Quiz Ontwikkelingsleer Baby-Ouderdom

Quiz Ontwikkelingsleer 

Thema's 
Baby t/m ouderdom

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
OntwikkelingsleerMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 105 min

Éléments de cette leçon

Quiz Ontwikkelingsleer 

Thema's 
Baby t/m ouderdom

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Baby

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke leeftijd ben je een baby?
A
0 tot 1,5 jaar
B
0 tot 0,5 jaar
C
0 tot 1 jaar
D
0 tot 2 jaar

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdwijnt de loop/grijpreflex na enkele weken?
Ja
Nee

Slide 4 - Sondage

Ja, deze verwijnt na enkele weken
Wat is een fontanel?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De Peuter

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent de peuterpuberteit?
A
Een kind die 3 jaar is.
B
Een peuter die zich lichamelijk ontwikkeld.
C
Kind van 2 jaar oud die koppig is, alles zelf wilt doen en is driftig.
D
Een kind van de 1,5 die alleen maar huilt en het nergens mee eens is.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe oud ben je als je een peuter bent?

Slide 8 - Carte mentale

Je bent 1,5 jaar tot 4 jaar als je peuter bent. 
Groeien peuters meer in de lengte of in de breedte?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De Kleuter 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke leeftijd wisselt het gebit?
A
3 tot 4 jaar
B
5 tot 6 jaar
C
3 tot 6 jaar
D
4 tot 6 jaar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Cognitieve ontwikkeling
Motorische ontwikkeling
Sportmogelijkheden
Grove motoriek
Concreet denken
Zinnen maken

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke leeftijd ontstaat de handvoorkeur?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het jonge schoolkind

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een peergroep?
A
Leeftijdsgenoten waarmee je ruzie hebt.
B
Het fruit uurtje tijdens school met je klas.
C
Leeftijdgenoten waarmee je goed optrekt.
D
Een groepje kinderen met als lievelingsfruit peren.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is dit de leeftijd waarop het kind het meeste leert?
Ja
Nee

Slide 16 - Sondage

Ja, het kind leert het meeste in deze leeftijd. 
Wat ontwikkelen ze in deze leeftijdsfase?

Slide 17 - Carte mentale

Normen en waarden
Puber

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent: Puber scere?
A
Ontwikkelen tot volwassenen
B
Schaamhaar krijgen
C
Ruzie hebben met de ouders
D
De meiden die vrouwelijke vormen krijgen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de prefrontale cortex al volledig ontwikkeld? En wat betekent dit?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de prepuberteit?

Slide 21 - Carte mentale

De groeispurt bij meiden begint (vanaf 11,5 jaar) (bij jongens vanaf 14 jaar) begint voor de puberteit. 
Adolescent

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe oud is een adolescent?
A
16 tot 21 jaar
B
17 tot 22 jaar
C
15 tot 22 jaar
D
15 tot 21 jaar

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom bouwt een adolescent slaapschuld op?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent radicalisering?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De jonge volwassene

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf welke leeftijd nemen de CLUKS af?
A
34 jaar
B
32 jaar
C
30 jaar
D
35 jaar

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gaan mensen met kind sneller uit elkaar dan mensen zonder kind?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Krijg je vanaf deze leeftijd gewichtstoename?
Ja
Nee

Slide 29 - Sondage

Goede antwoord is: JA
De middelbare leeftijd

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort er bij deze leeftijdsfase?
A
Lichamelijke achteruitgang
B
Topprestaties
C
Ouderschap
D
Gewichtstoename

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Menopauze: Dit is de tweede fase van de overgang.
Klopt dit?
A
JA
B
NEE

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Komt de midlifecrisis vooral bij mannen of vrouwen voor?
A
Vrouwen
B
Mannen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De vroege ouderdom

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaan mensen met pensioen op deze leeftijd?
JA
NEE

Slide 35 - Sondage

Ja, mensen gaan met pensioen op deze leeftijd. 
Nemen reactiesnelheid en kracht beide af?
A
JA
B
NEE

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij deze leeftijd?
A
Komst van kleinkinderen
B
Penopauze
C
Gewichtstoename
D
Ouderschap

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De ouderdom

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wordt het sociale leven kleiner of groter?
A
Kleiner
B
Groter

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaat het cognitieve vermogen achteruit of vooruit?

Slide 40 - Carte mentale

Gaat achteruit
Wat neemt af?
A
Gehoor/gezichtsvermogen
B
Reactiesnelheid en kracht

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions