Woche O

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Woche O, Stunde 1

Doel van de les: Je weet hoe deel 1 van je MO eruit ziet. 

                                  Je kunt de Redemittel voor deel 1 van je MO gebruiken. 

Opbouw van de les: Jullie krijgen een voorbeeld van deel 1 van de MO en de Redemittel te zien. We oefenen met de Redemittel en schrijven een aantal voorbeeldzinnen op. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, een woordenboek, eventueel je boek

Gekozen
boeken / films

Beispiel MO

Wir sehen uns jetzt ein Beispiel für eure mündliche Prüfung an. In dem Beispiel geht es um das Thema "Gefühle". 

Beispiel-MO auf der Drive öffnen, Bildschirm mit SuS teilen und Aufgaben gemeinsam lesen. 

Danach Redemittel für MO, Teil 1 besprechen. 

Redemittel

1. Kijk nog eens naar de voorbeeld-MO. 

2. Kies per onderdeel een Redemittel uit de lijst, die je voor je voorbeeld-MO zou kunnen gebruiken.

3. Schrijf met behulp van de Redemittel per onderdeel één zin voor je voorbeeld-MO.

--> De zinnen zet je op de volgende slides van deze presentatie.

Notiere einen Satz für Punkt 1: Thema, Inhalt, Struktur

Notiere einen Satz für Punkt 2: Persönliche Situation / eigenes Erlebnis

Notiere einen Satz für Punkt 3: Situation in den Niederlanden

Notiere einen Satz für Punkt 4: Vor- und Nachteile & eigene Meinung

Notiere einen Satz für Punkt 5: Abschluss

Ik ken de structuur van mijn presentatie en kan per onderdeel een voorbeeldzin noemen.

😒🙁😐🙂😃

Woche O, Stunde 2

Doel van de les: Je kunt in het Duits over gevoelens van jezelf of iemand anders praten. 

Opbouw van de les: We oefenen de woordenschat over gevoelens en geven een presentatie in de stijl van de MO. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, de online versie van ons boek , een woordenboek, eventueel je boek

Wortschatz

Wir sehen uns die Wortspinnen auf Seite 199 im Buch an. 

Üben

Mache auf Na Klar online die folgenden Aufgaben:

Kapitel 7, 7.1: Sprich mal, Aufgabe 7+8

Woche O, Stunde 3

Doel van de les: Je kunt in het Duits over gevoelens van jezelf of iemand anders praten. 

Opbouw van de les: We herhalen eerst de woordenschat. Dan geven jullie een presentatie in de stijl van de MO over de vraag hoe jongeren zich tijdens de coronacrisis voelen. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, een woordenboek, eventueel je boek

Wat heb je onthouden over de opbouw van je MO, deel 1 (vorige twee lessen)?

Übersetze: Ik ben blij.

1. Ich bin froh.
2. Ich bin überrascht.
3. Ich bin nett.
4. Ich bin begeistert.

Übersetze: De jongeren voelen zich slecht.

1. Die Jugendlichen fühlen sich enttäuscht.
2. Die Jugendlichen fühlen sich mies.
3. Die Jugendlichen fühlen sich schlecht.
4. Die Jugendlichen fühlen sich entspannt.

Übersetze: De situatie heeft ook voordelen.

1. Die Situation hat auch Fürteile.
2. Die Situatie habt auch Vorteilen.
3. Die Situation hat auch Vorteile.
4. Die Situatie hat auch Fürteilen.

Übersetze: De situatie maakt mij woedend.

1. Die Situation macht mich beschämt.
2. Die Situation macht mich traurig.
3. Die Situation macht mich heiter.
4. Die Situation macht mich wütend.

Prüfung, Teil 1

Arbeitet zu zweit (im Breakout Room). Bereitet das Beispiel-MO vor. Benutzt dabei den Wortschatz aus Kapitel 7 und die Redemittel. Notiert Stichpunkte. 

Seid ihr fertig? Übt dann die Präsentation!

Vortragen

Hausaufgabe

Lerne die Wortspinne "Gefühl" auf Seite 199 im Buch.