Les 7 (Week 12, 18/03 - Periode 2) - V2G/V2Z
1 / 19
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Om welk woord staat het eerste deel (ne / n’) en het tweede deel (pas, plus, jamais etc.) van de ontkenning?
A
Onderwerp
B
Persoonsvorm
C
Hele werkwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 3 - Quiz
français
néerlandais
ne .... pas
ne .... plus
ne .... jamais
ne .... rien
ne .... personne
Vertaal de ontkenningen:
niet ... meer
niets
niemand
niet / geen
nooit
Slide 4 - Question de remorquage
Je n'aime les croissants.
Je n'aime pas les croissants.
Je n'aime les croissants pas .
foute ontkennende zin
foute ontkennende zin
goede ontkennende zin
Slide 5 - Question de remorquage
Staat de ontkenning goed in de zin?
Nous ne avons plus un grand jardin.
Nous ne avons plus un grand jardin.
A
B
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Een delend lidwoord gebruik je
A
zowel in het Nederlands als in het Frans
B
alleen in het Nederlands
C
alleen in het Frans.
D
bij uitzonderingen in het Frans
Slide 9 - Quiz
Welk delend lidwoord?
Je mange ........ viande.
Je mange ........ viande.
A
de
B
d'
C
du
D
de la
Slide 10 - Quiz
2. Vul het delend lidwoord in
Je bois ... eau
Je bois ... eau
A
de
B
de l'
C
d'
D
des
Slide 11 - Quiz
Kies het juiste delend lidwoord:
Je déteste ____ aubergine.
Je déteste ____ aubergine.
A
du
B
l'
C
de l'
D
de
Slide 12 - Quiz
Je prends ..... poisson.
(Kies het juiste delende lidwoord)
(Kies het juiste delende lidwoord)
A
de la
B
du
C
de l'
D
des
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Ik begrijp hoe het delend lidwoord werkt.
😒🙁😐🙂😃
Slide 16 - Sondage
Ik kan ontkenning toepassen.
😒🙁😐🙂😃
