PROGRAM1 Javascript 1.
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In welk element zet je javascript?
A
<javascript>
B
<code>
C
<script>
D
<js>
Slide 2 - Quiz
Een extern script koppelen doe je met de code:
A
<script src=”script.js”>
B
<script=”script.js”>
C
<script name=”script.js”>
D
<script href=”script.js”>
Slide 3 - Quiz
Wat is een goede manier om in javascript een variabele aan te maken?
A
$mijnVariabele = 'Hallo';
B
let mijnVariabele == 'Hallo';
C
String mijnVariabele = 'Hallo';
D
let mijnVariabele = 'Hallo';
Slide 4 - Quiz
Wat wordt er met deze code in de console geprint?
A
Z
B
Y
C
Er wordt niets in de console geprint
D
X
Slide 5 - Quiz
Met welke code zet je vanuit Javascript een stuk tekst in een div element?
A
document.getElementById("mijnDiv")
.value = "dit is een tekst";
B
document.getElementById("mijnDiv")
.innerHTML = "dit is een tekst";
C
document.getElementById("mijnDiv")
.write = "dit is een tekst";
D
document.getElementById("mijnDiv")
= "dit is een tekst";
Slide 6 - Quiz
Wat wordt er met deze code in de console geprint?
A
86
B
14
C
Er wordt niets in de console geprint
D
68
Slide 7 - Quiz
Welke code heeft precies hetzelfde resultaat als regel 3 in de onderstaande code
A
let text3 = text1 + text2;
B
let text3 = text1.paste(text2);
C
let text3 = text1 + " " + text2;
D
let text3 = "text1 text2";
Slide 8 - Quiz
Met welke code kan je in Javascript een string naar een getal converteren?
A
let getalString = "134";
let getal = toInt(getalString);
B
let getalString = "134";
let getal = intParse(getalString);
C
let getalString = "134";
let getal = parseInt(getalString);
D
let getalString = "134";
let getal = parseInteger(getalString);
Slide 9 - Quiz
Welke waarde heeft getal1 na het uitvoeren van de code:
A
17
B
12
C
23
D
48
Slide 10 - Quiz
Met welke code kun je een gebruiker iets vragen in een pop-up?
A
window.prompt(“Hoe oud bent u?”);
B
window.ask(“hoe oud bent u?”);
C
window.popup(“hoe oud bent u?”);
D
<input src=”popup” “hoe oud bent u?”>
