 1
Geef van elk van de volgende
4 beweringen over stress aan of deze
juist of onjuist is volgens de tekst.
Uitleg tekst
Bij grote stress kunnen mensen woedend (wütend) worden of gaan huilen (weinen). Daar is energie voor nodig. De volgende tips worden gegeven:
meerdere kleine maaltijden stellen gerust (beruhigen)
genoeg water en kruidenthee (Kräutertee) drinken
genoeg slaap (6-7 Stunden)
voldoende beweging (Bewegung)
goed humeur (gute Laune)
korte time-outs (Auszeit)
Slide 4 - Diapositive
Als je vaker kleinere hoeveelheden eet, heb je minder last van stress.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Als je genoeg kruidenthee drinkt, heb je geen last van stress.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Als je lichamelijke activiteit laag is, heb je meer kans op stress.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Als je veel aandacht aan je uiterlijk besteedt, heb je minder last van stress.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Text 2
Wat maakt deze
digitale fotolijst uniek?
Uitleg tekst
De tekst gaat over een digitaal fotolijstje (Bilderrahmen). De vraag die hierbij hoort, is wat het fotolijstje zo uniek (uniek = een / speciaal) maakt.
In de tekst staat "Es ist das ersteGerät (apparaat), dass Bildernicht nur anzeigen, sondern auch von Papier einlesen kann."
Nicht nur .... sondern auch = signaalwoord = niet alleen ... maar ook ... -> Bij het signaalwoord staat in deze tekst het antwoord
Slide 9 - Diapositive
Wat maakt deze fotolijst uniek? Beantwoord de vraag in het Nederlands.
Slide 10 - Question ouverte
Text 3 - Grand Challenge
Was ist das Besondere
an der „Grand Challenge“?
(Absatz 1 = alinea 1)
Uitleg tekst
In alinea 1 wordt uitgelegd wat de 'Grand Challenge' is: een bekende autowedstrijd in Amerika. Auto's moeten in 10 uur een afstand van 280 kilometer overbruggen. Dit moeten ze führerlos (zonder bestuurder doen).
Het is een moeilijke uitdaging (Herausforderung).
Ook wordt verteld wie de wedstrijd bedacht (erfunden) heeft en waarom (um) deze wedstrijd georganiseerd is.
Slide 11 - Diapositive
Was ist das Besondere an der „Grand Challenge“? (Absatz 1)
A
Das Rennen wird sowohl vom Staat als von der Auto-Industrie gesponsert.
B
Der Wettbewerb dauert viel länger als andere Autorennen.
C
Die Strecke ist während des Rennens live im Internet zu sehen.
D
Die Wagen sind selbständig ohne Fahrer unterwegs.
Slide 12 - Quiz
Text 3 - Grand Challenge
Met welk doel wordt de
“Grand Challenge”
georganiseerd?
(alinea 1) Schrijf de
eerste twee woorden
op van de zin waaruit
dat doel blijkt.
Uitleg tekst
In alinea 1 wordt uitgelegd wat de 'Grand Challenge' is: een bekende autowedstrijd in Amerika. Auto's moeten in 10 uur een afstand van 280 kilometer overbruggen. Dit moeten ze führerlos (zonder bestuurder doen).
Het is een moeilijke uitdaging (Herausforderung).
Ook wordt verteld wie de wedstrijd bedacht (erfunden) heeft en waarom (um) deze wedstrijd georganiseerd is.
Slide 13 - Diapositive
Met welk doel wordt de “Grand Challenge” georganiseerd? (alinea 1) Schrijf de eerste twee woorden op van de zin waaruit dat doel blijkt.
Slide 14 - Question ouverte
Text 3 - Grand Challenge
Wie schließt der
2. Absatz an
den 1. Absatz an?
Hoe sluit de 2 alinea bij
de 1e alinea aan?
Uitleg tekst
De laatste zin van alinea 1 gaat over de prijs voor de winnaar. De eerste zin van alinea 2 gaat over de plaats waar de wedstrijd jaarlijks plaatsvindt (findet ... statt = stattfinden).
Slide 15 - Diapositive
Wie schließt der 2. Absatz an den 1. Absatz an? Der 2. Absatz ...
A
behandelt die Vor- und Nachteile des im 1. Absatz genannten Rennens.
B
gibt nähere allgemeine Informationen zum im 1. Absatz genannten Rennen.
C
listet die Teilnahmebedingungen des im 1. Absatz genannten Rennens auf.
Slide 16 - Quiz
Text 3 - Grand Challenge
Was geht aus dem
2. Absatz hervor?
Wat blijkt uit de
2e alinea?
Uitleg tekst
Alinea 2 vertelt hoe de wedstrijd eruit ziet en dat er hindernissen zijn. Deelnemers knutselen (basteln) vaak jaren aan hun auto. Ze krijgen ondersteuning van bekende bedrijven (Unternehmen).
Slide 17 - Diapositive
Was geht aus dem 2. Absatz hervor?
A
An der „Grand Challenge“ nehmen nur Wissenschaftler teil.
B
Der Bau eines „Grand Challenge“-Autos kostet meistens viel Zeit.
C
Die „Grand Challenge“ hat viele Spielregeln.
D
Die Strecke der „Grand Challenge“ ist jedes Mal die gleiche.
Slide 18 - Quiz
Wortschatz dieses Quiz
De onderstaande woorden ben je in de teksten tegengekomen. Je ziet ze hier met de betekenis erbij. Leer deze uit je hoofd (D-N).
Slide 19 - Diapositive
Lernziele dieses Quiz
Am Ende dieses Quiz ...
... kannst du 3 kurze, deutsche Texte verstehen.
... weißt du, ob du beim Lesen extra Hilfe brauchst.
Slide 20 - Diapositive
Ik kan 3 korte, Duitse teksten begrijpen
A
Zeker! Laat die lange teksten maar komen!
B
Ja, maar het kost wel wat meer tijd.
C
Mwah....ik vind het nog best moeilijk.
D
Nee, ik vind het heel moeilijk en ik wil graag extra hulp.
Slide 21 - Quiz
Wat is nu de volgende stap die je gaat zetten om je voor te bereiden op het laatste schoolexamen?