Wk 5 B Blok 5 EHBO ziekteleer

Onderdeel B EHBO/ ziekteleer
Werkveld: Sportcentrum
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Onderdeel B EHBO/ ziekteleer
Werkveld: Sportcentrum

Slide 1 - Diapositive

Onderdeel B EHBO/ ziekteleer
  • Je kunt uitleggen wat een blessure is.
  • Je kunt uitleggen hoe blessures voorkomen kunnen worden.
  • Je kunt uitleggen wat Epileptische aanval is en hoe je moet handelen.
  • Je kunt eenvoudige EHBO-technieken toepassen: (steunverband)

Slide 2 - Diapositive

Wat is een blessure?

Slide 3 - Carte mentale

Hoe krijg je een blessure?
Blessure is een beschadiging aan een bot, spier of gewricht.

Ontstaan door valpartij of door lang achter elkaar dezelfde beweging maken= overbelasting

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

spierblessures
als spieren moe worden, gaan ze trillen of stoppen ermee. Er ontstaan afvalstoffen.
teveel afvalstoffen in de spieren achterblijven dan krijg je spierpijn.

Slide 6 - Diapositive

spierkneuzing
• Een flinke botsing of val tijdens sporten kan een spierkneuzing veroorzaken.
• spierkneuzing: spiervezels en bloedvaatjes in de spier gaan stuk.
• kapotte bloedvaatjes: blauwe plek(bloeduitstorting)
• koelen:vermindert de pijn en zwelling

Slide 7 - Diapositive

Gewrichtsblessures
• verstuiking van de enkel: gewrichtskapsel en gewrichtsbanden rekken soms te ver uit of ze scheuren in. Botten blijven op hun plaats, maar het gewricht zwelt op.

Slide 8 - Diapositive

welke gewrichtsblessures zijn er?
• ontwrichting, gewrichtsknobbel gaat
uit de gewrichtskom
• arts zet de gewrichtsknobbel weer
terug
• gewrichtsbanden zijn dan opgerekt,
met rust komt dat weer goed

Slide 9 - Diapositive

Benoem de lichaamsdelen waaraan je geblesseerd kunt raken:
Opdracht 1.1, 1.2 en 1.3  (Blessures en kleine ongelukken bij het sporten)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Hoe voorkom je blessures?

Niet alle blessures kun je voorkomen. Je kunt echter wel goede voorzorgsmaatregelen treffen. Wanneer je goed let op de onderstaande punten, maak je de kans op een blessure kleiner.
-Leefstijl: Wanneer je lichaam niet gezond is, is de kans op blessures groter. Zorg dus dat je gezond leeft en je gewicht binnen de perken houdt.
-Sportuitrusting: Zorg voor goede kleding en schoenen.
-Het weer: Let goed op tijdens welk weer je gaat sporten. Zo voorkom je oververhitting, onderkoeling of valpartijen wegens gladheid.
-Warming-up: Doe altijd een warming-up om je spieren klaar te maken voor een krachtsinspanning.
-Train verantwoord: Train niet zwaarder dan je aan kunt.
-Coolingdown: Doe een cooling down om je spieren weer tot rust te laten komen.

Slide 12 - Diapositive

Wat is een coolingdown
• om spierpijn te voorkomen 
• rek- en strekoefeningen 
• rustig rondjes lopen 
• er stroomt dan voldoende bloed door de spieren om alle afvalstoffen af te voeren

Slide 13 - Diapositive

Kneuzing en verstuiking
altijd in gewricht door inwendige oorzaak
uitwendige oorzaak bijv.  vallen/stoten

Slide 14 - Diapositive

Mevrouw Bloks heeft een voetblessure
1. Bekijk het filmpje 
2. Maak opdracht 3.1, 3.2 en 3.3



3. Oefenen met drukverband aanleggen: Steunverband

Slide 15 - Diapositive

Wat is een BHV'er? Wie weet dat?

Slide 16 - Diapositive

Wat is een BHV'er? Wie weet dat?
Een bedrijfshulpverlener biedt hulp als er in of bij een pand (school, sportschool, winkel of bedrijf) een incident is. 
De bhv'er weet wat er met gebeuren tijdens een incident en handelt daar naar.

Slide 17 - Diapositive

Noem de 3 hoofdtaken van een bhv'er
Zoek dit op in de theorie

Slide 18 - Question ouverte

Opdracht 6 
Maak opdracht 6.1 t/m 6.3 (blok 5 opdracht 6, BHV en EHBO in het sportcentrum.

Slide 19 - Diapositive

Opdracht 8 Hoe kun je helpen?
Wat te doen bij een botbreuk?

Maak opdracht 8.1





Slide 20 - Diapositive

Samengevat: 
Blessures 
botten en gewrichten
  • Een botbreuk ontstaat vaak na een val.
  • Wanneer de gewrichtsknobbel uit de gewrichtskom schiet heb je een ontwrichting ( bv arm uit de kom)
  • Verstuiking: Wanneer het gewrichtskapsel van te ver uitrekt of in scheurt .

Slide 21 - Diapositive

                                Botbreuk


scheurtje in het bot of echt doorgebroken
(open of gesloten breuk)
- pijn, zwelling en verkleuring van de huid
- staat in een abnormale stand
- kan niet goed bewogen worden
- kan niet steunen op het lichaamsdeel

Slide 22 - Diapositive

Behandeling botbreuk

- niet bewegen/ rechtzetten
- open wond > afdekken met een dekverband (steriel)
- bel 112 bij open botbreuken of gesloten botbreuken van been, heup en bekken, bij blauwe of zeer bleke ledematen en bij hevige pijn.
- niet  laten eten/drinken
- sieraden verwijderen
-evt. koelen


Slide 23 - Diapositive

Mevrouw Bloks heeft een voetblessure
1. Bekijk het filmpje 
2. Maak opdracht 3.1, 3.2 en 3.3

Slide 24 - Diapositive

Waardoor kun je een blessure op lopen?
A
Slecht dempende sportschoenen
B
Geen opbouwend hardloopschema
C
oude sportkleding
D
Veel trainen zonder rust

Slide 25 - Quiz

Hoe noem je een blessure aan een gewricht:
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek

Slide 26 - Quiz

Wat is geen effect van een goede warming-up?
A
De hartslag gaat omhoog
B
De kans op blessures wordt kleiner
C
De spieren worden opgewarmd
D
Je verbrand de meeste calorieën

Slide 27 - Quiz

wat is verzwikt
A
als je arm uit de kom is
B
als je plotseling pijn krijgt
C
als je door je enkel gaat
D
als je hoofdpijn krijgt

Slide 28 - Quiz

Wat zie je bij een botbreuk?
A
De huid is rood of blauw en gezwollen, abnormale stand van het lichaamsdeel
B
Een wond
C
Normale beweging is mogelijk maar het slachtoffer heeft veel pijn
D
Rood, gezwollen en normale stand van het lichaamsdeel

Slide 29 - Quiz

Als iemand een botbreuk heeft, wat mag je dan niet doen?
A
Het gebroken lichaamsdeel rust geven
B
Het gebroken lichaamsdeel steun geven
C
Het gebroken lichaamsdeel recht leggen
D
Het gebroken lichaamsdeel met rust laten

Slide 30 - Quiz

Kneuzing of botbreuk? Je ziet een abnormale stand van het lichaam
A
Botbreuk
B
Kneuzing

Slide 31 - Quiz

Wat is er moeilijk te onderscheiden en waarom?
A
Botbreuk-ontwrichting
B
Ontwrichting-kneuzing
C
Botbreuk-kneuzing
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 32 - Quiz

Welke van de 3 moet je koelen
A
Ontwrichting
B
Kneuzing
C
Botbreuk
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 33 - Quiz

Een ander woord voor ontwrichting is ……….
A
Uit de kom
B
een botbreuk
C
een verstuiking
D
een kneuzing

Slide 34 - Quiz