12.1 Allemaal nodig? les A

12.1 Kringlopen - les A
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

12.1 Kringlopen - les A

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

12.1 Allemaal nodig?
1. Je kunt uitleggen hoe voedselketens een voedselkringloop worden;
2. Je kunt uitleggen hoe de kringloop van fotosynthese en verbranding;
3. Je kunt de koolstofkringloop uitleggen;

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kringloop

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Kringloop?

Slide 5 - Diapositive

Voorbeelden van kringlopen.

Slide 6 - Diapositive

Voedselketen oceaan.
Producenten
In de voedselkringloop worden planten gezien als producenten van voedingsstoffen. Daarom worden planten in een voedselkringloop producent genoemd.
Consumenten
Consumenten kunnen zelf geen voedingsstoffen maken. Daarom moeten zij eten (consumeren) om zichzelf van voldoende voedingsstoffent te voorzien.

Alle dieren in de voedselkringloop noemen we consumenten. Zij eten planten of dieren om aan voedingsstoffen te komen.
Natuurlijk afval
De dode vogel, is een voorbeeld van natuurlijk afval. Andere voorbeelden van natuurlijk afval:
- dode resten van planten
- dode resten van dieren
- ontlasting van dieren
Reducenten
Reducenten is een verzamelnaam voor schimmels en bacteriën in de voedselkringloop.
Hun taak is het afbreken van natuurlijk afval tot mineralen.
De mineralen komen dan weer in de grond en zijn voedingsstoffen voor planten.
Mineralen
Mineralen zijn hele kleine deeltjes die in de bodem kunnen zitten en opgenomen kunnen worden door de plant. Mineralen zijn voedingsstoffen voor planten
Afvaleters
Bodemdiertjes die zich voeden met natuurlijk afval, noemen we afvaleters. Deze dieren zijn ook consumenten (moeten eten om voedingsstoffen binnen te krijgen).

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is de producent
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zijn reducenten
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een boom laat zijn bladeren vallen, de
mestkevers eten het afval op. Wat zijn de mestkevers?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
D
Afvaleters

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 Kringlopen
1. Je kunt uitleggen hoe voedselketens een voedselkringloop worden;
2. Je kunt uitleggen hoe de kringloop van fotosynthese en verbranding;
3. Je kunt de koolstofkringloop uitleggen;

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een chemische reactie?
Een chemische reactie is een proces waarbij twee of meer stoffen veranderen in andere stoffen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kringloop
zuurstof
koolstofdioxide
fotosynthese

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbranding is een reactie die precies het tegenoversgestelde doet als fotosynthese. Verbranding vind plaats in alle cellen van het lichaam

Reactie van verbranding: zuurstof + glucose > water + koolstofdioxide  

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese



Plant heeft (zon)licht nodig voor fotosynthese
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrels

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese reactie uitgelegd
Koolstofdioxide (CO2) is een gas dat in de lucht zit. Planten kunnen dit opnemen met hun bladeren.
Koolstofdioxide is een van de twee stoffen die nodig is voor fotosynthese.
Water (H2O) is een vloeistof die planten kunnen opnemen met hun wortels.
Water is een van de twee stoffen die nodig is voor fotosynthese.
Bladgroenkorrels zijn kleine korrels in de bladeren van planten. Fotosynthese vind plaats in de bladgroenkorrels
Zonlicht levert zonne-energie. Deze energie is nodig om de reactie van fotosynthese te laten plaatsvinden.

Zonne-energie is geen stof, maar een energiebron.
Glucose (C6H12O6)is een vorm van suiker. Hier kunnen planten en dieren energie uit halen. 
Glucose is een product van fotosynthese.
Zuurstof (O2) is een gas dat in de lucht zit. Planten kunnen door middel van fotosynthese zuurstof maken. Een deel van deze zuurstof gebruiken ze zelf en de rest 'ademen' ze uit via hun bladeren.
Zuurstof is een product van fotosynthese
De pijl geeft aan dat er een reactie plaast vind. De stoffen die links voor de pijl staan, zijn de stoffen die nodig zijn voor de reactie.
De stoffen die achter de pijl staan, zijn de reactieproducten.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kan fotosynthese plaatsvinden
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 18 - Quiz

In blauwalgen en enkele bacteriën vindt fotosynthese plaats. 
Waar kan verbranding plaatsvinden?
A
Planten
B
Planten, dieren, schimmels en bacteriën
C
Schimmels, bacteriën, dieren
D
Planten, dieren

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 Kringlopen
1. Je kunt uitleggen hoe voedselketens een voedselkringloop worden;
2. Je kunt uitleggen hoe de kringloop van fotosynthese en verbranding;
3. Je kunt de koolstofkringloop uitleggen;

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleine koolstofkringloop
Grote koolstofkringloop

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolstofkringloop
Bij de koolstofkringloop kijk je alleen naar het atoom koolstof  > dus de C

Tijdens fotosynthese en verbranding gaan de koolstofatomen van de ene stof over in de andere.

Dus van CO2, naar glucose, naar CO2
uitleg atoom
Alle stoffen zijn opgebouwd uit atomen. Atomen zijn de kleinste bouwsteentjes die gebruikt worden om verschillende stoffen te maken.
Atomen worden afgekort met 1 of 2 letters.
Voorbeeld: Koolstof = C of IJzer = Fe
uitleg glucose
Glucose is een stof die is opgebouwd uit verschillende soorten atomen. 
Glucose (C6 H12 06) bestaat uit
C > Koolstof
H > Waterstof
O > zuurstof

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koolstofkringloop

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omschrijf in een paar woorden wat de koolstofkringloop is. (en niet "dat is de kringloop van koolstof")

Slide 24 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

VRAGEN?

Slide 25 - Diapositive

Wisselmoment: vragen?
Hoeveel weet je nu over dit onderwerp?
-1100

Slide 26 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Weektaak
 Bouwsteen 12.1 opdracht 1 t/m 16.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions