Wiskunde week 1

• Wiskunde
• HBO
• Studiejaar 1

Welkom!!!

Even voorstellen:

Milan Janssen (35)

Algemene economie

Pax Christi College

Voorstelspel: bedenk één woord dat typisch bij jou past! (wij raden welk woord bij wie hoort!)

Waarom in godsnaam het vak Wiskunde op een docentenopleiding Economie?

Wie heeft het curriculum goed in zijn hoofd? Bij welke vakken heb je allemaal wiskunde nodig?

Conclusie

* Uiteindelijk maar 5 hoofdstukken

* aansluitend op micro economie

* aansluitend op rest van de opleiding

Vragen over het vak?

Functies en grafieken!
Welk begrip/woord komt er in je op bij het horen van deze onderwerpen?

Functies en grafieken

Komt veelal voor in de algemene economie:

Micro: denk aan vraag- & aanbodmodellen

Macro: denk aan conjunctuurgrafieken

Basis

* x- as: horizontale lijn, van links naar rechts

* Y-as: verticale lijn, van laag naar hoog

* lijn = de functie

Basis voorafgaand aan wiskunde: de rekenregels

Meneer van Dale wacht op antwoord:

1. haakjes wegwerken

2. macht en wortel

3. vermenigvuldigen en delen

4. optellen en aftrekken

wat is het antwoord?
5 + 4 * 10/5 + (4 * 2) +

4​2​​

1. 32
2. 52
3. 37
4. 24

rekenregels positief of negatief

+ * + = +         + / + = +                      

+ * - = -           + / - = -

- * + = -           - / + = -

- * - = +           - / - = +

Ezelsbruggetje: twee dezelfde is altijd plus, al het andere is min.

Maak nu opdracht a t/m h van opdracht 1!

1.2 grafieken en coördinaten

Grafiek laat het overzicht zien van het verband tussen x en y.

Dus hoeveel is y bij een betreffende waarde x.

Een coördinaat is een exact punt in een grafiek.

Je begint altijd met x en daarna komt de y waarde.

dus..

Punt: (4;10)

dat betekent x = 4 en y = 10

Dus ga kijken op de x-as naar punt 4 en vanuit daar ga je omhoog langs de y-as naar 10.

Wat is het antwoord van de kernopdracht op blz 17?

Lineaire functies

* kaarsrechte lijn

* richtingscoëfficient met een constante

* oftewel:  Y = aX + b

* a= richtingscoëfficient        b= constante

 voorbeeld: Y = 4x + 10

dus elke rechte lijn is een lineaire functie

Grafieken tekenen

* je moet ook zelf grafieken kunnen tekenen

* lineaire functie is kaarsrecht, dus aan 2 punten heb je genoeg

* denk aan snijpunten. (x=0 of y=0)

Of gebruik verhoudingstabel en verzin 2 willekeurige waarden van x.

Dit was hoofdstuk 1

* nu ken je de rekenregels

* doel van grafieken

* grafieken tekenen en aflezen

* je weet wat coördinaten zijn

* je begrijpt lineaire functies

Huiswerk

*maak van elke paragraaf de opdrachten bij 'O' en 'K'.

* als je alle opdrachten begrijpt en goed kunt maken. Dan hoef je niet naar het 2e blok te komen.

* heb je moeite: kom naar het 2e blok.