2023 2D H5.3 Belasting op shoppen

2D Wat gaan we doen, in dit blokuur?
Lesdoel 
Korte Herhaling
Instructie Lesson-Up
4e uur = opdrachten maken en nakijken
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

2D Wat gaan we doen, in dit blokuur?
Lesdoel 
Korte Herhaling
Instructie Lesson-Up
4e uur = opdrachten maken en nakijken

Slide 1 - Diapositive

H5.3 Belasting op shoppen
Leerdoelen:
  • Je weet wat btw is.
  • Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
  • Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.
  • Je kunt van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs exclusief btw.


Slide 2 - Diapositive

Wat is de afzet?
A
Het aantal verkochte producten
B
de waarde van de verkochte producten
C
Het aantal producten dat je hebt ingekocht
D
De waarde van de producten die je hebt ingekocht

Slide 3 - Quiz

Hoe bereken je de Omzet?

Omzet=...
A
Afzet x Verkoopprijs
B
Verkoopprijs x Inkoopprijs
C
Afzet x Inkoopprijs
D
Kosten + Verkoopprijs

Slide 4 - Quiz

de bruto winstopslag is
A
de prijs die de winkelier betaalt aan de leverancier
B
de prijs die de klant betaalt aan de winkelier
C
het verschil tussen de inkoopprijs en de verkoopprijs
D
de inkoopprijs - de verkoopprijs

Slide 5 - Quiz

0

Slide 6 - Vidéo

  • Je betaalt de verkoopprijs en btw

Slide 7 - Diapositive

BTW Belasting toegevoegde waarden
  • Belasting over de toegevoegde waarde
  • 0% / 9% / 21%
  • De verkoper berekent dit over de verkoopprijs (= de prijs die de verkoper wil hebben voor zijn product)
  • De verkoper betaalt de btw aan de overheid (= indirecte belasting)

Slide 8 - Diapositive

  • Jij betaalt btw aan de verkoper
  • De verkoper betaalt de btw aan de overheid
  • Indirecte belasting: je betaalt via de winkelier / verkoper aan de overheid

Slide 9 - Diapositive

Verkoopprijs versus consumentenprijs
  • Verkoopprijs
  • Het bedrag dat de winkel wil ontvangen
  • Btw
  • 9% of 21% van de verkoopprijs
  • Consumentenprijs
  • Het bedrag dat de consument betaalt

Slide 10 - Diapositive

Berekenen

Verkoopprijs
  • 100%
Btw
  • 9% 
Consumentenprijs
  • 109% 
  • 100%
  • 21% 
  • 121% 
  • Je koopt een tas met een verkoopprijs van € 45. Het btw tarief is 21%
  1. Bereken de btw
  2. Bereken de consumentenprijs

Slide 11 - Diapositive

Heeft er iemand nog vragen?

Slide 12 - Diapositive

Wat is omzet?
A
Afzet x inkoopprijs
B
Inkoopprijs x verkoopprijs
C
Afzet x verkoopprijs
D
Afzet : verkoopprijs

Slide 13 - Quiz

Inkoopprijs + ..... = verkoopprijs
A
Nettowinst
B
Brutowinst
C
Omzet
D
BTW

Slide 14 - Quiz

Btw (1)

Slide 15 - Diapositive

Wanneer betaal je Btw?
Als je iets koopt betaal je Btw

-Btw staat voor Belasting over de toegevoegde waarde
-Ander woord voor Btw is omzetbelasting.
-De Btw is in 2021 van 6% naar 9% gegaan. 

Slide 16 - Diapositive

Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs
( Verkooprijs + BTW )
  1. BTW berekenen:
    € 125 : 100 x 21% = € 26,25 
  2. of 21% :100 x 125 = 26,25 euro
  3. Consumentenprijs berekenen
    € 125 + € 26,25 = € 151,25

Slide 17 - Diapositive

Wat betekent de afkorting BTW?
=leervraag
A
Belasting Totale Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Bruto Toegevoegde Waarde

Slide 18 - Quiz

is verkoopprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief

Slide 19 - Quiz

Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs zonder btw
B
de btw
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs

Slide 20 - Quiz

9%
21%

Slide 21 - Question de remorquage

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 22 - Quiz

Hoeveel procent btw betaal je voor de volgende producten? Sleep het juiste antwoord naar het product. 
Brood 
Fiets 
Groente
Tablet 
9%
21%

Slide 23 - Question de remorquage

Je koopt een tas met een verkoopprijs van €45. Het btw tarief is 21%.
1. Bereken de btw.

Slide 24 - Question ouverte

Je koopt een tas met een verkoopprijs van €45. Het btw tarief is 21%.
2. Bereken de consumentenprijs.

Slide 25 - Question ouverte

Een winkelier koopt t shirts voor 20 euro in Hij wil 10 % brutowinst maken. wat wordt de verkoopprijs??

Slide 26 - Question ouverte

De verkoopprijs van een IPhone is € 332,75 . De BTW is 20 % hoeveel is de consumentenprijs?
A
402,63
B
288
C
399,3
D
275

Slide 27 - Quiz

De Consumentenprijs
Inkoopprijs
100%
€50,00
Brutowinstmarge
20%
€10,00
Verkoopprijs ex BTW
120%
€60,00
Verkoopprijs ex BTW
100%
€60,00
BTW
21%
€12,60
Consumentenprijs (inclusief BTW)
121%
72,60

Slide 28 - Diapositive

Een flesje parfum wordt ingekocht door de parfumerie voor € 25,-. De brutowinstopslag is 40%.
Wat is de verkoopprijs
A
€ 25,-
B
€ 15,40
C
€ 34,60
D
€ 9,60

Slide 29 - Quiz

Op kleiding zit welke btw?
A
9%
B
21%
C
Geen btw

Slide 30 - Quiz

Op een iPhone zit welke btw?
A
9%
B
21%
C
Geen btw

Slide 31 - Quiz

Voor wie is de BTW?
De btw is niet voor de winkelier.
De winkelier ontvangt de gehele consumentenprijs
De btw neem hij of zij apart en geeft dat door aan de belastingdienst.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

2D Aan de slag
Maken alle opdrachten, je hebt het hele 4e lesuur de tijd
Klaar? Nakijken
Daarna in stilte iets voor jezelf

Slide 35 - Diapositive