Hormoonstelsel

Hormonen
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Hormonen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesinhoud
  • Wat is een hormoon?
  • Waar worden hormonen gemaakt?
  • Hoe wordt de hormoonconcentratie in het bloed gereguleerd?
  • Wat is het effect van een hormoon en op welke cellen?


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je van hormonen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen
  • Hormoonklieren:
        produceren hormonen

o.a. van belang bij groei, seksualiteit en voortplanting, gespierdheid, humeur, slaap- en waakritme

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen
chemische stof - specifieke werking -> 'signaalstoffen':
hormoonklieren > interne secretie > hormoon > doelwitcellen > receptor om chemische boodschap op te vangen > remmende of stimulerende werking

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten hormonen
  • Steroïdhormonen (steroïden): vetachtige stoffen, gemaakt uit cholesterol, o.a. cortisol en testosteron


  • Eiwithormonen (peptiden): wateroplosbare stoffen, o.a. insuline en adrenaline.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regelkringen
  • Balans aanmaak en afbraak (regelmechanisme m.b.t. de concentratie van het hormoon)
  • Feedback = terugkoppeling


  • Concentratie hormoon laag: aanmaak hormoon
  • Concentratie hormoon hoog: stop aanmaak hormoon

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Cv-ketel:

  • 21 graden afgesteld
  • sensor meet temperatuur
  • wordt het warmer?
  • thermostaat (rem) laat ketel afslaan
  • wordt het weer kouder?
  • ketel gaat weer aan (rem los)
Hormoonstelsel (bijv. schildklier):

  • hypofyse maakt schildklierhormoon
  • hypothalamus meet waarde (sensor)
  • te hoog? hypofyse moet stoppen met aanmaak
  • te laag? hypofyse moet produceren

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormoonproductie
Op meerdere manieren worden hormonen aangemaakt:
  1. Hormoonklieren als orgaan (endocrien): maken alleen hormonen aan en geven direct af aan het bloed (bijv. hypofyse, schildklier)
  2. Hormoonklieren in ander orgaan (bijv. eilandjes van Langerhans - insuline) 
  3. Hormoonproducerende cellen (weefsel): hormonen worden aangemaakt op de plek waar het ook nodig is (bijv. gastrine in de maag, secretine in het duodenum, histamine in de huid)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormoonklieren
De hormoonklieren in het lichaam zijn: 
- Hypothalamus + hypofyse
- Pijnappelklier
- Schildklier 
- Bijschildklieren 
- Eilandjes van Langerhans (Pancreas) 
- Juxtaglomerulairecellen (nieren)
- Bijnieren 
- Geslachtsklieren (eierstokken en zaadballen) 



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar worden hormonen direct in afgegeven?
A
In de huid
B
Aan het bloed door hormoonklieren
C
In de spieren
D
In de longen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt bij hoge hormoonconcentratie?
A
Versterkt de werking van hormoon
B
Stop aanmaak van hormoon
C
Verhoogt de aanmaak van hormoon
D
Vermindert de receptoractiviteit

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet de hypothalamus?
A
Regelt de temperatuur
B
Meet hormoonwaarden en geeft signalen
C
Maakt bloed aan
D
Produceert alleen insuline

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke klier produceert schildklierhormoon?
A
Bijnieren
B
Pijnappelklier
C
Eilandjes van Langerhans
D
Hypofyse

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn signaalstoffen?
A
Voedingsstoffen in ons lichaam
B
Zuurstof voor de cellen
C
Hormonen die specifieke werking hebben
D
Afvalstoffen in het bloed

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypothalamus/ Hypofyse-systeem
Hypothalamus: De 'regelaar'
  • Produceert ADH en Oxytocine
  • Geeft opdracht aan de hypofyse tot meer/ minder productie van hormonen:
    Stimuleren (releasing factor), bv. PSH (prolactinestimulerendhormoon)
    Remmen (inhibiting factor), bv. dopamine.

Hypofyse: De 'onderbaas'
  • Regelt lichaamsfuncties door uitscheiden van hormonen
  • Bestaat uit een voorkwab en een achterkwab


Slide 18 - Diapositive

De hypothalamus en de hypofyse zijn met de hypofysesteel met elkaar verbonden. De hypothalamus 'meet' of er voldoende van een bepaald hormoon in het bloed aanwezig is. 

Wanneer het lichaam meer of minder van een bepaald hormoon nodig heeft, geeft de hypothalamus de hypofyse een seintje. Dat gaat met behulp van hormonen.
Hypofyse
  • Hypofysevoorkwab = endocrien weefsel
  • Hypofyseachterkwab = zenuwweefsel

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypofysevoorkwab = adenohypofyse

Effecthormonen (zelf direct effect)
  • Groeihormoon (GH)
  • Prolactine (PRL)

Glandotrope hormonen (aanzet tot aanmaak):
  • Schildklierstimulerend hormoon (TSH)
  • Adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
  • Luteïniserend hormoon (LH)
  • Follikelstimulerend hormoon (FSH)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypofyseachterkwab = neurohypofyse
Opslag en doorgifte hormonen, aangemaakt door hypothalamus:
  • Oxytocine: weeën en toeschietreflex
  • Antidiuretisch hormoon (ADH):
    vochthuishouding/ osmotische waarde

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pijnappelklier = epifyse
  • Melatonine: dag-nachtritme
  • Productie ↑ als het donker wordt

