Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
THEMA 1 PROCENTEN en GETALLEN
LES 1 PERCENTAGE GEGEVEN
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Wat heb je geleerd?
Percentage gegeven
LES 1
Slide 3 - Diapositive
Formatief toetsen
Toets om te leren
(i.p.v. toetsen van het leren)
Het leren verbeteren.
Vooruit kijken wat er nog te leren is.
Leerproces volgen.
Leerdoelen
Slide 4 - Diapositive
Als de toets is nagekeken krijg je een cijfer. Dat cijfer geeft aan wat jij nog kunt leren.
En je leert door te doen!
Slide 5 - Diapositive
LET OP!
Schrijf de berekeningen in je schrift en typ alleen het antwoord.
Op de oranje dia's staan de uitwerkingen.
Slide 6 - Diapositive
Leerdoelen les 1
Ik kan een nieuw bedrag berekenen als de verhoging of verlaging in procenten gegeven is.
Ik weet wat btw betekent en kan ermee rekenen.
Slide 7 - Diapositive
Wat betekent de afkorting btw?
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Question ouverte
procententabel
vermenigvuldigingsfactor
%
100
1
97,5
€
4,50
X
4,387...
De nieuwe prijs van het kaartje is € 4,39
100% - 2,5% = 97,5%
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Question ouverte
procententabel
vermenigvuldigingsfactor
%
100
1
121
€
8,50
X
10,285...
Zayen moet € 10,30 betalen.
100% + 21% = 121%
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Question ouverte
procententabel
vermenigvuldigingsfactor
100 - 42 = 58
= 0,58
0,58 x 109 = 63,22
10058
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Question ouverte
procententabel
vermenigvuldigingsfactor
100% + 5,2% = 105,2%
= 1,052
1,052 x 3,75 = 3,945
100105,2
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Question ouverte
procententabel
vermenigvuldigingsfactor
100 + 21 = 121
= 1,21
1,21x 23,50 = 28,435
100121
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Question ouverte
procententabel
vermenigvuldigingsfactor
100 + 9 = 109
= 1,09
1,09 x 117,40 = 127,966
100109
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Diapositive
Bij een groothandel zijn de prijzen exclusief btw. Bij de kassa wordt de btw erbij opgeteld. Marnix koopt de artikelen hiernaast. Hoeveel moet hij betalen voor alle artikelen samen?
Slide 25 - Question ouverte
Slide 26 - Diapositive
EVALUATIE eindopdracht: Wat heb je geleerd?
A
Ik begrijp alles en heb ook alles goed gemaakt.
B
Ik begrijp alles, maar heb wel wat onnodige fouten gemaakt.
C
Ik begrijp nog niet alles, maar door te blijven oefenen zal dit goedkomen.
D
Ik begrijp nog te weinig en heb daarom nog extra hulp nodig.
Slide 27 - Quiz
Blijf 3 keer per week oefenen, zodat het in je lange termijngeheugen blijft zitten.