Inversie 10 april

Zinnen maken op 2 manieren

  1. Normale zin
  2. Zin met inversie
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Zinnen maken op 2 manieren

  1. Normale zin
  2. Zin met inversie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je vandaag leren? 
een zin maken met inversie 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inversie
EEN ZIN MET INVERSIE BEGINT MET?

  • Vandaag ga ik naar mijn oma (1 ww)
  • Vandaag wil ik boodschappen doen (2 ww)
  • In Amsterdam wonen veel mensen (1 ww)
  • In Amsterdam willen veel mensen wonen (2 ww)


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdzin met inversie

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdzin met inversie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin heeft inversie?
A
Natnael was vrijdag niet op school.
B
Op school Natnael was niet.
C
Vrijdag was Natnael niet op school.
D
Natnael was niet op school vrijdag.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een normale zin:
meteen - doet - in een zak - De dief - het geld

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een normale zin:
bij de buurvrouw - drink - Ik - elke zaterdag - een kopje koffie

Slide 8 - Question ouverte

Let op het vervoegen van het werkwoord!
Maak een zin met inversie

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

televisie
Na het eten
altijd
kijken
wij 

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

ik
wil
een grote reis
maken
Volgend jaar

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met inversie:
beginnen - hij - met de cursus - wil - Volgende week

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met inversie:
doen- mijn moeder - boodschappen - zal- Morgen

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met inversie:
de vrouw - in de koelkast - Vanochtend - het vlees - legt

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions