Les 3 Leerlingen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Zelfstandig werken met LessonUp

* Opdracht (werkwoord)spelling

* Clipphangerquiz

* Opdracht spelling/formuleren

Willen - Toen ik klein was__________ik zanger worden.

1. wil
2. wilde
3. wilt
4. wilden

kunnen - Gisteren_____________ik niet trainen.

1. kon
2. kan
3. kunnen
4. konden

hebben - Vroeger__________ik een konijn.

1. heb
2. heeft
3. had
4. hadden

bloeden (tt) - Gelukkig___________de wond niet zo erg.

1. bloed
2. bloedt
3. bloedde
4. bloedden

blaffen - Vannacht______________onze hond iedereen wakker.

1. blaft
2. blaf
3. blaffen
4. blafte

knippen (tt) - De kappers _____________ precies dezelfde kapsels.

1. knip
2. knipten
3. knipt
4. knippen

Goed of fout?

de zout

1. goed
2. fout

Goed of fout?

die meisje

1. goed
2. fout

Goed of fout?

het raam

1. goed
2. fout

Goed of fout?

dat konijn

1. goed
2. fout

Als of dan?

Ik ben beter in Engels__________mijn zus.

1. als
2. dan

Als of dan?

Wist jij dat een cactus evenveel kost _________een geranium?

1. als
2. dan

Als of dan?

Mijn broertje is groter__________ik.

1. als
2. dan

Opzoek of op zoek?

Ik ben ____________naar een nieuwe fiets.

1. opzoek
2. op zoek

Opzoeken of op zoeken?

Mijn zus is informatie aan het _____________ voor haar spreekbeurt.

1. opzoeken
2. op zoeken

Opzoek of op zoek?

Ik ga ___________ naar een nieuwe sport.

1. opzoek
2. op zoek

Klik!

jinthe heeft vandaag in het open lucht zwembad gezwomme

Werdt de wedstreid afgelast vanwege het onweer

nadat ik mijn eleboog stoote, was me hele arm verdooft

in Juni is het beter weer als in Februarie