powercollege 15_productiefactor arbeid

powercollege 15
KANO: productiefactor arbeid 

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

powercollege 15
KANO: productiefactor arbeid 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
 Na deze les kun je:
  •  Het begrip arbeidsmarkt uitleggen en benoemen wie de vraagkant en wie de aanbodkomt vormen. 
  •  De rechten van het personeel benoemen. 
  •  Uitleggen wat mechanisatie en automatisering doen met de werkgelegenheid. 
  • Het verschil uitleggen tussen structurele en conjuncturele werkloosheid. 

Slide 2 - Diapositive

Arbeidsmarkt
Het totaal van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid

Slide 3 - Diapositive

Werkgelegenheid
De totale vraag naar de productiefactor arbeid.

Slide 4 - Diapositive

Beroepsbevolking

beroepsbevolking = aanbod van arbeid


Beroepsbevolking zijn alle inwoners van Nederland van 15 tot 67 (dit wordt steeds ouder) die werken of werk zoeken voor ten minste 12 uur in de week.


Slide 5 - Diapositive

Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
A
aanbod.
B
vraag.

Slide 6 - Quiz

Bij een tekort op de arbeidsmarkt zijn er te veel ....
A
banen.
B
werknemers.
C
werkzoekenden.
D
werklozen.

Slide 7 - Quiz

Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?

A
arbeiders
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je de prijs van arbeid?

Slide 9 - Question ouverte

Als er veel vraag is naar programmeurs, en er zijn er weinig, dan is het salaris hoog.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Als het aanbod groter is dan de vraag
Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
>
ruime arbeidsmarkt

Slide 11 - Diapositive

Als het aanbod kleiner is dan de vraag
Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
<
krapte arbeidsmarkt >> lonen stijgen

Slide 12 - Diapositive

Wat als lonen stijgen?


    Werknemers:
    • meer inkomen
    • meer besteden
    • goed voor de werkgelegenheid

    Werkgevers:

    • hogere kosten
    • prijzen producten stijgen
    • verkoop daalt
    • slecht voor de werkgelegenheid

    Slide 13 - Diapositive

    Vroeger

    Productie met de hand.
    Kostte vaak veel tijd.
    Nu
    Door:
    Mechanisatie en 
    Automatisering kan meer meer producten maken in dezelfde tijd.

    De arbeidsproductiviteit is gestegen.

    Slide 14 - Diapositive

    Arbeidsproductiviteit 
    = de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd.

    Slide 15 - Diapositive

    Arbowet
    De werkgever moet ervoor zorgen dat werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden. 

    ARBO: ARBeidsOmstandigheden

    Slide 16 - Diapositive

    Arbeidstijdenwet
    Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden:
    • Hoeveel uur je mag werken per dag en hoeveel pauze je dan moet krijgen.
    • Hoeveel nachtdiensten of ploegendiensten je mag draaien.
    • Het verlof voor zorgtaken: zwangerschapsverlof of ouderschapsverlof.

    Er is een speciale arbeidstijdenwet voor jongeren:
    • Schooltijd telt als werktijd.
    • Beperkt aantal uren in de avond en het weekend.
    • Regels veranderen per jaar dat je ouder wordt.

    Slide 17 - Diapositive

    Hoeveel mogen kinderen van 15 jaar werken?
    Klik op de link en lees goed door wat de regels zijn voor 15-jarigen op de arbeidsmarkt.


    Slide 18 - Diapositive

    Wat voor regels zijn er voor een 15-jarige voor het werken op zondag?

    Slide 19 - Question ouverte

    Hoeveel mag je als 15-jarige maximaal werken op een schooldag?
    A
    1
    B
    2
    C
    3
    D
    4

    Slide 20 - Quiz

    Minimumloon

    Het wettelijk vastgestelde loon dat een werkgever ten minste moet betalen aan werknemers.

    Slide 21 - Diapositive

    Wat staat er in de Arbeidstijdenwet?
    A
    Wet waarin de regels staan over werktijden
    B
    Wet waarin de regels staan over rusttijden
    C
    Wet waarin de regels staan over lonen en vakantiedagen
    D
    Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden

    Slide 22 - Quiz

    Wat is de Arbowet?
    De werkgever moet ervoor zorgen dat....
    A
    werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.
    B
    werkgevers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.

    Slide 23 - Quiz

    Welke regels vallen niet onder de Arbowet?
    A
    een helm
    B
    ergonomische bureaustoel
    C
    goed geventileerde werkruimte
    D
    koffiepauze als je meer dan 4 uren werkt

    Slide 24 - Quiz

    Conjuncturele werkloosheid

    • Tijdelijk
    • oorzaak: daling van lonen en/of export

    Slide 25 - Diapositive

    Structurele werkloosheid (1)
    • Blijvend

    Slide 26 - Diapositive

    Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 27 - Quiz

    Wanneer de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
    A
    frictie
    B
    structurele
    C
    machinale
    D
    conjuncturele

    Slide 28 - Quiz

    Leerdoelen
     Na deze les kun je:
    •  Het begrip arbeidsmarkt uitleggen en benoemen wie de vraagkant en wie de aanbodkomt vormen. 
    •  De rechten van het personeel benoemen. 
    •  Uitleggen wat mechanisatie en automatisering doen met de werkgelegenheid. 
    • Het verschil uitleggen tussen structurele en conjuncturele werkloosheid. 

    Slide 29 - Diapositive