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet oxytocine?
A
Weeën en toeschietreflex
B
Dag-nachtritme beïnvloeden
C
Vochthuishouding reguleren

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de hypofyse?
A
Scheiding van hormonen
B
Reguleert bloeddruk
C
Regelt lichaamsfuncties
D
Produceert melatonine

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat produceert de hypothalamus?
A
Melatonine
B
ADH
C
Prolactine
D
Oxytocine

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypofysevoorkwab
Hypofyse achterkwab
Hypothalamus
Epifyse
Melatonine
ADH
Prolactine
Oxytocine

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Schildklier - thyroïd
Schildklierhormonen (T3 en T4):
  • Celstofwisseling
Calcitocine:
  • Verlaagt calciumgehalte in het bloed

Bijschildklier > parathormoon (antagonist van calcitocine)

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Te snel werkende schildklier

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Te langzaam werkende schildklier

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Struma
Vergroting/vormverandering van de schildklier:
  • Diffuus
  • Nodulair (knobbelvormig)
  • Solitaire knobbel
En schildkliervergroting of vormverandering hoeft niet samen te gaan met een toename van de functie. Bij een schildkliervergroting kan de functie ook normaal of juist verminderd zijn.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een solitaire knobbel?
A
Een enkele knobbel in de schildklier
B
Vergroting van de schildklier
C
Verspreide vergroting
D
Verhoogde functie

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een te snel werkende schildklier?
A
Hypothyreoïdie
B
Hyperthyreoïdie
C
Struma
D
Nodulair schildklier

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet calcitonine in het lichaam?
A
Verhoogt calciumgehalte in het bloed
B
Stimuleert schildklierhormonen
C
Verhoogt stofwisseling
D
Verlaagt calciumgehalte in het bloed

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alvleesklier - pancreas
Eilandjes van Langerhans:
Insuline:
- verlaagt glucose
Glucagon:
- verhoogt glucosegehalte
regelkring

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon komt vrij bij een hoge bloedsuikerspiegel?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glycogeen

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon komt vrij bij een lage bloedsuikerspiegel?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glycogeen

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juxtaglomerulair complex - nieren
Renine = hormoon

Angiotensine

Aldosteron = hormoon

Systeem
Bij een lage bloeddruk...

Slide 38 - Diapositive

Het RAAS is een systeem waarmee het lichaam de bloeddruk kan regelen.

Bij een lage bloeddruk produceren de nieren het hormoon Renine.

Het hormoon Renine zorgt voor de vorming van angiotensine 1 in het bloed

Angiotensine 1 wordt door het enzym ACE omgezet in angiotensine 2.

Angiotensine 2 zorgt voor vaatvernauwing en voor productie van aldosteron -> vasthouden van zout en water

Hierdoor stijgt de bloeddruk weer
Bijnieren
Bijnierschors (cortex), endocrien weefsel:
  • Aldosteron (Na, K-huishouding)
  • Glucocorticoiden, o.a. cortisol (glucose-huishouding)
  • Geslachtshormonen: androgenen en oestrogenen

Bijniermerg (medulla), zenuwweefsel:
  • Adrenaline en noradrenaline: stresshormonen

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtsklieren vrouw
Eierstokken - ovaria:
  • Oestrogeen (o.i.v. FSH):
    primaire en secundaire geslachtskenmerken
  • Progesteron (o.i.v LH):
    groei baarmoederslijmvlies

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtsklieren man
Zaadballen - testes:
  • Testosteron (o.i.v. ICSH): 
    Primaire en secundaire geslachtskenmerken
    Aanmaak eiwitten → spierontwikkeling

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alvleesklier
Schildklier
Eierstokken
Zaadballen
Pancreas
Testes
Ovaria
Thyroïd

Slide 42 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Weefselhormonen
  • Erytropoëtine (EPO): aanmaak in nier en lever: stimuleert productie rode bloedcellen in beenmerg
  • Gastrine: stimuleert productie maagsap
  • Secretine: stimuleert afgifte pancreassap, stimuleert afgifte gal
  • Histamine: wordt afgegeven door beschadigde lichaamscellen - komt vrij bij allergische reactie

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke organen liggen in de hersenen?
Hypofyse
Thyroïd
Ovaria
Pancreas
Epifyse
Hypothalamus
Adrenes

Slide 44 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke processen in ons lichaam zijn hormonen betrokken?

Slide 45 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn glandotrope hormonen?
A
hormonen welke direct invloed hebben op bepaalde lichaamsfuncties
B
hormonen die andere hormoonklieren in het lichaam reguleren

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk onderdeel van de Cv kun je de hypothalamus vergelijken?
A
thermostaat
B
radiator
C
sensor
D
ketel

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De hypofyseachterkwab maakt zelf ADH en Oxytocine
A
waar
B
niet waar

Slide 48 - Quiz

nee, deze twee zijn aangemaakt door de hypothalamus, achterkwab is alleen doorgeefluik
TSH stimuleert de
A
bijnieren
B
borsten
C
schildklier
D
testes/ eierstokken

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hormoonklier speelt een rol bij dag-/nachtritme?
A
schildklier
B
nieren
C
eilandjes van Langerhans
D
pijnappelklier

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertel met eigen woorden:
  • wat de functie is van hormonen
  • welke organen welke hormonen produceren


  • Wat zijn nu je leervragen over hormonen?

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer geef je deze les?
210

Slide 52 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions