Grammar Past simple present perfect - 3H2 13 december

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

13 december - 3H2
What do you need:
Books, notebook, pen
until bell to fill your water bottle and go to the bathroom.
No phones in the classroom.
We start when the bell rings

Slide 2 - Diapositive

9:00-9:50
Leerdoel: gebruik positieve aanwijzingen en beloningen om de werksfeer te bevorderen. Geef complimenten, geen duidelijke opdrachten/verwachtingen aan. Ga uit van het positieve.
Hoe? Vertel de verwachtingen op zo'n manier dat het positief klinkt en dat er geen twijfel over mogelijk is dat leerlingen niet weten wat ik van ze vraag. (zie verwachtingen: bij de andere slides)

Make sure the students are sitting in their designated seats. They are not allowed to eat/drink anything but water. They have until the bell rings to fill their bottle and go to the bathroom. We start when the bell rings. Anyone not back by then is too late and will have to get a note. Phones in the bag and grab books/notebook/pens.

If I see a phone:
1. 1 warning + 'if I see it again, I will take it from you'
2. I will take it from them and put the phones on my desk.
Program & Goals
Plan: New grammar - past simple/present perfect

At the end of the lesson I:
- know the steps to decide to use either past simple or present perfect
- can make the present perfect

Slide 3 - Diapositive

Overgang 'pauze' naar doelen: alright everybody, good morning. Make sure the phones are in the or your bag and you have your books, including a notebook on the table. Compliment the students who already have their books/put their phones away.

Go over the plan for today, we will be looking at a new piece of grammar. The past simple vs the present perfect. Ask a student to read out the goals. Students are quiet and listen to me and each other.

Homework 
Do: Reading ex. 18-19 on p. 96-98
Study: words H

Check answers yourself later

Slide 4 - Diapositive

Start up lesson: all books on table/starting time everything else: 9:07
Their homework was to do the reading exercises about the text from yesterday. I don't see any important questions I really want to discuss together, so they can check the answers themselves during the zelfstandig werken phase.

Past simple and Present perfect
Wat is de past simple?

Wat is de present perfect?

Wanneer gebruik je ze/hoe maak je ze?

Slide 5 - Diapositive

max 5 minuten until 9:15
Voorkennis activeren:
Verwachtingen: we gaan kijken wat jullie nog of al weten over de past simple en present perfect. Als je het antwoord op mijn vraag weet, steek je je vinger op. Ik wil alleen antwoorden horen van leerlingen die ik de beurt heb gegeven.
Luister naar mij en naar elkaar.

Vraag leerlingen wat ze zich herinneren van de past simple/present perfect. Wanneer gebruik je ze, hoe maak je ze, etc. We schakelen hier over naar het Nederlands net als de uitleg in het boek. Schrijf mee met de gegeven antwoorden op het whiteboard. 

In deze fase mogen leerlingen hun vinger opsteken en ik geef de leerlingen die het denken te weten de beurt. Alleen bij geen vingers vraag ik zelf een leerling. Bij de volgende stappen ga ik ook leerlingen vragen die niet hun hand opsteken.
De al beschikbare kennis in hun hersenen wordt hier geactiveerd, zodat ze de nieuwe grammatica een plekje kunnen geven.
Johan, heb jij een tip om het nog beter aan te sluiten bij hun leefwereld/kennis zodat ze de grammatica een plekje kunnen geven?
Past simple/Present perfect
1. Yesterday, I went fishing at the lake.
2. I've been into gaming since I was 4.
3. Travelling has been a hobby of mine for years.
4. I broke my leg in 3rd grade.
5. I can't walk anymore because I have broken my leg.

Slide 6 - Diapositive

Expectations 2 min, do it 40 secons, discuss max 4 min: max 6-7 minuten until 9:20
Stukje inductief:
Verwachtingen: kijk naar deze zinnen en bedenk welke past simple zijn en welke present perfect. Probeer ook te bedenken waarom je dat denkt of waar je dat aan ziet. Je krijgt daar nu 30 seconden voor en dan ga ik een willekeurige leerling vragen om het eerste antwoord. Je mag nu met elkaar de zinnen lezen en overleggen. en vervolgens Okay de 30 seconden zijn op. Als je de beurt krijgt lees je de zin voor, vertel je mij welke van de 2 opties het is en waarom je dat denkt. Alleen de persoon wie ik de beurt geef praat. Luister naar elkaar.

Vraag leerlingen welke zinnen past simple zijn en welke present perfect. Vraag ze ook waarom ze dit denken. Ze krijgen hier 30 seconden voor en dan ga ik ze om het antwoord vragen. Ze mogen in de 30 seconden met elkaar overleggen. 
Tijdens het overleggen van de antwoorden zijn leerlingen die ik niet de beurt heb gegeven stil. Vragen stellen mag als ze hun vinger op steken.
*Past simple (verleden tijd) and Present perfect (voltooid tegenwoordige tijd)
*Past simple: in het verleden gebeurd, nu afgelopen
I watched the World Championships yesterday
*Present perfect: verleden begonnen en nog aan de gang of merkbaar en bij ervaringen tot nu toe
I can't pay for my food because I have lost my wallet
I've lived here all my life.
She has already seen this movie 5 times

Slide 7 - Diapositive

5 minuten ongeveer until 9:25
Nieuwe informatie:
Verwachtingen: Schrijf mee waar een sterretje voor staat. Ik leg het eerst uit en dan krijg je van mij 40 seconden om alles op te schrijven. Ik wil alleen geluid horen van leerlingen die ik de beurt heb gegeven om een vraag te stellen of antwoord te geven.

