Omgaan met ongewenst gedrag

5.17
Omgaan met ongewenst gedrag
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

5.17
Omgaan met ongewenst gedrag

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
Aan het einde van de les kun je vertellen wat ongewenst gedrag betekend.

Aan het einde van de les kun je vertellen wat afwijkend gedrag betekend. 

Slide 2 - Diapositive

wat denk je dat ongewenst gedrag betekent?

Slide 3 - Carte mentale

Iemand pesten op het werk is een voorbeeld van ongewenst gedrag.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 4 - Quiz

geef een voorbeeld van ongewenst gedrag

Slide 5 - Carte mentale

Ongewenst gedrag 
  • gevaar oplevert voor jezelf of anderen;
  • overlast veroorzaakt voor andere klanten;
  • ingaat tegen algemeen geaccepteerde regels;
  • ingaat tegen de regels van de organisatie waarvoor je werkt;
  • jouw persoonlijke grenzen overschrijdt.




Slide 6 - Diapositive

voorbeelden 
  • agressie;
  • schreeuwen;
  • vandalisme;
  • misdrijven;
  • discriminatie;
  • ongewenste intimiteiten.





Slide 7 - Diapositive

Hoe ga jij om met ongewenst gedrag?

Slide 8 - Question ouverte

Afwijkend gedrag 

Afwijkend= Anders dan normaal

 Afwijkend gedrag 
gedrag dat anders is dan je had verwacht

Slide 9 - Diapositive

Wat is dan afwijkend gedrag?

Slide 10 - Carte mentale

Voorbeeld
Ongewenst gedrag: 
een volwassen klant geeft je een knuffel. Jij wilt dit niet. Je moet ingrijpen en je grens aangeven.

Afwijkend gedrag: 
een klant is boos op jou, terwijl je collega een fout heeft gemaakt. Hij kalmeert gelukkig snel. Jij hoeft nu niks te doen.

Slide 11 - Diapositive

Afwijkend gedrag dat geen problemen oplevert, accepteer je.
 Gedrag dat wel problemen oplevert?
probeer je op de juiste manier te reageren!

Slide 12 - Diapositive


Waarom zou iemand afwijkend gedrag kunnen vertonen?

Slide 13 - Question ouverte

  • Psychische problemen: Dingen zoals depressie of angst kunnen ervoor zorgen dat iemand zich anders gedraagt.
  • Biologische factoren: Genetische aanleg of aandoeningen zoals autisme of ADHD kunnen leiden tot afwijkend gedrag.
  • Opvoeding en omgeving: Een moeilijke thuissituatie, zoals ruzie thuis of weinig ouderlijke begeleiding, kan invloed hebben op iemands gedrag.
  • Invloeden van anderen: Druk van vrienden of sociale groepen kan iemand anders laten gedragen dan normaal.
  • Verslaving: Gebruik van alcohol, drugs of zelfs technologie zoals videogames kan leiden tot afwijkend gedrag.
  • Levensgebeurtenissen: Grote veranderingen of verlies van een dierbare kunnen iemand van streek maken en hun gedrag beïnvloeden.





Slide 14 - Diapositive

Hoe om te gaan met een agressieve klant?
STOP methode:
◆S= Stoom afblazen. Laat de klant even uitrazen.
◆T=  Tot de orde roepen. Roep de klant tot de orde.
◆O=  Opnieuw beginnen. Begin het gesprek opnieuw.
◆P=  Passen bij herhaling. Stop het gesprek.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

is dit jou wel eens over komen?

Slide 17 - Carte mentale

Hoe ga je als helpende om met ongewenst gedrag?

Slide 18 - Question ouverte

Opdracht
Vanaf nu krijg je casussen te zien waarbij je moet beantwoorden hoe jij zou omgaan met de situatie als helpende. 

Slide 19 - Diapositive

Tom roept vaak door de klas heen en stoort regelmatig de les. Hij lijkt moeite te hebben om stil te zitten en luistert niet naar de instructies.

Slide 20 - Question ouverte

Je merkt dat een cliënt wordt gediscrimineerd door andere cliënten. Hoe ga jij hier mee om als helpende?

Slide 21 - Question ouverte

Je merkt dat een collega jou seksueel intimideert. Hoe ga jij hier mee om?

Slide 22 - Question ouverte

omgaan met afwijkend gedrag/conflict
  • Vluchten (negeren, ontkennen, uit de weg gaan)
  • Toedekken (lacherig doen, bang voor afwijzing)
  • Vechten (je gaat erin mee)
  • Confronteren (ik boodschap, goed luisteren)
  • Onderhandelen (samen opzoek naar een oplossing)

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk
opdracht 1a t/m 4c (3c hoeft niet!) is van vorige week!
1a t/m 2 is van deze week!

Slide 24 - Diapositive