Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica zinsdelen: alles herhalen + H1 Les 1 + 2
Grammatica zinsdelen
Alles herhalen van periode 1
(2 lessen)
LES 1
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
90 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica zinsdelen
Alles herhalen van periode 1
(2 lessen)
LES 1
Slide 1 - Diapositive
Doel van de les
Deze twee lessen herhalen we
een zin ontleden: pv, ow, wg/ng, lv, en mv
Slide 2 - Diapositive
Wat moet je kunnen/weten?
Je moet een hele zin kunnen ontleden:
(pv, ow,)
wg/ng, lv en mv.
Slide 3 - Diapositive
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Tijdens de pauze
heeft
de directeur
mij
een waarschuwing
gegeven.
Slide 4 - Question de remorquage
Leg in je eigen woorden het verschil uit tussen een NG en een WG.
Slide 5 - Question ouverte
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp DOET iets
Alleen werkwoorden (soms 'te' en 'aan het')
Belangrijkste werkwoord (achteraan) is een zelfstandig werkwoord
Ik
heb
elke dag de woonkamer
gestofzuigd
voor mijn moeder.
Naamwoordelijk gezegde
Onderwerp IS iets
alle ww + [naamwoordelijk deel] = eigenschap/toestand v/h ow
belangrijkste werkwoord = kww
Trucje: het kww kan vervangen worden door
zijn, worden
en
blijven.
I
k
ben
vorige maand [25 jaar]
geworden
.
Slide 6 - Diapositive
Het team van het Nederlands elftal heeft op het WK-voetbal niet goed gepresteerd.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 7 - Quiz
Kleine kinderen zijn meestal bang in het donker.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 8 - Quiz
Eén van de beroemdste Nederlandse zangers is in ons dorp komen wonen.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 9 - Quiz
doet
is of wordt
Er is sprake van een werkwoordelijk gezegde als het onderwerp van de zin iets...
Er is sprake van een naamwoordelijk gezegde als het onderwerp van de zin iets...
Slide 10 - Question de remorquage
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Jesper is naar het circus geweest
Slide 11 - Question de remorquage
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Ik was een piraat
Slide 12 - Question de remorquage
Naamwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde
Het onderwerp doet iets
Het onderwerp is iets.
Slide 13 - Question de remorquage
Ontleed de onderstaande zin: pv, ow wg/ng.
"Na al dat luisteren waren de leerlingen uit 1b03 bekaf."
Slide 14 - Question ouverte
Antwoord vorige dia
"Na drie uur zwemmen / waren / de leerlingen uit 2J / bekaf."
pv = waren
ow = de leerlingen uit 1b03
ng = waren [bekaf]
Slide 15 - Diapositive
Leg in je eigen woorden uit wat een lijdend voorwerp is en een meewerkend voorwerp.
Slide 16 - Question ouverte
Lijdend voorwerp
ding of persoon ondergaat iets (= kan er niets aan doen dat het gebeurt)
Alleen bij een werkwoordelijk gezegde!
begint
nooit
met een voorzetsel
Wat/wie + pv + ow + rest wg
Meewerkend voorwerp
persoon ontvangt iets
kan bij werkwoordelijk én naamwoordelijk gezegde
begint vaak met aan/voor, je kunt aan/ voor ook weglaten
Aan wie/voor wie + pv + ow + (lv) + rest wg
Slide 17 - Diapositive
Ik zag
jou
op de hoek van de straat staan.
Lijdend
voorwerp
Meewerkend
voorwerp
Ander
zinsdeel
De zuster biedt hulp
aan oudere mensen.
Die tafel
heeft mijn broer getimmerd.
Het schilderij hangt
aan de muur
in het museum.
Slide 18 - Question de remorquage
Wat is het meewerkend voorwerp?
Zij heeft het ons toch verteld.
A
zij
B
heeft
C
ons
D
toch
Slide 19 - Quiz
Wat is het meewerkend voorwerp?
De docent heeft mij de betekenis van het meewerkend voorwerp uitgelegd
A
De docent
B
de betekenis
C
het meewerkend voorwerp
D
mij
Slide 20 - Quiz
Meewerkend voorwerp
Hem geef ik niets.
A
geen mwv
B
Hem
C
niets
Slide 21 - Quiz
Ontleed de onderstaande zin: pv, ow, wg, lv en mv.
"Op de A28 staan twee motoragenten bekeuringen uit te delen aan snelheidsduivels."
Slide 22 - Question ouverte
Antwoord vorige dia
"Op de A28 / staan / twee motoragenten / bekeuringen / uit te delen / aan snelheidsduivels."
pv = staan
ow = twee motoragenten
wg = staan uit te delen
lv = bekeuringen
mw = aan snelheidsduivels
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica zinsdelen: alles herhalen + H1 Les 1 + 2
Janvier 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica zinsdelen 2A1
Décembre 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica zinsdelen: alles herhalen (De brug + H1) Les 1 + 2
Janvier 2021
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica zinsdelen: alles herhalen + H1 Les 1 + 2
Janvier 2022
- Leçon avec
47 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
*Deel 3 Herhaling Grammatica zinsdelen, vwo2
Mars 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
WWG en NWG
Mars 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhalen Grammatica Zinsdelen H1 t/m H6
Novembre 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Klas 3H Herhaling grammatica zinsdelen
Novembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2