Leg uit wanneer je de 2 tijden gebruikt. Geef bij elke reden een voorbeeld (voorbeeld zinnen in italics). Laat ze het dan opschrijven. Na 40 seconden, vraag leerlingen om te kijken naar de voorbeeld zinnen. Als je deze zinnen ziet, hoe denk je dan dat je de present perfect maakt?

In deze fase mogen leerlingen hun vinger opsteken om vragen te stellen of antwoorden te geven. Ik geef leerlingen zelf de beurt, niet alleen leerlingen die hun vinger opsteken. 

Note to self: Let op leerlingen die een verkeerd antwoord geven of andere dingen niet te lijken begrijpen en ga hier op in! In de videobeelden deed je dit niet/weinig en je wilt dat iedereen het begrijpt. Stuur ze naar het goede antwoord of leg op z'n minst uit waarom het niet goed is!
Past simple (verleden tijd) and Present perfect (voltooid tegenwoordige tijd)
*Past simple: ww + ed of onregelmatig ww het 2e rijtje.
I watched ... He went ...

*Present perfect: have/has + voltooid dw (+ed of 3e rijtje)
I have lost... , she has lived ...

Have of has?

Slide 8 - Diapositive

3 minuten ongeveer until 9:28/30
Nieuwe informatie:
Verwachtingen: Schrijf mee waar een sterretje voor staat. Ik leg het eerst uit en dan krijg je van mij 20 seconden om alles op te schrijven. Ik wil alleen geluid horen van leerlingen die ik de beurt heb gegeven om een vraag te stellen of antwoord te geven.

Leg uit hoe je de 2 tijden maakt. Herhaal wanneer je have en wanneer je has gebruikt. Schrijf op whiteboard. Laat ze het dan opschrijven. Na 20 seconden ga door naar de volgende slide

In deze fase mogen leerlingen hun vinger opsteken om vragen te stellen of antwoorden te geven. Ik geef leerlingen zelf de beurt, niet alleen leerlingen die hun vinger opsteken. 

Note to self: Let op leerlingen die een verkeerd antwoord geven of andere dingen niet te lijken begrijpen en ga hier op in! In de videobeelden deed je dit niet/weinig en je wilt dat iedereen het begrijpt. Stuur ze naar het goede antwoord of leg op z'n minst uit waarom het niet goed is!
Past simple and Present perfect 
In het kort:
Past simple: de actie is al afgelopen
Present perfect: de actie is nog bezig of er is nog een link met het heden.

Zie stappenplan in het boek om te beslissen welke tijd je moet gebruiken als je het nog moeilijk vind. (p. 57)

Slide 9 - Diapositive

2 minuten ongeveer until 9:30/32
In het kort/afsluiting uitleg:
Verwachtingen: Ik wil alleen geluid horen van leerlingen die ik de beurt heb gegeven om een vraag te stellen of antwoord te geven.

Herhaal in het kort wanneer je ze dus gebruikt en wijs ze op het stappenplan in het boek.

In deze fase mogen leerlingen hun vinger opsteken om vragen te stellen of antwoorden te geven. Ik geef leerlingen zelf de beurt, niet alleen leerlingen die hun vinger opsteken. 

Note to self: Let op leerlingen die een verkeerd antwoord geven of andere dingen niet te lijken begrijpen en ga hier op in! In de videobeelden deed je dit niet/weinig en je wilt dat iedereen het begrijpt. Stuur ze naar het goede antwoord of leg op z'n minst uit waarom het niet goed is!
Now try it
What: Do ex. 11-13 on p. 93/94 
How: You may work together in pairs, keep the volume low
Help: the grammar, your notes, each other, teacher.
Time: 10-15
Done: Study the grammar or do past homework you haven't finished yet. Or study the words
Outcome: This is your homework for tomorrow

Slide 10 - Diapositive

10-15 min until 9:45 
Zelf bezig:
Verwachtingen: Ga bezig met de opdrachten. Ik wil iedereen bezig zien met deze opdrachten. Je mag samenwerken, maar zorg ervoor dat je de mensen om je heen niet afleid. Dit is jullie huiswerk voor morgen. Ik loop rond om vragen te beantwoorden en om te checken of je het begrijpt. Als je klaar bent met de opdrachten mag je het huiswerk voor vandaag nakijken.

Zet leerlingen aan het werk.

Als leerlingen niet bezig zijn waar ze mee bezig moeten zijn: 
1. Herhaal de verwachtingen
2. Waarschuw ze
3. Verplaats ze naar een plek waar ze alleen zitten.
4. Geef ze strafwerk op. Morgen leveren ze in: De woorden van G Engels-Nederlands en Nederlands-Engels. Uiteraard is dan het gewone huiswerk ook af.
5. Nog steeds een verstoring? Ga het strafwerk dan maar buiten de les maken waar ik je kan zien. Alleen boeken/papier en pen mee, de tas en telefoon blijven in het lokaal. Bij 107 kunnen ze mooi even aan het tafeltje naast de kluisjes van de docenten gaan zitten.
Homework tomorrow:
Do ex. 11-13 on p. 93/94 
Study words G

Plan tomorrow: Discussing the test

Slide 11 - Diapositive

At 9:47 I will tell them about this homework and move on to the goals.
Goals
I'll ask someone to read these out loud and confirm.

- I know the steps to decide to use either past simple or present perfect
- I can make the present perfect


Slide 12 - Diapositive

Students do not have to raise their hands here, I will ask a student to read out the goals and ask if they have done both things (and to give me the answer on how to know when to use them and how to make the present perfect)

Students may not put their books away until I am done discussing the goals with them. If they do, they need to grab them again. No exceptions. (Unless I have told them they could in the step before this)