VWO 2 PTO 3 L 2 Europese handel

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog over Nederland tussen 1500 en 1600 (periode 2)

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoelen


Hoe kon de Republiek uitgroeien tot een van de belangrijkste landen in Europa?

  1.  Je kunt uitleggen waarom de 17e eeuw ook wel de “Tijd van Regenten en Vorsten” wordt genoemd. (R)
  2. Je weet wat de volledige naam van de Republiek was. (R)
  3. Je kunt uitleggen wat er wordt bedoeld met een “Gouden Eeuw”. (T1)
  4.  Je kunt uitleggen hoe de Republiek politiek, sociaal en economisch een uitzondering vormde in vergelijking met andere Europese landen uit de 17e eeuw.  (T2)



Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Moedernegotie
 “moeder van alle handel” 
= hetzelfde als Oostzeehandel
= basis  economisch succes Republiek.

Export naar Oostzee
Nederlandse + zuid-Europese producten 
Import uit Oostzee: 
Goedkoop graan -->  Voldoende eten voor groeiende steden 
Hout --> nodig voor constante bouw grote schepen



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Maken
Samenvattingsopdracht paragraaf 3.1

Slide 12 - Diapositive

Commerciële landbouw
Steden hebben eten nodig. 
1. Graan groeit lastig in zoute Nederlandse bodem. 
2. Graan uit de Oostzee is goedkoper.
Dus: Boeren hoeven geen graan meer te produceren.
Wat dan wel? Alles wat je goed kan verkopen.
1) Vlas, hennep, koolzaad.
2) Veeteelt (koe -> melk/boter/kaas, varken-> vlees) 
= landbouw gericht op handel

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Controle vraag
Wat betekent de moedernegotie?
A
a. onderhandelen met je moeder
B
b. je moeder dingen vragen
C
c. De handel van de Republiek met het verre Oosten
D
d. De handel van de Republiek met de Oostzee

Slide 21 - Quiz

Begrippen uit deze les
moedernegotie
commerciële landbouw
handel

Slide 22 - Diapositive


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 23 - Question ouverte


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 24 - Question ouverte