(1hv) H3 paragraaf 4 deel 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Planning:

• Introductie
  
• Uitleg paragraaf 4: Toerisme in Gambia blz. 46 BB blz. 137
• maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 4 blz.: 50
  
• Nabespreken paragraaf 4

Aan het einde van de les kan/weet je:

• wat massatoerisme is
• hoe de toerisme industrie werkt
  
• het verschil tussen directe en indirecte werkgelgenheid

laat een voorbeeld van toerisme zien

aantekeningen

toerisme in Gambia

• belangrijk voor de economie van Gambia.     
• 25% van het bnp wordt verdiend aan toeristen
• Mooie stranden en prettig klimaat  
• steeds meer voorzieningen

massatoerisme

er is een hoogseizoen. Een aantal drukke maanden

1. veel internationale bedrijven
   
2. georganiseerd door grote reisorganisaties
3. bepaalt de inrichting van steden
   

werk in toeristengebieden

• denk aan ober, gids, kamermeisje
• arbeidsintensief: veel mensen nodig voor het werk
• seizoenswerk: veek werk in het hoogseizoen

werk buiten toeristengebieden

• Denk aan: reisbureaus, vervoersbedrijven, productie van koffers en tenten     
• Toeristenindustrie: alle bedrijven die zich bezighouden met toerisme.

directe werkgelegenheid

• werk dat gelijk in contact komt en de doelgroep.
  
• bijv. baliemedewerkers met toeristen
  

indirecte werkgelegenheid

• bedrijven die door toerisme extra werk hebben
• bijv. bouwvakkers, reclamebureaus en schoonmakers
  

informele sector

• geen vast werk
• geen vast inkomen
• geen inkomsten bij ziekte
• er wordt niets opgeschreven

toeristen gaan naar Gambia voor...

1. een strand vakantie
2. een ski vakantie
3. een stedentrip
4. een roadtrip

deze afbeelding is een voorbeeld van...

1. massatoerisme
2. directe werkgelegenheid
3. indirecte werkgelegenheid
4. informele sector

het maken van koffers is een voorbeeld van

1. indirecte werkgelegenheid
2. directe werkgelegenheid
3. werk buiten toeristengebieden
4. werk in toeristengebieden

zelfstandig werken

lezen paragraaf 4 toerisme in Gambia

maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 4 H3

gebruik hierbij:

• leerboek blz. 46. BB blz. 137
  
• werkboek blz. 50
  

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

0